Week 2 - Totaalwinst Flashcards

1
Q

Wat houdt het totaalwinstbeginsel in?

A

Het totaalwinstbeginsel houdt in dat alle opbrengsten en kosten ter zake van de onderneming behoren tot de winst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt de totale winst verdeeld in jaarwinsten?

A

Dit wordt gedaan door middel van het goed koopmansgebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn wettelijke correcties op het totaalwinstbeginsel?

A

Dit zijn bijvoorbeeld beperkt aftrekbare kosten of investeringsaftrek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Door middel van welke formule kan de totaalwinst van de onderneming berekend worden?

A

EV Slotbalans
-/- EV Beginbalans
-/- Stortingen
+ Onttrekkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een storting?

A

Een stijging van het ondernemingsvermogen die niet in de uitoefening van de onderneming is ontstaan en derhalve geen winst vormt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een onttrekking?

A

Een vermindering van het ondernemersvermogen die niet in de uitoefening van de onderneming is ontstaan en derhalve niet tot een verlies kan leiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan de totaalwinst berekend worden via de resultatenrekening?

A

De winst van ieder afzonderlijk jaar bij elkaar optellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een uitgangspunt van het totaalwinstbeginsel is het beginsel van fiscale neutraliteit. Wat houdt dit in?

A

Ook wanneer een belastingplichtige illegale opbrengsten verkrijgt kunnen kosten en opbrengsten in aanmerking genomen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt het zakelijkheidsbeginsel in?

A

Er wordt verondersteld dat de ondernemer zakelijk heeft gehandeld. Wanneer er onzakelijk gehandeld is, worden de onzakelijke handelingen fiscaal gecorrigeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt een correctie op grond van het zakelijkheidsbeginsel fiscaal aangemerkt?

A

Fiscaal wordt de correctie als een storting of een onttrekking behandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat heeft de Hoge Raad geoordeeld in het kostenarrest?

A

In dit arrest is door de Hoge Raad een uitzondering gemaakt op het zakelijkheidsbeginsel. Een ondernemer kan niet meer kosten in aftrek brengen dan dat hij daadwerkelijk gemaakt heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke drie mogelijkheden zijn er bij vermogensetikettering?

A
  1. Verplicht ondernemingsvermogen
  2. Keuzevermogen
  3. Verplicht privévermogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer is iets verplicht privévermogen?

A

Wanneer het uitsluitend in privé wordt gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer is iets verplicht privévermogen?

A

Wanneer het uitsluitend in privé gebruikt wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer kan iets kwalificeren als keuzevermogen?

A

Wanneer het een gemengde functie heeft. Vereist is dat minimaal 10% van het vermogensbestanddeel in privé en minimaal 10% in de onderneming gebruikt wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar dient op gelet te worden bij de vermogensetikettering van een pand?

A

Of het gaat om een bouwkundig splitsbaar pand of niet.

17
Q

Wanneer is een pand bouwkundig splitsbaar?

A

Wanneer ieder afzonderlijk deel verhuurbaar is.

18
Q

Hoe dient een bouwkundig splitsbaar pand geëtiketteerd te worden wanneer het keuzevermogen is?

A

Ieder deel dient afzonderlijk geëtiketteerd te worden.

19
Q

Hoe dient een pand dat niet bouwkundig splitsbaar is geëtiketteerd te worden wanneer het keuzevermogen is?

A

Er dient één keuze gemaakt te worden: helemaal in privévermogen, helemaal in ondernemingsvermogen of etikettering naar rato van het gebruik.

20
Q

Waar dient op gelet te worden bij de bepaling van de winst van een onderneming van een ondernemer welke en niet splitsbaar woonwerkpand heeft?

A

Art. 3.19 Wet IB 2001: op grond van het zakelijkheidsbeginsel wordt er een bijtelling voor het privégebruik van de woning in aanmerking genomen wanneer het pand tot het ondernemingsvermogen behoort.
Art. 3.16 Wet IB 2001: op grond van het zakelijkheidsbeginsel kan de onderneming geen (fictieve) huur in aftrek brengen van de winst wanneer het pand tot het privévermogen behoort.

21
Q

Waar dient op gelet te worden bij de bepaling van de winst van een onderneming van een ondernemer welke en auto in gemengd gebruik heeft?

A

Indien de auto tot het ondernemingsvermogen wordt gerekend, dient op grond van het zakelijkheidsbeginsel een bijtelling in rekening te worden gebracht voor het privégebruik (art. 3.20 Wet IB 2001).
Indien de auto tot het privévermogen wordt gerekend, kan op grond van het zakelijkheidsbeginsel een zakelijke kilometervergoeding in rekening worden gebracht.

22
Q

Wanneer een vermogensbestanddeel enkel nog in de onderneming gebruikt wordt, terwijl het tot het verplichte ondernemingsvermogen behoorde (of andersom), dient er een verplichte wijziging van etikettering plaats te vinden. Welke fiscale gevolgen heeft deze sfeerovergang?

A

Indien het eerst ondernemingsvermogen was, worden de stille reserves gerealiseerd (WEV -/- fiscale boekwaarde) op grond van het zakelijkheidsbeginsel.
Indien het eerst privévermogen gaat, wordt het vermogensbestanddeel op WEV gewaardeerd op de balans van de onderneming.

23
Q

Onder enkele omstandigheden kan er een optionele wijziging van de vermogensetikettering plaatsvinden. Wanneer kan dit?

A
  1. Ondernemer gaat bedrijfspand verhuren
  2. Onder voorwaarden wetswijziging
  3. Jurisprudentiewijziging
24
Q

Wat heeft de Hoge Raad geoordeeld in het pottenbakkersarrest?

A

Wanneer een ondernemer een bedrijfspand gaat verhuren, dan mag hij kiezen of het pand nog tot het ondernemingsvermogen blijft horen of dat het over gaat naar het privévermogen.

25
Q

Hoe dient een lening t.a.v. een bouwkundig splitsbaar pand gekwalificeerd te worden?

A

De lening volgt het pand. Het wordt dus naar rato toebedeeld aan het privé- of ondernemingsvermogen.

26
Q

Op grond van welke criteria kan beoordeeld worden of kosten en opbrengsten tot de totale winst behoren?

A
  1. Causaliteitscriterium
  2. Milieucriterium
27
Q

Wat houdt het causaliteitscriterium in?

A

Dit is de ondergrens. Stel de volgende vraag: is er enig oorzakelijk verband met de onderneming?
Indien dit het geval is, ga je kijken naar:
1. Hoe nauw is het oorzakelijk verband?
2. Met welk doel zijn betalingen verricht (finaliteitscriterium)?
3. Houdt de bate / last verband met ondernemingsvermogen of privévermogen?

28
Q

Wat heeft de Hoge Raad geoordeeld in het Rode Kruis-arrest?

A

Niet elke tegemoetkoming in bedrijfsschade behoort tot de totaalwinst. Dit is het geval wanneer:
- De tegemoetkoming niet het karakter heeft van een schadeloosstelling, en
- Zij afkomstig is van personen wie zakelijk geen enkele grond hadden om in te staan voor de schade

29
Q

Hoe mogen gemaakte kosten door een ondernemer beoordeeld worden door de Belastingdienst?

A

BNB 1955/348
De Belastingdienst mag het ondernemingsbeleid niet toetsen wanneer de kosten aftrekbaar zijn, maar:
Cessna-arrest BNB 1983/202
Indien geen redelijk denkend ondernemer een keuze gemaakt had, dan mag de inspecteur de kosten aftrekken voor het gedeelte dat een redelijk denkend ondernemer zou betalen in de gegeven omstandigheden.