Week 3 - Donorweek Flashcards

1
Q

Vanaf welke leeftijd kan je je actief registreren in het donor register?

A

12 jr.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat valt er onder nabestaanden en naasten?

A

Nabestaanden

  • 1e 2e graads verwanten.

Naasten

  • Nabestaanden + mensen die een belangrijke rol in het leven van de patient spelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie worden er na raadpleging DR altijd geïnformeerd worden?

A

De naasten.

  • Er moet altijd iemand geïnformeerd worden.
  • Alleen de nabestaanden kunnen bezwaar maken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk orgaan kan er niet worden gedoneerd bij een DCD?

A

Dunne darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke patiënten vallen onder de donoren bij een DCD?

A
  • Een infauste prognose
  • Een leeftijd van in principe jonger dan 76 jaar. Overleg met de orgaandonatiecoördinator in het geval van een blanco voorgeschiedenis.
  • Een verwacht overlijden binnen ca. 2 uur na staken van de behandeling met respiratoire en/of circulatoire ondersteuning.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aan welke ziektes kun je denken bij donoren met DCD?

A
  • (ischemisch) CVA
  • overige (intra)-cerebellaire bloedingen
  • (non)-invasief ondersteunde COPD
  • patiënt aan de Extra Corporele Life Support
  • post-anoxische schade na bijvoorbeeld een reanimatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke organen hebben een leeftijdsgrens bij een DBD en wat is die grens?

A
  • Hart: tot 70 jr.
  • Pancreas: tot 60 jr.
  • Eilandjes van Langerhans: tot 75 jr.
  • Dunne darm: van 1-50 jr.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de volgorde van onderzoeken om hersendood aan te tonen?

A
  1. Prealabele voorwaarden
  2. Neurologisch onderzoek
  3. Aanvullend onderzoek (EEG, CTA en transcraniële doppler)
  4. Apneu test
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat valt er onder de prealabele voorwaarden?

A

Van de volgende voorwaarden dient er GEEN sprake te zijn:

  1. Hypothermie (≤ 32°C).
  2. Intoxicatie, te onderscheiden van therapeutische medicamenteuze neurodepressie (zoals barbituraatcoma).
  3. Hypotensie (≤ 80 mmHg of 10,7 kPa).
  4. Blokkade van de neuromusculaire overgang.
  5. Ernstige biochemische of metabole stoornis, voor zover deze geen onderdeel is van het falen van de hersenstam of het verlengde merg.
  6. Een reanimatie in de voorafgaande uren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk weefsel is geschikt voor weefseldonatie (+leeftijdsgrens)?

A
  1. Huid → 20-80 jr.
  2. Hartkleppen
    a. vrouw → 0-70 jr.
    b. man → 0-65 jr.
  3. Oogweefsel → 2-85 jr.
  4. Botweefsel, kraakbeen en pezen → 17-65 jr.
  5. Bloedvaten
    a. Thoracale aorta → 2–45 jr.
    b. Femorale vaten → 17-50 jr.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kan de patiënt die wil doneren (orgaan/weefsel) na euthanasie, thuis overlijden?

A

ORGAAN: Nee → dit gebeurt in het ziekenhuis.
WEEFSEL: Dit mag thuis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar valt de euthanasie onder? DCD of DBD?

A

DCD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke orgaan is minder van kwaliteit bij een euthanasie

A

De lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mogen alle artsen een donatie gesprek voeren met de familie?

A

Nee, je moet eerst een speciale CRD training hebben ondergaan.
→ Dit doen meestal de artsen van de acute kant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kan men alleen doneren bij een natuurlijke dood?

A

Nee → Voorbeelden van NIET natuurlijk:

  • Zelfdood
  • Ongevallen
  • Euthanasie
  • Etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wie vult het DF in bij een niet natuurlijk overlijden?

A

De behandelde arts.

17
Q

Mag je voorbereidende handelingen voor donatie voeren voordat het met de familie is besproken?

A

Ja

18
Q

Binnen hoeveel uur moet een persoon gekoeld worden om weefseldonatie mogelijk te maken?

A

Max. binnen 12 uur.
Liefst binnen 6 uur.

19
Q

Hoe kan je de urineleider onderscheiden van de arterien en aderen?

A

De urineleider vertoont peristaltiek.

20
Q

Wat neem je als eerst door wanneer de nier uit het lichaam wordt gehaald? Een ader of slagader? En waarom?

A

Slagader.
Ondanks dat je de ischemietijd zo laag mogelijk wil houden → als als eerst de ader wordt doorgenomen, zal de druk in de nier te erg stijgen omdat de slagader er nog aan zit.

21
Q

Wat is het verschil tussen de linker- en rechter nier ader?

A

De rechter is korter en heeft een dunnere wand.

22
Q

Wat is het doel bij een nefrectomie ten behoeve van een transplantatie?

A
  1. Zo kort mogelijk houden van de warme ischemietijd.
  2. Anatomie geschikt voor donatie.
  3. Max. reductie risico’s en morbiditeit van de donor.
23
Q

Waar sluit je de nier aan bij de ontvanger?

A

Retroperitoneaal
Niervene → V. iliaca externa
Nierarterie → A. iliaca externa
Ureter → Blaas

24
Q

Wat zijn de belangrijkste complicaties bij een niertransplantatie?

A
  1. Samenhangend met nieuwe bloedvaten:
    - Bloeding, vernauwing, thrombose
  2. Samenhangend met nieuwe urineleider - blaasverbinding:
    - Lekkage, vernauwing.
  3. Infectie
  4. Lymfocèle (ophoping van lymfevocht)
25
Q

Wat zijn de algemene contra-indicaties voor orgaantransplantatie?

A
  1. Onbekende doodsoorzaak
  2. Onbekende identiteit
  3. Onbehandelde sepsis
  4. Maligniteiten
  5. Actieve virale infecties (rabies, HZV, HIV)
  6. Actieve TB
  7. Anencefalie
26
Q

Waarvoor is de extended Kocher manoeuvre?

A

Geeft toegang tot de aorta.
Wordt gebruikt voor het stabiliseren van de twaalfvingerige darm en de pancreas kop.

27
Q

Wat is de volgorde van de uitname van organen?

A
  1. Thoracaal
  2. Dunne darm
  3. Lever
  4. Pancreas
  5. Nieren
28
Q

Wat is de standaard bewaarmethode van organen via Eurotransplant?

A

Het orgaan dient verpakt te worden in 3 zakken.
1e zak met preservatievloeistof.
2e zak met koelelementen.
3e zak ter bescherming.

29
Q

Wat houdt de no-touch period in?

A

Wanneer iemand overlijdt, moet er 5 minuten gewacht worden totdat de organen eruit genomen mogen worden.

Dit is om er zeker van te zijn dat de persoon ook hersendood is, naast de circulatie stilstand.

30
Q

Waarom koelen we organen?

A

Om het metabolisme proces te verlagen.
Bij elke 10 graden naar beneden, gaat het metabolisme met 50% omlaag.

31
Q

Ben je het minst gevoelig voor insuline in de ochtend of avond?

A

Ochtend

32
Q

Wat zijn de typische klachten van hyperglykemie (glucose >11.1, klachten >15) bij DM1 in de acute setting en op langer termijn?

A

Acuut
1. Ployurie en polydipsie
2. Wazig zien
3. Gewichtsverlies → bij ernstige gevallen: ketoacidose of hyperg;ycemische coma.

Lange termijn
1. Microvasculair (inc. neuropathie), macrovasculair
2. Zwangerschapscomplicaties

33
Q

Wat zijn de typische klachten van hypoglykemie (glucose <3,9) bij DM1?

A

Contraregulatie
- Trillen
- Zweten
- Hartkloppingen
- Misselijkheid

Neuroglycopeen
- Geïrriteerd
- Wazig zien
- Dronkemansspraak
- Bewustzijnsverlies

34
Q

Via welke stof wordt getest of iemand DM1 of DM2 heeft?

A

C-peptide

35
Q

Welke medicatie wordt gegeven bij de transplantatie van de eilandjes van Langerhans?

A
  • Basiliximab (anti-IL2)
  • Tacrolimus/Mycofenolaat/Prednisolon
  • AB, heparine