week 5.1 Flashcards

1
Q

vermogen

A

waarde van al je bezittingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

vermogen

A

waarde van al je bezittingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

inkomen

A

stroom van al je ontvangsten in een bepaalde periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

inkomen

A

stroom van al je ontvangsten in een bepaalde periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

consumptie

A

dat wat je uitgeeft in een bepaalde periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

consumptie

A

dat wat je uitgeeft in een bepaalde periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

afschrijving

A

bezittingen worden minder waard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

drie manieren om vermogen te laten groeien

A

inkomen laten stijgen
consumptie dalen
lenen

afschrijvingen heb je geen invloed op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

soorten leningen

A
  1. hypotheek
  2. consumptief krediet
  3. studielening
  4. private lease
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

budgetlijn

A

op deze lijn liggen alle mogelijke keuzes die persoon X kan nemen.

De budgetlijn verandert als de rente verandert. Wanneer de rente hoger wordt, meer naar binnen. Als de rente lager wordt, meer naar buiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

budgetlijn

A

op deze lijn liggen alle mogelijke keuzes die persoon X kan nemen.

De budgetlijn verandert als de rente verandert. Wanneer de rente hoger wordt, meer naar binnen. Als de rente lager wordt, meer naar buiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

indifferentie curve

A

preferenties van persoon X mbt de budget mogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarom loopt de indifferentiecurve stijler

A

men is over het algemeen ongeduldig. Liever het bedrag nu dan over een jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom loopt de indifferentiecurve boller

A

men heeft afbemende meeropbrengsten. nut wordt over de tijd verdeelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoeveel iemand kan lenen is afhankelijk van verschillende factoren

A

rente: bij hoge rente verschuift de budgetlijn naar binnen

ongeduldigheid: ben je heel ongeduldig loot je indifferentiecurve nog stijler

afnemende meeropbrengsten: als je het niet erg vindt om op een moment weinig uit te kunnen geven, dan heeft je indifferentiecurve minder bolling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

investeren

A

het geld uitlenen. je brengt de consumptie niet naar vandaag maar naar de toekomst. de uitlener brengt haar consumptie naar de toekomst en de lener brengt de consumptie naar het heden.

er moet gezocht worden naar iemand die voor ongeveer dezelfde prijs en rente bereid is om het geld te lenen.

15
Q

functie van de bank

A

een bank verzamelt geld van spaarders en leent geld uit aan leners

16
Q

ee bank kan op twee manieren geld verdienen

A
  1. bankieren: het verschil tussen spaarrente en uitleenrente
  2. extra’s: als je mensen advies of extra service geeft dan betalen klanten daarvoor
17
Q

geldcreatie

A

dat geeft de bank de mogelijkheid om meer uit te lenen dan hun spaartegoeden. er wordt geld gemaakt

18
Q

reserve requirements

A

een minimaal percentage dat banken als reserve moeten stallen bij de centale bank

19
Q

We hebben graag vertrouwen in banken, waarom stellen we geen hogere reserve requirements in?

A

Theoretisch gezien zal het zorgen voor veiligere banken maar dat doen we niet omdat een bank dan minder geld kan lenen en ze moeten wel geld verdienen om hun medewerkers te betalen.

20
Q

money multiplier

A

door de money multiplier zal er veel geld geleend worden gecreëerd.

formule is 1/reserve requierements

21
Q

hoe haalt de overheid banken uit de problemen?

A

met belastinggeld halen ze banken uit de problemen

bankiers zullen veel risco nemen, want zij zijn blij met veel winst en bij veel verlies zal de overheid toch wel ingrijpen