Week 5 RNA Flashcards

1
Q

Waarom RNA gebruiken?

A

weefsel en vloeistof identificatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

RNA vs DNA

A

RNA is enkelstrengs, Ribose, Uracil, kleinere strengen

DNA: dubbestrengs, deoxyribose, Thymine, grotere strengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vormen RNA in cel

A

mRNA - bevat boodschap uit DNA en die zorgt er uiteindelijk voor dat eiwitten worden geproduceerd
Transer RNA - aminozuur kan binden aan codon mRNA
Ribosomaal RNA; vormen componenten van ribosoom
microRNA; reguleren gen-expressie door te binden aan mRNA verminderd de gen-expressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Forensisch aspect van RNA

A

instabiel en wordt snel afgebroken na overlijden.
mRNA en MicroRNA; cel- en weefselspecifiek, lichaamsvloeistoffen herkomst
adhv: genexpressie, ander weefsel = andere genexpressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

microRNA

A

18 - 25 nucleotide
niet coderen (intronen)
beïnvloeden genexpressie (silencing)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Silencing van genen door microRNA

A

miRNA wordt geproduceerd in de vorm van primary microRNA (pri miRNA). Hier zit een hairpin (zelf bindend molecuul) aan. Pri miRNA –> PrE miRNA. Pre miRNA wordt uit cel geproduceerd en komt een dicer (enzym) en knipt de hairpin eraf (miRNA). Één streng vormt samen met eiwitten een complex vormen. Andere streng wordt afgebroken. Dit complex bindt aan mRNA (uiteinden). Deze binding zorgt voor blokkade van translatie of vernietigd de poly-A staart van mRNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Forensische toepassing miRNA

A

miRNA is klein = minder vatbaar voor degradatie.
Weefselspecifiek
DNA en miRNA onderzoek gelijktijdig
Pure vorm en geen splicing nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mircoarray

A

kan overzichtelijk in kaart brengen van miRNA welke tot expressie komen of niet. Is een slide met Spots met bekende DNA. Het idee is dat DNA uit sample met DNA op microarray bindt. Door hybridisatie een reactie plaatsvindt en een dye of probe de verschil aantonen welke microarrays tot expressie komen of niet .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe DNA verkrijgen voor microarray

A

door middel van proces; reverse transciptase. Met RNA kan je copie DNA (cDNA) maken. Dit moet je wel een kleur geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Proces transcriptase

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

mRNA forensische toepassing

A

Nog steeds naar genexpressie maar dan op mRNA level.
welke weefsel heeft de kogel geraakt
afvoerpijpen op menselijk weefsel
zedenzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly