Week 2 - Leadership Flashcards

1
Q

Wat maakt een goede leider?

A

Eigenschappen van goede leiders:

  • Charisma
  • Visionary - (inspired vision for the future)
  • Rekening houden met de volgers (niet alleen aan jezelf denken) Iemand die een idee heeft over de toekomst, wie ons inspireert.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is leiderschap?

A

Example definitions

  • The ability to impress the will of the leader on those led and induce obedience, respect, loyalty, and cooperation (Moor 1927)
  • A process whereby an individual influences a group of individuals to achieve a common goal (Northouse) <=meer moderne definitie van leiderschap

Het gaat voornamelijk om het verder helpen van de groep, niet alleen interesse in jezelf hebben.

Een proces waarbij een individu een groep individuen beïnvloedt een gemeenschappelijk doel na te streven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vormen zijn er van leiderschap en macht?

A
  • Positional vs personal power
  • assigned vs emergent leadership
  • Formele vs informele leiders
  • autoriteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is positional power?

A

Jij bent degene ‘in charge’. => Je positie geeft je macht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is personal power?

A

Je bent een leider; je wordt gezien als leider. Bijv vanwege je kennis/charisma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer heb je power?

A

Als je de ability hebt om beslissingen te beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is autoriteit?

A

Authority is een belangrijk aspect; legitamized power.

We verwachten dat iemand de leiding neemt. Die persoon heeft authority.
Je hoeft niet je ‘source of power’ te gebruiken. Mensen luisteren toch wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke sources of power zijn er?

A

-straffen en belonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen management en leadership?

A

In de literatuur:

Management wordt gezien als het plannen, budgetteren, organiseren, controleren en probleemoplossen.

Leiderschap wordt meer gezien als guidance (leiden), mensen motiveren en inspireren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke soorten manieren kan men naar leiderschap kijken?

A
  1. Traits and skills approach
  2. Style approach
  3. Contingency approach
  4. Value approach
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kan je zeggen over ‘traits and skills approach’ bij leiderschap?

A

Als je benoemd wat een leider is gaat het vaak over de eigenschappen/karakteristieken van leiders
Bijv: intelligent, zelfvertrouwen, vastberadenheid, integer, sociability etc.
En vaak over hun vaardigheden:
Technische vaardigheden, menselijke vaardigheden, conceptuele vaardigheden.

Vroeger dachten ze vaak: leiders worden geboren. Dit is iets wat meer veranderd is, maar nog steeds zijn sommige eigenschappen moeilijk om te ontwikkelen.

Misschien moeten we niet de aandacht op traits leggen, maar meer op skills.

  • *Low level** leader => meer technical skills.
  • *Middle level** leader => meer human
  • *Upper manager** => meer op conceptual skills
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kan je zeggen over de big five met betrekking op de traits and skills approach bij leiderschap?

A

Deze vijf eigenschappen veranderen niet echt gedurende de tijd.
Een kind heeft min of meer dezelfde eigenschappen van dit als de volwassen versie van die persoon.

In China heeft een leider andere traits dan in Nederland. Hierarchy is meer in China dus bijvoorbeeld in NL wordt meer empathie verwacht van een leider.

  • Openheid - nieuwsgierig, intellectueel, creatief
  • Nauwgezetheid - georganiseerd, systematisch, punctueel
  • Extraversie - sociaal, graag praten etc.
  • Aangenaamheid - tolerant, gevoelig, aardig, warm
  • Neurotisme - angstig, temperamentvol, humeurig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de sterke punten van de traits and skills approach op gebied van leiderschap?

A

Strong points:

  • Past bij onze intuïtie om leiders als een speciaal soort te zien; ze moeten wel special zijn om mij te leiden.
  • Clear focus
  • Much research
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de zwakke punten van de traits and skills approach op gebied van leiderschap?

A

Critique:

  • There is no definitive list of traits and skills (welke relevant zijn,)
  • Fails to take situation into account (verschilt per situatie)
  • Little research into outcomes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat kan je zeggen over ‘style approach’ bij leiderschap?

A

Is meer gefocust op het gedrag van de leider.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke typen behaviors zijn relevant (style approach)?

A

Task oriented behaviour

Relational behaviour

Change orient behaviour

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke soorten style approaches zijn er?

A
  • Laissez-faire approach
  • Transactional leadership approach
  • Transformational leadership approach
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat kan je zeggen over de Laissez-faire approach als onderdeel van style approach?

A

Je neemt als leider een stap terug, doet niet veel. You don’t really bother

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat kan je zeggen over de Transactional leadership approach als onderdeel van style approach?

A

Leider is erg concreet over wat je wil van een persoon.
Je maakt concrete afspraken.
Je beloont en straft op basis van wat er gebeurt in de praktijk.

Het is ‘management by exception’, als iets heel goed gaat of heel slecht. Dan beloon of straf je. Kan heel actief zijn (waarin je gedrag continue monitort) of passief (pas als je merkt dat het echt mis gaat of heel goed gaat).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat kan je zeggen over de Transformational leadership approach als onderdeel van style approach?

A

Goede rolmodellen, met een duidelijke visie voor de organisatie die dat goed kunnen verwoorden, die volgers in stat stellen om aan hogere standaarden te voldoen en die handelen op manieren dat anderen ze vertrouwen en die betekenis geven aan het organisatieleven.

Hele populaire stijl. Heeft een paar specifieke karakteristieken:

  • Idealized influence: Gaat over rol modelling, het vertrouwen en respecteren van je medewerkers.
  • Inspirationele motivatie: gebruiken van symbolen en woorden die mensen inspireren.
  • Intellectuele stimulatie: Het uitdagen van mensen; stimuleren van mensen.
  • Individualized consideration: Individuele ondersteuning van mensen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waarom kunnen zowel transformational leadership en transactional leadership effectief zijn?

A

Welke leiders het best passen, ligt aan de omstandigheden.

Duidelijke uitkomsten en gedragingen? => Transactional leadership effectief

Niet duidelijk / meer op basis van eigen ingeving? => Transformational leadership effectief

Als er duidelijke uitkomsten zijn en duidelijke gedragingen. Dan is transactional leadership erg effectief. Als het niet echt duidelijk is wat er gedaan moet worden en meer op basis van eigen ingevingen, dan kan transformational leadership weer erg effectief zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat kan je zeggen over ‘contingency approach’ bij leiderschap?

A

Gaat er vanuit dat de situatie bepalend is voor het soort leiderschap (welk soort gedrag) dat nodig is. Afhankelijk van de situatie heb je een bepaalde stijl nodig: andere typen gedrag. Andere traits/skills

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Zijn drie soorten leiderschap bij de contingency approach:

A
  • Contingentie
  • Situational leadership
  • Cross-cultural leadership
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Naar welke drie belangrijke aspecten moet je kijken bij contingentie?

A
  • Leader-member relatie (is die goed of slecht? Is er vertrouwen of niet?)
  • Taakstructure (is het duidelijk, of niet duidelijk?)
  • Wat is de power van de leider (heeft hij een sterke of een zwakke positie?)

=> Op basis van die elementen bepaal je wat voor leiderschap je nodig hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat kan je zeggen over situational leadership?

A

Gaat over de specifieke karakteristieken van je volgers.
Zijn ze commited en hebben ze hoge competence?
Iemand uit D4 vraagt een andere stijl dan iemand uit D1

Je volgers verschillen van elkaar of veranderen gedurende de tijd. Dus het zou mooi zijn als je alle stijlen van leiderschap beheerst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat kan je zeggen over cross cultural leadership?

A

In verschillende culturen heb je verschillende gedragingen nodig. Geldt ook voor verschillende typen mensen in je organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat kan je zeggen over ‘value approach’ bij leiderschap?

A

Mensen zijn hier steeds meer geïnteresseerd in door (bijv terrorsime, of dingen die in bedrijven verkeerd zijn gegaan, financiële crisis etc.).

We willen andere soorten leiders. We willen ethische leiders.
Het gaat om leiders die subscriben aan een aantal waarden, die het belangrijk vinden om voor de maatschappij te werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Welke drie soorten leiders(chap) heb je bij de value approach?

A

Authentic leadership

Servant leadership

Ethic leadership

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is authentic leadership?

A

Leider die ‘echt’ is => walks the talk. Iemand die je vertrouwt.
Hij speelt geen rol, maar hij gelooft in zichzelf.
Iemand met zelfkennis, goede interpersoonlijke vaardigheden.
De leider is transparant in wat hij of zij verwacht van de ander.
Hoe je bent en doet en hoe de volgers dat perceiven daar moet een balans tussen zitten. => gedragen zoals je verwacht van die persoon dat hij zich gedraagt

30
Q

Wat is de definitie van authentic leadership?

A

• Walumbwa et al. (2008), who defined authentic leadership as “a pattern of leader behavior that draws upon and promotes both positive psychological capacities and a positive ethical climate, to foster greater self-awareness, an internalized moral perspective, balanced processing of information, and relational transparency on the part of leaders working with followers, fostering positive self-development”

31
Q

Wat is servant leadership?

A

Precies weten wat je volgers willen. Je wil het beste uit de volgers krijgen. Ze laten ontwikkelen, jij bent er als leider om hun groei te faciliteren.

32
Q

Wat is ethic leadership?

A

Pro societal, werken voor belangrijke internationale waarden.

33
Q

Wie zijn de leiders in healthcare?

A

Steeds meer interesse in Clinical leadership / medical leadership:

Dokters die onderdeel van het ziekenhuis worden en ook het ziekenhuis leiden.

34
Q

Welke andere ontwikkelingen zijn er in de zorg?

A

Shared leadership.
Er is niet een leider, maar het is iets wat we samen doen. Bijvoorbeeld door self steering teams. Maar ook op gebied van patiënten die aan zelfmanagement doen.

Leadership in healthcare involves professionals,
en dat maakt het iets anders dan andere organisaties. Wat zijn professionals en waarom zijn ze anders dan andere groepen in de society.

Je kan een continuum van werk maken.

Werk kan een task zijn die je een persoon geeft. Dan is iemand heel afhankelijk van welke omgeving hij werkt. Heel flexibel; dynamisch; persoon heeft niet veel zeggenschap over wat de taken zijn.

Function is combinatie van taken. Stable over time maar ze kunnen verschillen per organisatie. Als je manager in de ene orgnaisatie bent dan zullen de taken verschillen van die in een andere organisatie. Maar vergelijkbare verschillen.

Occupation is een stap verder. Heeft bepaalde taken maar zijn niet alleen stable over time. Maar ook stable over verschillende organisaties. Het omvat dezelfde taken. De taken horen bij de occupation.

Professie is nog een stap verder. Wat je doet; maar ook de kwaliteit; welke training je nodig hebt. Is decided by the professional group, niet door de organisatie. Zij zijn de eigenaren van de training etc. Als organisatie heb je dus weinig te zeggen over de taken etc. De professional Group beslist dat.

35
Q

Welke karakteristieken hebben professionals?

A
  • Ze bezitten complexe vaardigheden => maakt het ook lastig om ze te controleren.
  • Ze leveren diensten voor anderen.
  • Ze hebben vaak een monopolie op het doen van bepaalde dingen
  • Ze worden guided door een ethische code (formeel en informeel)
  • Ze hebben concrete standards die door de professional groep gemaakt zijn.
36
Q

Waarom is medical leadership zo belangrijk?

A

Leiderschap is vaak een resultaat van ‘its time’ itself. Het reflecteert wat nodig is in de samenleving.

We hebben professionals nodig om de link te leggen wat echt belangrijk is voor patiënten.

37
Q

Wat zegt mw Carina Hilders over de traits approach op leiderschap?

A
  • Je wordt geboren als leider
  • je appearance is heel belangrijk
  • gaat om hiërarchie, superioriteit etc.
  • meer om de lookings dan om de content.
38
Q

Wat zegt Carina Hilders over de behavioral approach op leiderschap?

A

Gaat erom wat de leider doet wat het verschil maakt (werkgerelateerd, relatiegedreven) Gaat meer om de content wat de organisatie of leider ‘drives’.

39
Q

Wat zegt Carina Hilders over de contingency approach op leiderschap?

A

Gaat over de situatie die het verschil maakt.

Bij verschillende situaties pas je verschillende leiderschapsstijlen toe.

40
Q

Wat zegt Carina Hilders over de transformational approach op leiderschap?

A

Daar spreken we meer over leiderschap als transactional en transformational iets. We hebben inspiratie nodig om het verschil te maken. Hier gaat het meer hedendaags om.

41
Q

Wat is het verschil met medical leadership?

A

Gaat om medische professionals. Gaat om doktoren, physicians, verpleegkundigen, mensen die hulp aan patiënten bieden.

42
Q

Waarom medical leadership?

A

Er zijn veel uitdagingen in de zorg.

Complexe zorg:

De zorg is heel complex geworden (te complex). O.a. door patiënten (ze worden ouder, multimorbiditeit, meer complexe patiënten). Ook door innovaties (veel kiezen wat we kunnen doen voor de patiënt). Door mensen die zorg managen (je kan niet meer alleen een probleem oplossen).

Zorg wordt te duur:
Verder wordt de zorg te duur (de kosten stijgen nog steeds).

We hebben de professional nodig om de link te leggen tussen wat echt nodig is voor de patiënt en wat we kunnen doen om de toegankelijkheid voor zorg te kunnen managen in de toekomst. Medical leadership gaat over de brug tussen het medische en managerial domain.

43
Q

Wat kan je zeggen over healthcare als spiegel van de samenleving?

A

In de samenleving zijn er verschillende uitdagingen. Grootste uitdaging is decrease of working force (handen aan bed) Al deze uitdagingen maken de zorg meer complex.

44
Q

Hoe kunnen we die challenges tegen gaan?

A

Kijken naar kritische factoren voor succes:

*Moeten meer in teams gaan werken – we kunnen het niet alleen

*We moeten Financial support hebben – ook al stijgen de kosten, we moeten kunnen innoveren, investeren in de ICT etc.

*Meer focus op service – toegankelijkheid etc.

*kijken naar innovatie

*meer naar gepersonaliseerde zorg kijken

*grootste issue in de Nederlandse zorg is solidarity is een belangrijk thema (verschil tussen laag en hoog inkomen 7 jaar) dus hier moeten we wat aan doen

45
Q

Welke startpunten zijn er bij het kijken naar die challenges?

A

Meer als een team werken (inside the building), maar ook outside the building (zorgverzekeraars, overheid, gemeenten etc.). We kunnen het niet alleen namelijk.

Meer proactief naar de patent (educating the patient)

Meer valuebased healthcare creëren (personalized healthcare, moet waarde creëren voor de patient zelf).

Zorg wordt meer een ecosysteem.

Wat nodig is, is een aligned payment model; als we in de regio samenwerken (we doen het meeste van de chronische of primaire zorg ‘outside de building’, moeten de zorgverzekeraars daarin mee gaan met een payment model, ook als de zorg niet binnen het ziekenhuis wordt geleverd, maar daarbuiten.

46
Q

Welke challenges zijn er als we kijken naar de ziekenhuizen als organisatie?

A

Ziekenhuis heeft kleine financiële marges. (Reinier de Groot; 1%, daar moet je je investeringen van doen)
Verder moeten we bewust zijn van de toename in zorg ‘demands’.
Spoedeisende hulp wordt drukker
Mensen worden ouder, hebben meerdere ziektes.

We kunnen niet al die mensen in een organisatie accomoderen. We moeten werken in ecosysteem in een team werken, we moeten weten welke zorg echt nodig is in het ziekenhuis zelf en welke zorg kan buiten het ziekenhuis worden gegeven in samenwerking met andere organisaties. => proberen om het buiten het ziekenhuis te krijgen.

47
Q

Wie is de baas? Healthcare system? Zorgverzekeraars? Overheid? Maatschappij? Patiënt?

A

De patiënt zou de centrale rol in het zorgsysteem moeten invullen.
Je moet je afvragen, wat is echt nodig voor de patiënt?
Het vraagt om een gemeenschappelijk vertrekpunt waarbij het streven naar waardecreatie centraal zal moeten staan.
In deze toename van de complexiteit en druk op het systeem zal de patiënt de centrale rol moeten gaan vervullen als het gaat om kennisontwikkeling.
Belangrijk is dat we value based healthcare als beginpunt nemen.

48
Q

Waarom kan er sprake zijn van conflicting interests binnen een organisatie?

A

Moet een balans zijn tussen consolideren en innoveren. Je moet ervoor zorgen dat de organisatie gezond is, maar je moet ook flexibiliteit introduceren in je organisatie om te innoveren.

49
Q

Als we naar de twee eindpunten kijken (consolideren en innoveren) over wat je wil bereiken dan is het belangrijk dat ze elkaar complementeren.

A

Betere uitkomsten leidt tot minder kosten => minder fouten, patiënten minder lang in het ziekenhuis etc.

Aan de ene kant moet je in controle zijn in je organisatie, maar het is even belangrijk dat je flexibel bent. Je moet ruimte houden om te innoveren, ruimte om met nieuwe ideeën te komen, de HC professional de leiding geven om echt een verschil te maken op het gebied van het leveren van kwaliteit van zorg.

50
Q

Wat is de ‘hippocratic oath’ en wat kan je erover zeggen?

A

“A medical leader takes responsibility for the quality –and efficiency of care” Dit was ooit de standard voor een ‘goede’ professional, maar dat is blijkbaar niet goed genoeg meer.

51
Q

Wat verandert er aan de medische professie?

A

Autonomie veranderd. => verminderd

Steeds meer sprake van teamwork.
Physician wordt opgeleid als individueel. Zij moeten veranderen in een teamspeler.

Er is sprake van evidence based education, maar doordat er steeds meer gepersonaliseerde zorg wordt geleverd, is het de vraag of de evidence based education van toepassing is.
Hier moeten we rekening mee houden met de opleiding van professionals.

52
Q

Wat zegt mintzberg over de structuur van een ziekenhuis.

A

Is inverted power structure; de controle is onder aan de ladder. Die mensen hebben vaak een grotere invloed op het maken van beslissingen op een dagelijkse basis dan degene die in de top staan. In these disconnected hierarchies, organizational leaders have to negotiate rather than impose new policies and practices.

53
Q

Waarom heeft de physician een unieke positie?

A

Physician can amass knowledge from manager; not the other way around Physician can more easily change colleagues by “leading by example” (physician kan een manager worden, maar de manager kan nooit een physician worden).

54
Q

Welke verschillende levels zijn er van medical leadership?

A

Personal leadership:

De basis van medical leadership is personal leadership; weten wie je bent, wat je talenten zijn, welke rol heb jij in je bijdrage aan het zorgsysteem? => zelfkennis is belangrijk.

Clinical leadership:

Clinical leadership gaat om alle medische professionals die werken op de werkvloer in een organisatie. Daar combineren we patiëntenzorg, met onderzoek en opleiding. Medische professional probeert iedere volgende dag betere zorg te leveren (dus verbeteren)

Een deel van die medische professionals zijn geïnteresseerd om in aanraking te komen met managementvaardigheden.

Executive leadership:

Er zijn maar een paar medical professionals die bijdragen aan executive leadership (bijv executive board). Medical leadership gaat meer om leadership van alle medische professionals die elke dag zorg leveren.

55
Q

Wat is responsible autonomy?

A

Altijd verantwoordelijk zijn om de beste zorg te leveren die je kan leveren. Je moet pro-actief zijn.

56
Q

Wat is het verschil tussen leadership en management?

A

Leadership is meer inspirerend, meer strategisch denken, meer plannen voor over 5 tot 10 jaar (richting van de organisatie).

Management gaat het meer om consolideren van de organisatie om de cijfers gezond te houden.

“Management is about coping with complexity, Leadership is about learning how to cope with change” Kotter:2001

57
Q

Wat is het belang van informele leadership in je organisatie?

A

Als je iets wil veranderen in een professionele organisatie is het moeilijk om genoeg leverage te hebben en de verandering door te krijgen. Als je succesvol wil zijn moet je combineren van verschillende inzichten.

Een verhaal schetsen waar iedereen zich in kan vinden. Informele leiders dragen bij aan het grotere plaatje zonder zichzelf op de voorgrond te zetten.

58
Q

Waarom zou je leiderschap als een sociaal proces kunnen beschrijven?

A

Het gaat om het beïnvloeden en motiveren van anderen om een gezamenlijk doel te bereiken.

59
Q

Wat zijn ‘critical behaviors’ voor verandering?

A
  • Je moet altijd een ‘frontline engagement’ hebben. (De ‘gekken’ die voorop lopen en het grote plaatje al weten). Gebruik hen om het verhaal te vertellen.
  • Je moet transparant zijn. Vertel het hele verhaal. Waarom wil je veranderen? Goede reden geven. Baseer je verhaal voor verandering op de juiste cijfers. Niet op aannames.
  • Betrek vanaf het begin iedereen erbij. Zodat iedereen kan bijdragen en ze het gevoel hebben dat het hun verandering is.
  • Geef mensen de ruimte om fouten te maken (trial and error) => Geen traditional outcome.
60
Q

Wat is het doel van verandering?

A

Goede patiëntuikomsten, verbeterde efficiëntie, excellente reputatie, of het groter geheel?
Als je verhaal van je organisatie goed is, dan is het makkelijker om verandering te introduceren.

61
Q

Het is belangrijk om een cultuur te creëren, wat voor cultuur moet je creëren?

A

Waar mensen dezelfde waarden hebben, waar compassie is (richting patient en organisatie, maar ook naar jezelf), samenwerking, commitment, initiatief genomen wordt,

62
Q

Hoe creëer je een learning organization?

A

Je moet fouten mogen maken, Probeer nieuwe dingen te ontdekken. Trial and error is heel belangrijk om dynamisch te zijn als organisatie. Mensen moeten hun zegje kunnen doen.

63
Q

Wat is een complex adaptive systeem, leg uit.

A

Je hebt de standaard zorg, maar je hebt ook de toegevoegde waarde, waar mensen in kunnen bijdragen. Innoveren, zorg personaliseren.

64
Q

Hoe bereik je excellent results?

A

Elke dag controleer je wat goed en fout gaat, daarvan leer je. Je maakt de connectie met andere professionals, door dagelijkse verbetering en reaching out for excellente processen en excellente resultaten.

65
Q

Welk gedrag is nodig om excellente resultaten te bewerkstelligen?

A

Het is niet het traditionele management, waar je de topdown manager en teammembers die moeten uitvoeren in plaats van denken.

Je moet meer naar lean leadership veranderen: waar teammembers uitvinden wat het best is, hoe we de zorg kunnen verbeteren. De manager faciliteert meer. Hij luistert, is geïnteresseerd in nieuwe processen en technieken.

66
Q

Wat kan je zeggen over het klinische domein dat veranderd?

A

We hebben leiderschap nodig om de zorg te veranderen. Niet alleen door dokteren, maar ook verpleegkundigen. Iedereen die werkt met patiënten kan bijdragen aan het grotere plaatje met hun inzichten en ideeën.

67
Q

Wat is het gevaar van een ‘overcommitted organization’?

A

Professionals krijgen meer verantwoordelijkheid en dat kan leiden tot dat ze teveel verantwoordelijkheden hebben voor een persoon.

Je hebt een goede productie nodig voor financiële marges, je moet veilige en goede zorg leveren, groeien in capacity management (accomoderen van de groeiende vraag naar zorg), financiën.
Het is teveel voor een persoon, dus personal leadership is echt de basis.

68
Q

De professional strength neemt af, wat zijn de redenen hiervoor?

A

Alle uitdagingen die hiervoor genoemd zijn. Leidt tot veel burn-outs, afname in workingforce, We zijn niet gewend om hierover te praten (er is een ‘conspiracy of silence’).

69
Q

Waarom zijn de professionals het belangrijkst in de zorg en niet de patiënten?

A

Als de professionals in ‘good energy’ zijn, kunnen ze de beste zorg aan de patiënt leveren.

70
Q

Waarom kan healthcare de weg in verandering leiden?

A

Belangrijkste is dat we de medical professionals nodig hebben om de verandering te leiden?

To do no harm

To decrease waste

To increase in operational excellence

By doing it with eachother

En dat 24/7 te doen