Week 1 Flashcards
Wie rapporteerde eerste versie van het verlies van spreekvermogen, als gevolg van linker frontale schade?
Gall
Wie was de eerste Nederlandse Neuropsycholoog?
Abram Grünbaum
Visie van Carramazza over onderzoeksmethodes in de neuropsychologie:
Beste om te kijken naar verstoorde cognitieve functie in individuen
CT-scan maakt gebruik van
x-rays/röntgen
Frenologie:
Basiskijk op hoe
Frenologie
Basiskijk op hoe het brein werkt, kijken naar knobbels. Grote knobbel is functie werkt goed.
Griekse cell theorie: basis voor? & 3 soorten zielen
Basis voor cognitieve psychologieL locatie van ziel in het brein.
zielen voor overleving, activiteiten en hogere orde
Griekse cell theorie: basis voor? & 3 soorten zielen
Basis voor cognitieve psychologie. Locatie van ziel in het brein.
Zielen voor overleving, activiteiten en hogere orde
Descartes’ visie op het lichaam/geest
Body (res extensa) en geest (res cognitans)
Descartes’ visie op het lichaam/geest
Body (res extensa) en geest (res cognitans -> reflex)
Visie Gall van brein/gedrag
Brein beinvloed gedrag, kijken naar structuur en functie van het brein
Ontdekken van Gall (mens&brein -> bewijs)
Er zit verschil in functie per mens. Bewijs is breinschade! (pigion brain)
Spurzheim’s ontdekking
Breinfuncties hebben vaste locaties! Cortex=crucial. Cognitieve neurowetenschap.
Kraniologie
GALL: Kijken naar schedel, onafhankelijke functies! Psychologische functies zijn aangeboren.
Clinical anatomical method
identificeren van problemen bij mensen met breinschade.
Wat deed Charcot?
Beschreef neuroziekten als MS, ALS, Parkinson (clinical anatomical method)
Taal in brein
linkerkant
Wernicke’s gebied
Begrijpen van taal. Linker temporale kwab.
Broca’s gebied
Uitspreken van taal. Linker frontale kwab.
Empirisme/Locke & localisatie
Alles is geleerd, locatie maakt ook/wel uit.
Holisme & localisatie
Geen lokalisatie, maar samenwerking
1 taalstoornis: afasie
Abstracte attitude
Ook reflecteren op inkomende stimuli
Luria’s globale model
Globale neuroclassificatie/locaties
1. 3 interacterende units (activation/input/output)
2. 3 proceslevels: primair, secundair, tertiar
3. gedrag door taal. Lateralisatie van taal, linkerhemisfeer is dominant.
Testen van Luria’s globale model
Luria-Nebraska test battery
Testen van hersenschade & IQ
Halstead Reitan test battery
2 ontwikkelingen waardoor klinische neuropsychologie een apart veld werd in de wetenschap
- Geswinds dubbele dissociatie: zoeken in brein naar specifieke centrums en connecties. Functie kan op 2 manieren werken, schade is niet altijd meteen kapot.
- Sperry’s split brain surgery: hemisferische specialisatie
Module + 4 karakteristieken
Onbeinvloedbaar proces, onbewust
1. domein specifieke infoverwerking
2. aangeboren
3. niet niet iets anders beinvloeden
4. autonoom
Marr’s approach: serial processing
PDP
Parallel distributed processing: naast elkaar en na elkaar
3 kenmerken neurale netwerken/connectivisme
- emergente eigenschappen (oefenen, trail&error)
- graceful degradation (1 fout is niet hele functie probleem)
- content adressability: klein beetje info activeert meer geheugen
What can a CT detect?
Lesie in het breinweefsel
What can a MRI detect?
Activation of blood flow
What can a EEG detect?
Event Related Potential (ERP): electrische activiteit in perceptie.
Wie ontdekte plasticiteit van het brein?
Franz
4 stadia van de diagnostische cirkel:
- Klachten analyse -> interview
- Probleem analyse -> testen
- Diagnose
- Consultatie -> indicatie voor behandeling
Anamnese
Stadia 1: gesprek met de patient, werken aan de relatie. Vragen over geschiedenis
Heteroanamnese
Gesprek met verzorger/partner (nemen met korrel zout door subjectiviteit/gevoelens)
Voor/nadeel van gecomputiseerde testbatterij
Tijdbesparend
Niet flexibel/geen observatie mogelijk tijdens test
Onderzoeken of je data goed is
Betrouwbaarheid, validiteit, representatief
Cutt-of score vergelijken met normatieve data + controleren
Sensitiviteit
True positief
Specificiteit
True negatief
Incedence
hoeveel cases erbij in bepaalde tijd
Betrouwbaarheid meten
Accuraatheid, test-retest
Validiteit 5 soorten
Meet wat het moet meten
- face
- content
- construct
- criterion
- ecologicaly
Confounding factor
Beinvloed ook het test resultaat, maar heb je niet gemeten (breindefecten, leereffecten, generalisatie)
Underperformance
Minder goed presteren dan in vergelijking met score op ‘normal effort’
Detecteren van underperformance
Kijk naar inconsistenties met test profiel
Kijk naar verschillen tussen observatie en test score
Problemen bij hersenletsel (3)
- cognitieve problemen
- gedragsproblemen
- emotionele problemen
Problemen met ‘recovery’ studies
test retest effect
Subtraction + subtraction method
Meten van onderzoeksresultaten
Scores van elkaar aftrekken (verschilscore is niet betrouwbaar)
Single dissociation
Als iets niet werkt, dan werkt het soortgelijke ook niet meer
Double dissociation
Het zijn onafhankelijke processen, staan los van elkaar. Ze beinvloeden elkaar wel!
Global deterioration
Algemeen minder goed functioneren (Alzheimer)
Soorten studies:
- single case
- belooping
single case = vergelijken met andere casussen/controlegroup
belooping = cross sectional, longitudinaal, confounding factoren
Generalisatie van treatment
Dat het ook moet werken in het dagelijks leven!