Week 2 Flashcards
Welke instrumenten heeft de Europese wetgever en wat zijn de kenmerken?
- Verordening:
- Regels die direct gelden in alle lidstaten van de EU
- Direct toepasbaar, zonder omzetting
- Overschrijfverbod
- Kan ook verplichtingen scheppen voor het individu
- Wel toegestaan: uitvoeringshandelingen, bijvoorbeeld AVG. Heeft uitvoeringswet.
- Regelgeving en handelen van de overheid moeten in overeenstemming zijn met Europese verordeningen. - Richtlijn:
- Harmoniseert normen (minimumharmonisatie vs. maximumharmonisatie).
- Verbindend ten aanzien van het resultaat.
- De termijn voor implementatie wordt genoemd in de richtlijn.
- Nuttig effect van de richtlijn moet nagestreefd worden op het beginsel van unietrouw.
-> art. 288 VWEU.
Minimum- vs. maximumharmonisatie?
Minimum: minimumstandaarden, lidstaten mogen strengere of ruimere maatregelen nemen. Bijvoorbeeld bij de Pensioenrichtlijn, minimumharmonisatie want schreef slechts een maximum percentage voor van wat qua rente gehanteerd moest worden. De lidstaat mocht zelf dan een strengere eis stellen (lagere rente). Let op: regels vrije verkeer kunnen een lidstaat alsnog beperken.
Maximumharmonisatie: ook wel uitputtende harmonisatie, richtlijn regelt alles, lidstaten mogen geen andere regels stellen dan die de richtlijn voorschrijft. Staat soms letterlijk in een richtlijn, maar soms niet, dan moet je het afleiden uit de bepaling van een richtlijn.
Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten bij het implementeren van een richtlijn?
- Nuttig effect van een richtlijn (op grond van de plicht tot loyale samenwerking, de richtlijn zelf en art. 288 VWEU).
- Rechtszekerheid
- Effectieve rechtsbescherming (art. 47 Hv en 19 VEU).
Richtlijn komt overeen met nationale rechtspraak, is omzetting vereist?
Ook als een richtlijn overeenkomt met eisen geformuleerd in nationale rechtspraak behoeft de richtlijn omzetting, omdat door codificatie de juridische status verandert. Daarnaast is de bewoording van een richtlijn vaak niet precies hetzelfde als die uit de rechtspraak. Rechtspraak is daarnaast onderhevig aan verandering, dus omzetting geeft meer rechtszekerheid idzv art. 47 Hv en art. 19 VEU.
Moeten ook rechstreeks werkende bepalingen worden omgezet?
Ja, ook rechtstreekse werkende bepalingen moeten worden omgezet, nu uit de jurisprudentie blijkt dat ook rechtstreeks werkende bepalingen uit richtlijnen moeten worden omgezet. Dit nu vanuit het oogpunt van rechtszekerheid en effectieve rechtsbescherming omzetting wenselijk is.
In welke gevallen is omzetting van een richtlijn niet vereist?
- Bepaling die betrekking heeft op lidstaat en EU commissie, bijvoorbeeld omzettingstermijn, die puur ziet op de verhouding lidstaat en EU-instelling. Is naar de aard van de bepaling een bepaling die niet omgezet hoeft te worden.
- Als regelgeving al precies voldoende voldoet aan de richtlijn, dan staat er in nationale wetgeving al wat er in de richtlijn staat, dat mag dan in eigen bewoordingen blijven.
- Als de juridische context al voldoet aan de richtlijn (zie je met name bij beginselen). Bijvoorbeeld transparantiebeginsel is EU beginsel, in NL algemene beginsel behoorlijk bestuur, wat hetzelfde waarborgt. Transparantie vloeit ook voort uit zorgvuldigheidsbeginsel, motiveringsbeginsel. Discutabel of het niet omgezet hoeft te worden, omdat het nier precies hetzelfde behelst.
Voorbeelden beperkingen dienstenrichtlijn/vrije verkeer?
Vergunningplicht voor uitoefening dienstverrichting, ontheffing, verbod om diensten te verrichten, voorschriften zoals maximumtarieven, beperking van het aantal dienstverleners (bv door schaarse vergunningen).
Stappenplan van onder welke voorwaarden een beperking van het vrije verkeer geoorloofd is?
- Is de maatregel non-discriminatoir?
- Welk doel beoogt de maatregel?
- Is de maatregel geschikt om dit doel te bereiken?
- Kan het doel met minder vergaande middelen worden bereikt?
- In overeenstemming met het Handvest?
- Dient de maatregel te worden genotificeerd?
Wat houdt de Tedeschi regel in?
Als materie volledig is geharmoniseerd, dan is de richtlijn het toetsingskader. Dit kan verschillen van het toetsingskader onder het VWEU. De regel komt erop neer dat er dan alleen nog een beroep gedaan kan worden op die richtlijn en niet meer op het primaire unierecht. Dit heeft ook gevolgen voor de bevoegdheid van de nationale wetgever bij het vaststellen van nationale voorschriften.