Week 3: Neuropsychologische Rehabilitatie Flashcards

Here we go again, ik huiver als ik aan deze week denk en de bijbehorende flashcards :D 📓๋࣭ ⭑✐ 1. Niet aangeboren hersen letsel 2. Herstel en placiticiteit 3. Het ICF model 4. Interventies 5. Voorbeelden interventies

1
Q

Wat zijn mogelijke gevolgen van een niet aangeboren hersenletsel (NAH)

A

-CVA (beroerte)
-Hersentrauma
-Tumor
-Ontsteking
-Epilepsie
-Intoxicatie
-Zuurstofgebrek
Etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Volgens Smits et al 2016, hebben mensen na een NAH het langst last van emotioneel/gedrag problemen, cognitief of fysiek?

A

Meeste last van emotionele en gedragsmatige problematiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem een aantal neuropsychologische interventies die passen bij mensen met een NAH?

A
  • Psycho-educatie: patiënt én omgeving
  • Cognitieve training
  • Strategietraining, aanleren van alternatieve methoden
  • Behandeling van psychosociale problemen (bijv. CGT, systeemtherapie, etc.)
  • Woon-/werk-/leeromgeving aanpassen
  • Aandacht voor betrokken personen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

CRASS communicatie

A

Concreet
Repetitive (Herhaling)
Accessible (Toegankelijk)
Slow
Structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Er zijn verschillende soorten hersenaandoeningen (brain afflictions). Welke drie soorten ethologiën zijn er en kan je voorbeelden geven?

A

1.Verworven hersenletsel (ABI): TBI, hersentumor, 02 tekort & hersenontsteking (encefalitis)
2.Progressieve stoornissen: Dementie zoals alzheimer, parkinson’s &bMS
3.Aangeboren stoornissen: ADHD, Down’s syndroom en autism

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verschillende soorten cerebrovasculaire ongelukken. Ik omschrijf ze, jij noemt de juiste benaming.
1. een plotseling verlies van hersenfunctie als gevolg van een verstoring in de bloedtoevoer naar de hersenen.
2. Een beroerte veroorzaakt door een blokkade in een bloedvat dat de hersenen van bloed voorziet, meestal door een bloedstolsel
3. Een beroerte veroorzaakt door een scheur in een bloedvat in de hersenen, wat bloedingen in of rond de hersenen veroorzaakt.
4.Een type hersenbloeding in de ruimte tussen de hersenen en de dunne weefsels die de hersenen bedekken.
5. Een kogelvormige uitstulping van een bloedvat, meestal in de hersenen, die eruitziet als een zak aan een steel.
6. Een spoelvormige verwijding van een bloedvat, waarbij het bloedvat over een langere lengte uitzet
7. Een aneurysma dat is gescheurd, wat leidt tot interne bloedingen en kan leiden tot…

A
  1. Beroerte
  2. Ischemische beroerte
  3. Hemorragische beroerte
  4. Subarachnoïdale hemorragie
  5. Seculaire aneurysma
  6. Fusiforme aneurysma
  7. Gescheurde / Raptured aneurysma, kan leiden tot een hemorragische beroerte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een brein kneuzing (contusion) en welke breingebieden lopen het meest risico

A

Is de kneuzing van brein weefsel, door plotselinge vermindering of versnelling van snelheid dat ervoor kan zorgen dat de hersenen tegen de binnenkant van je schedel aanbotsen. Gezien de coup aan de voorkant en de contrecoup zijn de frontale gebieden / kwab en de temporale kwab het slachtoffer hiervan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke hersenstructuren lopen het meeste risico op beschadiging bij een toegenomen intracraniële druk?

A

Door schade kan het breinweefsel opzwellen of resulteren in een oedeem (is de aanwezigheid van vocht op plaatsen in het lichaam waar vocht normaal niet of nauwelijks aanwezig is). De hersenstructuren dat het meeste risico lopen op schade door dit proces zijn de temporale kwab en de cingulate gyrus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diaschisis

A

Een plotselinge verandering van functie in een deel van de hersenen dat verbonden is met een verafgelegen, maar beschadigd hersengebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In een breinscan of iets dergelijks, waaraan kan je een brein die leidt aan alzheimers ziekte aan herkennen?

A

Afsterven/ Atrophy van de cerebrale cortex (de gyrus zijn meer uit elkaar, minder weefsel)
De ventrikels zijn vergroot
en er is atrophy van de hippocampus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stoornissen als gevolg van een niet-aangeboren hersenschade (NAH). Noem twee voor cognitief, sensoimotor en emotioneel/psychoscoiaal/ gedragsmatig gebied.

A

Cognitief (omvat geheugen (40% CVA, Rasquin 2005), aandacht, executieve functie, traagheid (50%, Winkens 2009), taal, verwaarlozing, visuo-ruimtelijke stoornissen (de weg niet kunnen vinden) onvermogen om veel aan te kunnen - vermoeidheid (50%, Zedlitz,2013),

Emotioneel/Psychosociaal/gedrag (omvat symptomen van depressie, angst (30-50%; Hacket, 2009), woede, echtscheiding, persoonlijkheid, gebrek aan initiatief, impulsiviteit, repetitief gedrag)

Sensorimotorisch (omvat krachtverlies, pareses, centrale pijn, spasticiteit, tinnitus, hemianopsie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom gebruikten we in de rehabilitatie van de patiënten een International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) model?

A

-Een duidelijk beeld hebben van een persoon in revalidatie in een taal die het hele team begrijpt (arts, psycholoog, fysiotherapeut, taaltherapeut, ergotherapeut, etc….)

-Een beeld hebben waarin je aanwijzingen kunt vinden over waar je je behandeling op richt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het doel van rehabilitaite?

A

Doel: optimaal herstel, onafhankelijkheid en participatie (in de maatschappij) “een leven vol kwaliteit en mogelijkheden”

-LET OP: het doel is niet om terug te keren naar het vorige niveau van functioneren….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem de drie domeinen van het ICF model

A

body functions and structures, activities and participation, and environmental factors.

Nog meer: 1.persoonlijke factoren en 2. gezondheid conditie, ziektes en stoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Rehabilitatie: verschil tussen ‘restorative model’ en ‘compensatory model’

A

Herstelmodel: cognitieve functietraining: “ beschadigde hersenen kunnen herstellen door training”
ICF- niveau van aantasting (lichaamsfuncties en structuren

Compensatiemodel: intacte vaardigheden gebruiken om beschadigde functies te compenseren zodat de patiënt in staat is om het te DOEN
 ICF - activity niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Near transfer vs far transfer

A

Near transfer (taken vergelijkbaar met getrainde taken) > > far transfer (taken in het dagelijks leven.

Near transfer, beter dan far transfer volgens herstelmodel

17
Q

Welk model, de herstel (restoration) of compensatie, werkt via een bottom-up benadering en welke top-down benadering

A

Herstel model werkt via een bottom-up benadering. Het traint de onderste functies van de cognitieve pyramide (sensorische-stimulus process en informatie snelheid verwerking). Terwijl de compensatie benadering EF en aandacht (intacte) gebruiken. Dit is top-down.

18
Q

Zes maanden na de NAH kunnen mensen met een milde NAH heel snel herstellen. Hoe heet deze periode?

A

Spontane herstel periode

19
Q

Twee mechanismes dat op neuronaal niveau zorgen voor herstel

A
  1. De verspreide en redundante connectiviteit in onze hersenen
  2. Nieuwe structurele en functionele netwerken kunnen worden gevormd door hermapping tussen verwante corticale gebieden
20
Q

Rol van synaptogenese, penumbra en reperfusie in spontaan herstel

A