Week 3 Flashcards
Spatiele functions
perceptie
aandacht
geheugen
actie tot handeling
Ventrale route van spatiele perceptie
- wat-route
- identificeren van objecten
- via retina: cellen die gevoelig zijn voor lijnen en randen
Dorsale route voor spatiele perceptie
- waar route
- verwerken van spatiele informatie (ruimtelijk)
ventrale stream
vision-for perception
dorsal stream
vision for action
Covert selective attention
automatisch, stimulus gedreven
Overt selective attention
top-down, executieve controle
Spatiele aandacht
focus op aandacht op stimuli in de ruimte
balint syndroom & hemisferisch neglect
disengagement van aandacht van 1 locatie naar een andere
Egocentrische spatiele representatie
relatief tot EIGEN gezichtsveld
Allocentrische spatiele representatie
birds eye view, onafhankelijk van waar je staat
Categorische informatieverwerking
relatieve spatiele relatie tussen objecten (linker HS)
- tafel rechts van stoel
Coordinatische informatieverwerking
metrisch, coordinaten (rechter HS)
- punt a is 2 meter van punt b
3 domeinen van spatiele geheugen
- spatiele geheugen (WM) (dynamische info)
- geheugen voor object locaties (object+spatial info)
- leren/onthouden van routes (combi + zoekgedrag, landmark herkenning)
Unilateraal neglect
deel van het visuele veld negeren
Simultaneous agnosia
alleen een deel van de visuele wereld zien
Dorsale simultaneous agnosie
stukjes van een object zien
Ventrale simultaneous agnosie
1 object van beeld kunnen identificeren
Anosognosia
onbewust van ziekte
Anosodiaphoria
bewust, maar niet bezorgd
Spatieel geheugen in het brein
Dorsolaterale PFC
verticale attention bias
onderste helft negeren
constructive apraxia
Niet goed kunnen tekenen/iets kunnen construeren
pure optic ataxia
defect van visuele veld, contralateraal
Balint syndroom
chaotische stukken van delen objecten zien, bilaterale schade aan de occipitaalkwab
Visio construction
vaardigheid: verschil zien tussen individuen