Week 5.1: onderzoeksethiek & ethiek van RCT's Flashcards

1
Q

Welke kenmerken heeft een goede onderzoeker?

A
  1. technische bekwaamheid: beschikt de benodigde vaardigheden/kennis
  2. morele integriteit: handelen volgens ethische normen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn morele plichten van onderzoekers naar deelnemers, collega’s en het publiek

A
  1. deelnemers: belangen/rechten/welzijn van deelnemers waarborgen
  2. collega’s: niet plagieren en onderzoeksgegevens verzinnen/manipuleren
  3. publiek: onderzoeker heeft verantwoordelijkheid om publiek eerlijk te informeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn 2 eisen waaraan een RCT moet voldoen om moreel acceptabel te zijn?

A
  1. methodologisch verantwoord
  2. moreel verantwoord: ethische principes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de therapeuthische misconceptie

A

neiging van deelnemers om het onderzoek als individuele behandeling te zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de rol van de behandelaar in RCT

A
  1. prioriteit is welzijn patient
  2. doel is patient genezen
  3. vertrouwensrelatie gebaseerd op vertrouwen en samenwerking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rol onderzoeker in RCT

A
  1. prioriteit van onderzoeker is kwaliteit van het onderzoek
  2. doel is kennis opdoen
  3. relatie is gebaseerd op onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is het van crusiaal belang dat de onderzoeker therapeuthische misconceptie herkent?

A

Het is van belang dat er gecommuniceerd word over de aard en doelen van het onderzoek
–> patienten kunnen een geinformeerde beslissing maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe verkrijg je informed consent bij het onderzoek naar kinderen?

A
  1. kinderen niet in staat om complexiteit en risico’s van het onderzoek te begrijpen
  2. hierdoor extra voorzichtig zijn
  3. rekening houden met ontwikkelingsniveau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is behandelingsvoorkeur en wat is een oorzaak hiervan

A

de neiging van een deelnemer om een specifieke behandeling te kiezen boven een andere
oorzaken: eerdere ervaringen/persoonlijke overtuiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kun je het beste behandelingsvoorkeur voorkomen?

A
  1. gedetailleerde informatie vergaren om verwachtingen te managen
  2. randomisatie
  3. dubbelblinde opzet (blind voor zowel onderzoeker als patient)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houd resepct voor autonomie/personen in?

A
  1. autonomie en rechten van deelnemers moeten gerespecteerd worden
  2. vrijwillige deelname
  3. mogelijkheid tot geinformeerde keuzes maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is epistemische rechtvaardigheid?

A
  1. eerlijke toegang tot kennis en informatie
  2. alle deelnemers moeten gelijke kansen krijgen om te participeren of profiteren van het onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ethische oordelen vs methodologische oordelen

A

ethische oordelen zijn belangrijker, want als iets ethisch niet goed zit kun je het niet goed praten met methodologie
voordeel: rechten en veiligheid word gerespecteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is therapeutic equipoise

A

onduidelijkheid over welke behandeling de beste optie is
bij deze onduidelijkheid moeten beide opties even goed zijn
–> achterliggend principe: weldoen/niet schaden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Structure & burden of treatments in RCT’s

A

Nadenken of de lasten die het onderzoek kan meebrengen
achterliggende principe: rechtvaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom moeten de risico’s afgewogen worden tegen de voordelen?

A
  1. risico’s kunnen varieren tussen behandelgroepen
  2. voordelen moeten opewegen tegen de nadelen

achterliggende principe: weldoen/ niet-schaden

17
Q

Wat stond er in de code van neurenberg in 1949

A

tijdens wetenschappelijk onderzoek:
- informed consent
- maatrschappelijk nut
- geen onnodige schade oprichten”

18
Q

Wat bracht de Belmont report

A
  • respect voor autonome personen
  • weldoen: geen schade, minimaleer kosten
  • rechtvaardigheid”
19
Q

Wat zijn ethische problemen van RCT

A
  • Probleem bij therapeutic misconception
  • Probleem bij treament preference
  • Probleem: therapeutic equipose
  • Structure en burden of treatments