Week 4 - angststoornissen Flashcards
Angst uitleg
onaanenaam gevoel (lichamelijk) en cognitieve component
Lijden veroorzaakt dysfunctioneren (verandert gedrag door angst -> dysfunctioneren)
Angst waarvandaan
Aangeboren en aangeleerd
Link tussen angst en angststoornis
Vermijden
Gebieden in brein met angst te maken(3x)
Amygdala: snelle reactie (fight of flight)
Hippocampus: geheugen
Prefrontale cortex: denken en plannen (reguleren neutraliseren)
Paniek deconditioneren (2x)
CGT
Exposure
Paniekstoornis (3x)
Plotseling optreden (15-30 min, angst gek te worden)
Lichamelijk: benauwd: hartkloppingen, transpireren, trillen
Paniekaanval is niet paniekstoornis (dat is met vermijden)
Paniekstoornis behandeling (4x)
exposure
SSRI (basale angstniveau verlagen
Benzodiazepines
CGT
-> goed behandelbaar
Agorafobie
= Angst niet te kunnen vluchten
behandeling = zelfde als specifieke fobie
Specifieke fobie behandeling (3x)
desensitisatie door exposure met responspreventie (opbouwen)
CGT
SSRI (werken eig beter bij angst dan bij depressie)
Sociale fobie behandeling (2x)
CGT (exposure)
SSRI (basale angstniveau verlagen)
Obsessieve-compulsieve stoornis betekenis (3x)
Obsessie = dwanggedachte (egodistonis)
Compulsie = dwanghandeling (meer dan 1 uur per dag)
= dwangstoornis en geen angststoornis
OCD behandeling (3x)
CGT
SSRI
DBS (compleetheid ontbreekt en DBS werkt op beloningssysteem)
=
Posttraumatische stressstoornis behandeling (3x)
CGT
EMDR
SSRI
-> goed te behandelen
Gegeneraliseerde angststoornis betekenis
Moeilijk uit elkaar te halen met depressie en persoonlijkheid
- min 6 maanden
- veel vermijden
- paniekgevoelens
Gegeneraliseerde angststoornis behandelen (3x)
antidepressiva
Benzo
CGT (lastig want weet niet waar het vandaag komt)
-> vaak moeilijk te behandelen