Week 6: Spatiale Cognitie Flashcards
Er is zoiets als de spatial scale ()van omgeving. Van onder naar boven (Pyramide) -> Visuele achtergrond, far distant action, near distant action, instrumental grasping, grasping en body.
Differentieer tussen deze
Body: Waar onze armen en benen zijn, lichaamsstructuur
Grasping/ small: Alles wat we kunnen aanraken met onze armen / bereiken. Zonder te bewegen.
Instrumental grasp: Gebruik van instrumenten om verder te reiken, maar nog steeds zonder te bewegen
Action Near distant/ large scale space: Middels lopen in een ruimte je omgeving en rijk verbreden.
Far distant: Een omgeving zoals een geheel gebouw, en een omgeving die je goed kent dus bijvoorbeeld treinstation en je relatief makkelijk gebruik van kan maken/ naar toe kan gaan
Visual background: Groot gebouw in de omgeving dat de omgeving markeert, toegankelijk, maar zou moeite kosten om naar toe te gaan.
Er zijn vier modellen die het hebben over hoe small en large scale (abilities) gerelateerd zijn. Welke is het beste geverifieerd?
Partiële Dissociatie Model
Momenteel kan de relatie tussen grootschalige en kleinschalige ruimtelijke vaardigheid worden verklaard met vier modellen:
1. dat ruimtelijke vaardigheden op beide schalen volledig overlappen,
2. de twee typen ruimtelijke vaardigheid overeenkomsten en verschillen vertonen.
3. de twee sets vaardigheden verschillend zijn.
4. kleinschalige en grootschalige ruimtelijke vaardigheden kunnen worden gedissocieerd, maar worden bepaald door een derde variabele
- Het “unitaire model” veronderstelt dat ruimtelijke vaardigheden op beide schalen volledig overlappen
- terwijl het “gedeeltelijke dissociatiemodel” voorstelt dat de twee typen ruimtelijke vaardigheid overeenkomsten en verschillen vertonen.
- Daarentegen veronderstelt het “totale dissociatiemodel” dat de twee sets vaardigheden verschillend zijn.
- Ten slotte veronderstelt het “mediatiemodel” dat kleinschalige en grootschalige ruimtelijke vaardigheden kunnen worden gedissocieerd, maar worden bepaald door een derde variabele
Welke van de vier large en smal scale abilities veronderstellen dat de twee vormen van ruimtelijke vaardigheid gerelateerd zijn.
unitaire en gedeeltelijke dissociatie model
Vier cognitieve (spatiale) domeinen ?
Spatiale perceptie (vb relations)
Spatiale aandacht (vb neglect)
Spatiale herinneringen/memory
spatiale actie
Welke hersengebieden zijn betrokken bij spatiale cognitie?
En welke specifieke onderdelen/ functies an spatieale cognitie zijn eraan verbonden?
Frontale cortex: Spatiale werk geheugen en informatie integratie
Posterior parietal cortex: waar pad, egocentrische codering, spatiale lokalisatie en aandacht
Temporale cortex: Wat pad, vorm en object herkenning
Visuele cortex: Spatiale perceptie
Hippocampus: allocentrische codering, place cells en object locatie binding
Spatiale relaties (voorbeelden: links en rechts, een glas oppakken en muren)
Volgens Kosslyn zijn er twee typen relaties tussen en binnen objecten. Welke zijn dat? en welke subsystemen (brein zijn daar aan gerelateerd)
Categoriale vs. coördinaten
Categoriale: Wipstoel staat naast de bank (bovenop, in, onder)
Coördinaten: denken in metrische eigenheden, verschillen (nog steeds relatief ten opzichte van elkaar) VB: de wipstoel is dichterbij de eettafel dan bij de bank. -> afstanden
Categoriaal -linkerhersenhelft(LH)
Coördinaat-rechterhersenhelft(RH)
Wat meet je met de visual half field methode? Testen zoals de dot bar paradigma.
De gedragsmatige reactie op een korte afbeelding (laten zien aan de linker of rechter gezichtsveld, niet de binoculaire gezichtsveld) reflecteert de relatieve prestatie van de linker of de rechter hersenhelft. Dus je kan verschillen tussen de hersenhelften identificeren.
Wat is neglect en welke testen kunnen we doen?
Welke kant komt het meest voor?
het onvermogen om aandacht te besteden aan stimuli contralateraal van het beschadigde gebied.
Testen: Tekeningen (klok), Bisectie, Sterren annulering (crossing out stars) & Lichaamsruimte
Meestal beschadiging rechterhersenhelft (dus left neglect)W
Waarom hebben mensen vaker beschadigingen aan de rechterhersenhelft en dus last van neglect in hun linker visuele veld?
Rechtse hemisfeer is dominant voor bepaalde functies (aandacht, intentie) en dus ook gevoeliger. Als de linker beschadigd is dan kan de rechter voor links compenseren.
Aan welke breingebieden zijn de cognitieve domeinen :Spatiale perceptie (vb relations), Spatiale aandacht (vb neglect), Spatiale herinneringen/memory & spatiale actie gerelateerd?
Spatiale perceptie: visuele cortex en hippocampus cellen
Spatiale aandacht: posterior parietal cortex
Spatiale herinneringen/memory: frontal cortex, hippocampus en parietal cortex
spatiale actie: posterior parietal cortex (waar pad)
Wat testen de volgende testen:
1. Corsi block tapping task
2. Maze task
3. Wat was waar
- visueel-ruimtelijke korte termijn werkgeheugen
- Navigatie
- Object locatie geheugen
Waar of niet waar:
I: Mensen met schade aan de linkerhersenhelft zijn beperkt in object-lokalisatie binding
II: Mensen met schade aan de rechterhersenhelft schade hebben moeite met positioneel geheugen (coördinatie).
III: Mensen met rechterhersenhelft schade hebben moeite met combineren van sleutels aan de tafel en mensen met LH schade hebben moeite met de tafel herinneren als locatie aan zich
I & II zijn juist
III niet, juist vice vera
Constructional apraxia
Een actie beperking, mensen hebben moeite met hun bewegingen coördineren aan de hand van de ruimtelijke eigenschappen / een onvermogen om patronen te reproduceren of samenstellende delen tot een geheel samen te voegen.