Week 5 Flashcards
Torubarov HvJEU?
Als er naar nationaal recht geen bevoegdheid is om voor de rechter een (asiel)vergunning toe te kennen, kan op grond van het unierecht toch een uitspraak in de plaats treden van het bestuursorgaan doet. De rechter moet het nuttig effect van het unierecht kunnen bewerkstelligen, in casu een vergunning verlenen.
Als er in een Europese regeling voorschriften ontbreken zijn de nationale procesregels van toepassing mits voldaan wordt aan het?
(Rewe riedel)
1. Gelijkwaardigheidsbeginsel
- unierecht mag niet anders worden behandeld dan vergelijkbaar nationaal recht
- maar niet gelijkwaardigheid van nationale procedureregels die op verschillende soorten procedures van toepassing zijn
stappenplan:
1. is de procedure die geldt voor het effectueren van rechten die ontleend is aan unierecht vergelijkbaar met de nationale procedure? adh van VOORWERP, OORZAAK, en VOORNAAMSTE KENMERKEN
2. vormt nationaalrechtelijke procedure een gunstigere behandeling? bijvoorbeeld gunstigere termijnen etc
- Doeltreffendheidsbeginsel: nationale procedurevoorschriften mogen de uitoefening van de door het Unierecht verleende rechten in de praktijk niet onmogelijk of uiterst moeilijk maken.
Wanneer kan de Nederlandse rechter het relativiteitsvereiste (art. 8:69a Awb) tegenwerpen bij een beroep op europees recht?
Stap 1: valt de appellant onder het beschermingsgebied van de Europese regeling, kunnen appellanten rechten ontlenen aan het Unierecht, die zij voor de nationale rechter kunnen afdwingen? Dit hangt af van de ‘personele beschermingsomvang van de betrokken Unieregeling’.
Stap 2: Zo ja, is voldaan aan gelijkwaardigheid, doeltreffendheid en effectieve rechtbescherming?
Wanneer moet een bestuursorgaan een definitief geworden besluit heroverwegen?
BO moet op grond van Kuhne & Heitz heroverwegen als voldaan is aan de volgende criteria:
1. Als het orgaan naar nationaal recht bevoegd is het besluit te heroverwegen. Naar Nederlands recht kan dat ogv art. 4:6 lid 2 Awb.
2. Het in het geding zijnde besluit definitief is geworden, en de beslissing niet vatbaar is voor hoger beroep.
3. Als de uitspraak, gelet op een latere uitspraak van het Hof, berust op een onjuiste uitleg van het gemeenschapsrecht, en is gegeven zonder dat het Hof is verzocht om een prejudiciële beslissing.
4. De betrokkene heeft zich direct na kennis te hebben genomen van de latere rechtspraak van het Hof tot het bestuursorgaan gewend.
Nog noemen: gaat om de afweging van rechtszekerheid vs. rechtmatigheid.
Als een bestuursorgaan een foutief besluit heeft gemaakt op basis van Unierecht, maar de rechtsgang niet uit is geput zoals in K&H, waar kom je dan uit?
Dan arrest Byankov -> dan wordt heroverweging benaderd vanuit beginsel van procedurele autonomie, beginsel van loyale samenwerking en ook weer Rewe beginsel van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid.
- Als duidelijk is dat toepassing van recht onrechtmatig is
- Weer spanning tussen rechtszekerheid en rechtmatigheid, vaak prevaleert rechtszekerheid maar hier niet vanwege zware schending
- Gelet op verplichting loyale samenwerking verplicht het besluit te herzien vanwege bijzondere omstandigheden
- Daarbij ook relevant dat beginsel ic een besluit van verkeersvrijheid schendt en absoluut en voor onbepaalde tijd was
-> dus op TT eerst doorlopen voorwaarden K&H, dan checken bijzondere omstandigheden Byankov.
Moet een rechter ook een uitspraak die in strijd blijkt te zijn met Unierecht worden herzien?
Nee, vanwege beginsel rechtszekerheid. Res judicata en rechtsstatelijke redenen. Hier prevaleert dus de rechtszekerheid.