Week 2 Flashcards
Primaire sensorische gebied
- lower-oder
- unimodel
- 1 type sensorische informatie
Multiple Sensory Modalities
- multimodel
- higher-order
Secondary sensory cortex
complexe verwerking
Tertiary areas
koppelen informatie aan andere informatie
Ventrale route
- wat route
- occipito-temporaal
- verwerken vorm, kleur, structuur
- hippocampus/amygdala
Dorsale route
- waar route
- occipito-parietaal
- verwerken van visuospatiele informatie
Functional model visual perception (3 fasen)
Stage 1: primary sketch: informatie grouperen op basis
Stage 2: perceptual categorisation: classificeren. Onafhankelijke representatie
Stage 3: Perception: linken aan kennis -> top-down
Marr’s model
- eerste sketch
- 2,5 D sketch
- 3D representatie
Lower-order visual disorders
Anopsia (in V1)
Higher order disorder
Agnosia (buiten V1)
dark-light adaptation
Snelheid aanpassen lichtintensiteit
blindsight
geen bewuste ervaring van zicht
Influential Cognitive Model
3 stages van identificeren gezichtstuitdrukking
1. face recognition
2. person identity knode
3. digging up the name (kan alleen met 2)
apperceptieve stoornis is fase 1
associatieve stoornis: geen link met identity knodes
visual illusion
Een verstoring van een bestaande stimulus (distortion)
visual hallucination
Iets zien wat er niet is, stimulus ontbreekt
Charles Bonnet Syndrom (CBS)
Visuele cortex leidt eigen leven
- verstoorde hoeveelheid aan visuele informatie
Apperceptieve agnosia
Perceptie is niet goed
Niet kunnen tekenen
Associatieve agnosia
Geen associatie kunnen maken
Dingen niet herkennen
Declaratief geheugen
expliciet, bewust
- episodisch geheugen (persoonlijke herinneringen)
- semantisch geheugen (feiten)
Cued versus free reproduction
Non-declaratief geheugen (LTG)
impliciete beinvloeding
- conditionering/ priming
- procedureel geheugen / skills
- repetitief: herhalen
Werkgeheugen volgens Baddeley
- central executive
- phonological loop
- visuo-spatial sketchbook
- episodic buffer (storage, link WG -> LTG)
Chunking
Meer onthouden door informatie op te delen in stukjes
12345678 -> 1234 & 5678
Elaboratie
beste leren met associaties
- declaratief geheugen
Retention interval
De tijd tussen informatie opslaan en testen
- declaratief geheugen
Cues reproduction
Je hebt een kleine cue/aanwijzing nodig om op informatie te komen
- declaratief geheugen
Free reproduction
Je kunt zonder aanwijzing iets ophalen uit je geheugen
- declaratief geheugen
Interference theory
Je vergeet informatie omdat het interfereert met andere (geleerde) informatie
- declaratief geheugen
Decay theory
Je vergeet informatie doordat nieuwere informatie de oude overschrijdt