Week 4 - stemmingsstoornissen Flashcards
Dysfoor
Prikkelbaar
Eufoor
Opgewekt
Stemmingsstoornis criteria (3x)
Stemming ernstig verstoord/niet passend bij situatie
lijden of disfunctioneren
bijkomende (lichamelijke) symptomen
Bipolaire 2 stoornis
een of meerdere hypomane / gemengde episodes
Bipolaire 1 stoornis
Een of meerdere manische / gemengde episodes
DSM criteria depressieve episode: hoofdsymptomen
1 hoofdsymptoom: gedeprimeerde stemming, verlies van belangstelling of genoegen
DSM criteria depressieve episode: bijkomende symptomen
3 van: veranderde eetlust, verstoord slaappatroon, veranderingen in activiteitenniveaus, vermoeidheid/energieverlies, gevoeld van schuld/hulpelooshied, verminderde concentratie, suicidale gedachten
DSM manische episode: hoofdsymptoom
abnormale en voortduren verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming met hyperactiviteit of toegenomen energie -> gedurende min 1 week en/of met ZH opname
Hypomanische episode
4 dgn tot 1 week, geen opname, geen psychose (geen gestoorde realiteitsstoornis), minder ernstig dan manie
Gemende episode
Manische en depressieve epidose
Minstens 1 week
Opname nodig en/of psychose
persisterende depressieve stoornis
Langdurige, milde depressieve klachten
Cyclothyme stoornis
Langdurige, milde bipolaire klachten
Snelle wisselingen van stemming
Stemmingsstoornis door middel/lichamelijke ziekte
verslaving/hypothyreoïdie
Altijd uitsluiten
Pathologie depressie (3x)
Immuunsysteem activatie/meer kans op infecties
Cortisol hoog en daardoor as afgestompt
Autonome zns ontregelt
Monoamine hypothese van depressie
Hoge biologische beschikbaarheid -> downregulatie receptoren -> stabilisatie -> minder gevoelig systeem