Week 4.2: Randomized controlled trials Flashcards
Wat is RCT en wat gaat er vooraf aan het onderzoek aan?
Het is kwantitatief onderzoek waarbij je tenminste twee groepen hebt, interventie en controle groep. Eerst doe je:
1. Randomisatie
2. Groepen vormen
3. Gecontroleerde setting
Randomisatie en allocation bias
Randomisatie vermindert allocation bias, dit zijn verschillen tussen groepen die al bij aanvang voorkomen
randomisatie en post-randomisatie
post-randomisatie kan zelfs na randomisatie plaatsingen
–> dit is dat er nogsteeds groepsverschillen kunnen zijn
Waarom is randomisatie geen garantie voor controle
randomisatie vermindert bias, maar kan niet alle confounders controleren
Welke soorten randomisatie zijn er
- simpele randomisatie: elke deelnemer word random toegewezen
- blok randomisatie: alle deelnemers worden aan blokken toegewezen, binnen de blok is het willekeurig
- stratificatie bij randomisatie: elke deelnemer word verdeel in strate (bijv geslacht)
- minimisatie bij randomisatie: minimaliseren van verschillen tussen behandelgroepen
Wat zijn voor en nadelen van stratificatie bij randomisatie
voordeel: het houd rekening met covariaat –> dus groepsverschillen
nadeel: complex bij meerdere covariaten
Wat zijn soorten controlegroepen
- care as usual: standaardzorg
- geen behandeling: geen zorg
- placebo behandeling: neppe zorg
- wachtlijst: deze groep krijgt geen zorg, totdat ze aan de beurt komen
Wat is blinderen?
techniek om bias te verminderen, vergoot betrouwbaarheid
Bijv: placebo/hawthorne effect
Wat is het placebo effect
positieve reactie die iemand kan hebben omdat ze denken dat ze een medicijn hebben gehad
Wat is het hawthorne effect
mensen veranderen hun gedrag omdat ze weten dat ze worden geobserveerd
Wat is een voordeel van blinderen
- minder bias in gerapporteerde effecten
- beter volgens van het protocol
- minder uitval
Wat zijn stappen die je onderneemt bij het meten van het effect?
- representatieve steekproef trekken –> generaliseerbaarheid naar bredere populatie
- standaardiseren van dataverzameling
- meten van controlevariabelen
Wat zijn verschillende RCT-designs
- concurrent parallel RCT: experimentele en controle groep randomiseren en tegelijkertijd meten
- crossover RCT: experimentele en controle groep parallel aan elkaar meten, daarna de twee groepen omdraaien
- Factorieel: verschillende groepen (meer dan 3) combineren en vergelijken met elkaar, dus AB, AC, ABC
- Cluster: als je verschillende behandelingen hebt bijvoorbeeld randomiseer je wie er in die behandelingen komt
Wanneer gebruik je RCT
als je de effectiviteit van een interventie wilt meten
Wat voor soort onderzoeksvragen onderzoek je bij RCT?
‘is interventie X effectief voor populatie Y’
‘welk mechanisme kan het effect verklaren?’ (mediatie)