Week 5 - Professionals Flashcards

1
Q

Wanneer is iets een professie?

A

Freidson: “a profession is a special status in the division of labour that is supported by an official and sometimes public belief that it is worthy of that status.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke karakteristieken heeft een professie?

A
  • Specified knowledge
  • Externe recognizition van dat je een professional bent (diploma)
  • autonomie
  • georganiseerd een professional Group

ordinary use: als iemand heel erg goed is, dan ben je een professional.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Continuüm van wat is een professional?

A
  • Tasks: je werkt in een organisatie en krijgt een specifieke taak. Kan steeds veranderen.
  • Function: combinatie van taken, deze zijn min of meer stabiel over tijd. Tussen verschillende organisaties kunnen ze verschillen, maar over een periode zijn ze redelijk stabiel.
  • Occupation: de taken zijn hetzelfde, maakt niet uit voor welke organisatie je werkt. Bijv. Carpenter. De organisatie bepaalt niet welke taak je doet (wel deels), maar meer vanuit de occupation.
  • Professional: Meer stabiele taken over time, en tussen organisaties. De organisatie bepaalt niet de taak, en ook niet wat voor training je moet hebben, welke kwaliteitscriteria je moet gebruiken. Veel wordt niet door de organisatie bepaalt, maar door de professional Group.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is professionele autonomie?

A

Autonomie kan betrekking hebben op het individu, maar ook op de groep.
=> Een individu kan autonomie hebben, maar ook een groep kan autonomie hebben.

Voorbeeld groep: groep bepaalt welke training hebben we nodig? Autonomie kan door de groep weggehaald worden. Een organisatie kan dat niet. Ziekenhuis kan je wel ontslaan maar niet zeggen, je bent geen dokter meer. De professie kan dat wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke twee eigenschappen kent autonomie?

A
  • Vrijheid (liberty) – onafhankelijk van controlerende invloeden van buitenaf.
  • agency – capacity for intentional action (er wordt van je verwacht dat je dingen zelf uitvoert).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Definitie van autonomie:

A

The quality and state of being independent and self-directing, especially in decision making, enabling professionals to excersie judgement as they see fit during the performance of their job.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke verschillende soorten autonomie zijn er?

A
  • Politieke autonomie => politieke beslissingen
  • Economische autonomie => beslissen over je eigen ‘fees’/verdiensten,

-Klinische autonomie => practice you have
* gefocused op het proces => hoe is het proces van zorg georganiseerd?
* gefocused op de inhoud (professional discretion) => welke zorg lever je?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke verschillende perspectieven zijn er op professionalisme?

A
  1. A list of traits and behaviours
  2. As a role played in society (functionalism)
  3. As a social construction
  4. As means and affect of social control (critical studies)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kan je zeggen over professionalisme als een ‘list of traits and behaviours’?

A

Bestaat uit een lijst van karakteristieken(eigenschappen en gedragingen)

  • *Op groepsniveau (professie):**
  • Zij bepalen de standaard van training; wat heb je nodig om professional te worden?
  • Zij bepalen de criteria waar je aan moet voldoen (criteria of competence)
  • Ze bepalen de kwaliteitscriteria
  • Gedragscode (code of ethic)
  • Exclusieve recht om bepaalde taken uit te voeren.
  • *Op individueel niveau**:
  • Ze hebben gespecialiseerde kennis
  • Ze zijn altruïstisch => ze willen doen wat het beste is voor hun patiënt
  • Ze hebben reflexivity => ze kunnen reflecteren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kan je zeggen over professionalisme als een ‘role played in society’ (functionalism)?

A

Het functioneel zijn voor de samenleving.

Vanuit dit perspectief:

  • Hebben professies bepaalde traits omdat ze een functie hebben in de samenleving.
  • Ze handelen uit algemeen belang en hebben een unieke rol.
  • Trust vs control => moeilijk te controleren omdat ze specifieke (complexe) taken hebben daarom geven we ze vertrouwen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kan je zeggen over professionalisme als een ‘social construction’?

A

Focust zich op het perspectief dat professionals zich continue proberen te verdedigen en het vergroten van hun domein (autonomie).

Er ontstaan professional clashes;
Verschillen in over wat zegt evidence?

  • Wat is safe practice?
  • Wat is kwaliteit?
  • Hoe gebruiken we standaard zorgpaden?
  • Wat is het belang van teamwork?

Je ziet veel boundary work in healthcare:
Activiteiten die professionals nemen om mensen te overtuigen dat hun perspectief de juiste is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kan je zeggen over professionalisme als een ‘means and affect of social control (critical studies)’?

A

Social reality in which institutions are created
Professionalism is een instutition: het heeft educatie, law, allerlei elementen die een sterk effect hebben op de samenleving.

De institutie professionalisme; wat betekent dat voor de samenleving? Zijn er negatieve consequenties?
Professionals bepalen => wat is ziek wat is niet, wat is zorg en wat is geen zorg. Dat heeft consequenties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontwikkelen professionele identiteiten zich? (Hafferty; 2000)

A

Socialization: construction of the professional identity

“The construction of the medical identity is not a straightforward process of replacing one value system by another, but rather an on-going and tension-ridden series of encounters during which lay values and attitudes become labelled as “suspect”, “dysfunctional,” and ultimately “inferior,” while newly encountered, medical “ways of seeing and feeling” become internalized as “desirable,” “functional,” and “superior”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Over welke onderwerpen wordt gesproken mbt het verliezen van status van professionals?

A
  • Deprofessionalisatie: het verliezen van unieke eigenschappen van ene professie (autonomie, monopolie, autoriteit)
  • Proletarisatie: Verlies van macht en status
  • Post-professionalisme: Verlies van exclusieve kennis en vaardigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is er sprake van deprofessionalisatie?

A
  • Veel externe regulatie (overheid, managers)
  • Steeds meer bureaucratie (paperwork); kan negatief effect hebben op professionalisme
  • Steeds meer performance measurements; kost veel tijd (er is control/geen trust =>verlies autonomie)
  • Empowerment van klanten; kan positief zijn (SMDM), maar ook negatief (mensen zeggen de dokter wat ze hebben)
  • Multidsciplinary team work => minder autonomie voor de dokter, maar het kan wel goed zijn voor een ‘better informed decision’
  • Professional control: meer protocollen, kan voelen als een verlies van autonomie. (Belangrijk: professionals kunnen afwijken van protocollen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kunnen professionals omgaan met het verliezen van professionele autonomie?

A
  • Compliance
  • Co-opting
  • Adaptation
  • Circumvent
  • Resistance
17
Q

Komt er een einde aan professionalisme?

A

Veel protocollen, multidisciplinaire teams etc.

  • Toch worden de guidelines en indicatoren opgesteld door de professie.
  • Professionals kunnen vaak ‘deviaten’
  • Professionals werken vaak ‘around the system’, je ziet dat met co-opting, adapting etc.
  • Meten heeft consequenties, audits, zorgverzekeraars die invloed hebben => dit heeft een effect.
18
Q

Verliezen professionals autonomie?

A

Ja, ze verliezen autonomie (politieke en economische) en een deel van hun klinische autonomie.

Political; in organisaties en samenleving zijn er andere stakeholders die beleid bepalen

Economic; door healthcare insurers die bepalen verdiensten

Clinical; organization of processes (door doktoren en managers) Het bepalen van de behandeling is nog steeds de autonomie van de professional.

Dus: Professional discretion is still in place. En dat is het grootste gedeelte van wat een professional is.

19
Q

Wat kan je zeggen over de Santillan Case?

A

Gaat over Mexicaans (illegaal) meisje Jessica, had hartziekte waar ze dood aan ging als ze geen donatie hart kreeg. Had dus harttransplantatie nodig. Ze kreeg hart met verkeerd bloedtype. ZE was niet verzekerd Kreeg hart met verkeerd bloedtype Ze was illegaal en kreeg amerikaans hart. Allemaal vragen die ontstonden.

20
Q

Wat zijn celebrated cases?

A

Geeft ons een spiegel waar we in kunnen kijken en zien waar we van kunnen leren.

21
Q

Welke soorten fouten zijn er?

A

Professional error

System error

22
Q

Wat kan je zeggen over system error?

A

Het maken van fouten is menselijk. We kunnen dit alleen tegengaan door het ‘repareren’ van de organisatie. Systeem benadering. => Als professionals niet uit zichzelf het goede doen, dan hebben we nieuwe standaarden (protocollen, richtlijnen) nodig. We hebben een blame free environment nodig. Dan kunnen we er van leren. Mensen moeten zich vrij voelen om fouten toe te geven.

23
Q

Waar ligt de verantwoordelijkheid?

A

Professional approach kijkt heel erg vanuit eigen perspectief. Ik ben verantwoordelijk, ik maak de fout.

Vanuit system approach wordt er gekeken naar het systeem. Hoe hadden we het systeem in moeten richten zodat de fout niet gemaakt had kunnen worden?

Beroep van verpleegkundige wordt steeds complexer. Niet alleen meer wassen, verzorgen van wonden etc. Je ziet meer diversiteit. Verpleegkundigen worden getraind op meerdere niveaus.

24
Q

Wat kunnen we van verpleegkundigen verwachten?

A

We weten niet veel over verpleegkundigen (ze zijn druk met patiënten, maar kijken niet naar het zichzelf. Wie zijn we, zijn we een echte professie, wat voor autonomie hebben we nodig? Welke standards hebben we nodig?

Er zijn nu twee soorten verpleegkundigen (MBO en HBO), maar als ze ergens gaan werken moeten ze dezelfde dingen doen. Er is geen verschil in de praktijk. Je leert op school verschillende dingen, maar in de praktijk moet iedereen hetzelfde doen. => Veel hoger opgeleiden stoppen er daardoor mee (je leert veel, maar dat is niet wat je in de praktijk doet)

Zorgsysteem verandert, multimorbiditeit etc. daardoor hebben we gespecialiseerde verpleegkundigen nodig.

Daardoor moet het wet worden.

25
Q

Waar is men het meest bang voor?

A
  • Vocationally and ‘in-service’ trained nurses would lose their rights to care for complex patients => hoger opgeleide verpleegkundige mogen dat doen, als je lager opgeleid bent mag het niet meer => zorgt ervoor dat baan niet meer interessant is.
  • Vocationally and ‘in-service’ trained nurses would become inferior to bachelor-trained nurses….and leave the profession
  • A revolt against the law: an effective social media/TV-programmes/news papers campaign …. Yet not ‘different voice’ was accepted • Personal attacks on ‘the nursing elite’ who did not manage to come up with an effective response (‘populist discourse’)
  • A political hotshot was called in (‘Rinnooy Kan’) who advised the minister to withdraw the new law => zeiden dat de ziekenhuis het zelf moet bepalen (en dus weer terug bij af)
  • In-service nurses now request to become bachelor-trained nurses
  • …. But where to go from here?