Hoorcollege 2 Flashcards

1
Q

4 fasen van geheugen

A
  1. encoding (sensaties onderscheiden)
  2. consolidatie (info linken aan bestaande herinnering)
  3. storage (info opslaan, onbelangrijke info weg)
  4. retrieval (ophalen, meest terugkomen = beste herinnering)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geheugen in hersenonderdelen

A

Cortex, hippocampus, PFC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Alzheimer en fasen van geheugen

A

Moeite met consolidatie, hippocampus wordt kleiner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Korte termijn geheugen HERSENEN

A

Hippocampus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Storage (stored memories) HERSENEN

A

CORTEX

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Model van Atkinson & Shriffin geheugen

A
  • input -> sensorisch geheugen -> KTG -> lange termijn geheugen (herhaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Model van Baddeley & Hitch geheugen

A

centrale executief, phonologische loop, visuospatieel sketchpad, buffer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is het moeilijk om trauma te vergeten?

A

Hippocampus en amygdala liggen dicht bij elkaar.
Activatie van amygdala = hippocampus activatie (fight/flight)
- daardoor vormt zich een connectie met emotie en herinnering, door breinstructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Lange termijn geheugen
declaratief & non declaratieg

A

Declaratief: expliciet, episodisch en semantisch
non- declaratief: impliciet, skills/habits, priming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

testen van verbaal leren geheugen

A

selectieve reminders, late/free recall

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

testen visuo spatieel geheugen

A

symbolen natekenen (MS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Outside in hypothesis (MS)

A

De immuunrespons probeert situatie te verbeteren, maar dat maakt het juist erger. Auto-immune aanval tegen myeline.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

MS meer in mannen of vrouwen?

A

Meer in vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Oorzaken MS

A

roken, vitamine D, pfeiffer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kijken naar het brein in MS

A

witte stippen in demyelineerde gebieden
ontsteking van het brein bij relapse -> blood brein barriere gebroken = ijzer lekt het brein in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ergste symptomen door PLAATS in MS

A

Spinal cord lesie MS

17
Q

Cognitieve beperking MS

A

verwerkingssnelheid & visueel spatieel geheugen

18
Q

Meer lesie in hippocampus =

A

meer cognitieve beperking (hippocampus krimpt en heeft minder connectiviteit naar andere gebieden)

19
Q

Welk deel is meer geactiveerd in MS?

A

Cingulate gyrus: verhoogde activatie met in tacte cognitieve functie.