Week 4 blok 4 Flashcards

1
Q

Definities van efficientie: (belangrijk om te kijken vanuit welk perspectief je kijkt: overheid, professional, managment, pt ect)

A

Definitie van institute of medicine =): “Efficiency is avoiding waste, including waste of equipment, supplies, ideas, and energy.” –> Verspilling voorkomen (meso- en microniveau).
- formule = outcome/cost

Definitie palmer en togerson = “In an efficient health care system, resources are used to get the best value for the money spent. The opposite of efficiency is waste, the use of resources without benefit to the patients a system is intended to help.”
- Formule = patient value = outcomes + patient experience / direct cost + indirect cosst (quality/cost)

Expert group of european comissions:
- Ze kijken vooral naar de ratio tussen de input (alle kosten) en output (het aantal pt behandeld, of gezondheidsuitkomsten, ect.)
Formule: Inputs (cost-labour/capital)/output (number of patients treated/health outcomes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verschillende niveaus:

A
macro = heel NL
micro = organisatie
Meso = zorgpaden ect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Clinical waste =

A

teveel onnodige zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

operational waste =

A

Systeem draaiend houden, maar veel voorraad kan veel geld kosten (vb: onnodig inzetten arts voor werkzaamheden die ook door verpleegkundige gedaan kunnen worden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Governance-related waste

A

= veel geld in ziekenhuizen gaat naar de organisatie ipv naar de pt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is value based health care (porter 2010)?

A
  • de beste uitkomst voor de patient voor de laagst mogelijke kosten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is value in de zorg?

A

WHO: staat van complete fysieke, mentale en sociale well-being en afwzeigheid van ziekte

  • er is wetenschappelijk weinig overeenstemming welke uitkomsten het meest relevant zijn en welke uitkomsten gemeten moeten worden
  • ‘value’ voor wie? (pt, arts, ziekenhuis, zorgverzekeraar, overheid maatschappij?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verschillende soorten value

A
  • Allocative value: hoe richten we resources gelijk zodat er maximale waarde voor de hele populatie wordt gerealiseerd
  • Technical value: maximale uitkomst voor wat je eraan besteed
  • Personalised value: juiste zorg voor een bep patient
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is doelmatigheid?

A

Doelmatigheid is een systematische analyse van zorgprogramma’s m.b.t.: gezondheidseffecten, kosten, en overige aspecten (o.a. organisatorisch, juridisch en ethisch)
- Ratio

= Kosteneffectiviteit (1 vd 4 pakketcriteria)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Relatie tussen kosten en gezondheidseffecten op 3 niveaus:

A
  • microniveau: zorgprogramma of een zorgpad
  • mesoniveau: sector (bv: ziekenhuis, huisarts)
  • Macroniveau: gezondheidszorgstelsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

beschrijven wat efficiëntie betekent op micro, meso, en macro niveau;

A

micro:

meso: institute of medicine (voorkomen van verspilling)
macro: gezondheidseconomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de relatie bediscussieren tussen incrementele investeringen en incrementele opbrengsten;

A

heeft te maken met Verschillende type economische evaluaties. (investeringen kunnen maar 1 x gedaan worden, belangrijk om te kijken wat de opbrengst is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe bereken je kosteneffectiviteit?

A

kosteneffectiviteit = (kosten nieuwe interventie - kosten oude interventie) / (effecten nieuwe interventie - effecten oude interventie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is QALY?

A

Quality adjusted life years = voor kwaliteit van leven gecorrigeerde levenjaren
Berekening QALY = Y*V(Q)
- y = aantal levenjaren
- V = de waardeing voor Kvl Voor bep gezondheidstoestand (1:0= volledig gezond, 0.0 = dood)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke type economische evaluaties zijn er?

A
  • kosten-minimalisatie-analyse (KMA): gezondheidseffecten zijn gelijk, analyse naar verschil in kosten
  • Kosten baten analyse (KBA): gezondheidseffecten uitgedrukt in geld
  • Kosteneffectiviteitsanalyse (KEA): Gezondheidseffect uitgedrukt in natuurlijke eenheden
  • Kosten-utiliteitsanalyse (KUA): Gezondheidseffect uitgedrukt in QALY
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verschil doelmatigheid en value based healthcare:

A
  • doelmatigheid = incrementeel (incrementeel = je vergelijkt iets)

= kosteneffectiviteit = (kosten nieuwe interventie - kosten oude interventie) / (effecten nieuwe interventie - effecten oude interventie)

Value based healthcare = beste zorg voor de pt ( patient value = outcomes + patient experience / direct cost + indirect cosst (quality/cost))

17
Q

Waarom is meten van kwaliteit belangrijk?

A
  • verbeteren van zorg
  • sens of urgency: gevoel van noodzaak dat je moet verbeteren
  • zelfoverschatting van kwaliteit (mensen overschatten zichzelf en nemen genoegen met een lagere kwaliteit)
  • Feeback: terugkoppelen van bevindingen
18
Q

Meten van kwaliteit: wat heb je nodig?

A
  • valide en betrouwbare indicatoren van de kwaliteit van zorg
  • feedback van indicatorscores
  • Concrete doelen voor verbetering.
19
Q

Type indicatoren:

A
  • structuurindicator (geeft informatie over de randvoorwaarden waarbinnen de zorg wordt geleverd)
  • procesindicator (geeft info over kwaliteit van het zorgproces)
  • uitkomstindicator (geeft informatie over de effectiviteit van de geleverde zorg)
20
Q

Meten van kwaliteit met indicatoren - stappenplan

A

1: selecteren van indicatoren
2: ontwikkelen van indicatoren (evidence based practice, consesuspanel)
3: gegevens verzamelen over de indicatoren (routinedata: medische dossiers, PROMs en PREMs)
4: berekenen van indicatorscores (concrete scores: teller/noemer = %, signaalwaarde)
5: definier benchmark.

21
Q

Eigenschappen van goede indicatoren:

A
  • validiteit
  • betrouwbaarheid
  • gevoeligheid voor verandering
  • Vergelijkbaarheid
22
Q

Kwalitatieve methoden:

A
  • intervieuws
  • observaties
  • verhalen
  • Discourse analyse
23
Q

toelichten hoe kwalitatieve methoden ingezet worden bij het meten van kwaliteit van zorg;

A
  1. Identificeren en begrijpen van lacunes (=hiaten) in zorg: inzicht in sociale en culturele factoren
  2. Exploreren organisatorische obstakels: inzicht in processen
  3. Ontwikkelen van (kwantitatieve) meetinstrumenten: inzicht in ontwikkeling en aanbevelingen
24
Q

Waarop letten bij kwaliteit meten van de zorg:

A
  • Verschil interne en externe indicatoren
  • Kwetsbaar voor manipulatie
  • Rol van confounders
  • Combinatie kwantitatieve en kwalitatieve methoden
  • Integratie in kwaliteitssystemen nodig met daaraan gekoppeld verbeter- en implementatieprogramma’s