Week 1 - Ondernemersbegrip & Winstgenieters

Question 1

Aan welke twee voorwaarden dient voldaan te worden wil iemand WuO genieten?

Answer 1

1. Subjectieve onderneming
2. Objectieve onderneming

Question 2

Wanneer is er volgens Peter Essers sprake van een objectieve onderneming?

Answer 2

(1) Zelfstandige, (2) duurzaam bedoelde activiteiten, (3) gericht op risicodragende deelname (4) aan het economische verkeer.

Let op dat je deze eisen niet toetst per winstgerechtigde, maar op het niveau van de activiteit.

Question 3

Wanneer zijn activiteiten duurzaam bedoeld?

Answer 3

Wanneer ze verricht worden met de intentie om dat gedurende langere periode te doen.

BNB 2001/88: aan het vereiste is niet voldaan wanneer op het moment van aanvang van de werkzaamheden te voorzien valt dat de werkzaamheden kortstondig zullen zijn.

Question 4

Wanneer loop je als ondernemer een ondernemersrisico?

Answer 4

BNB 1992/370: er hoeft voor het aanwezig zijn van een ondernemersrisico geen kapitaal ingebracht te zijn. Het feit dat je risico loopt dat je debiteuren niet betalen of een omzetrisico is hier voldoende voor.

Question 5

Hoe maakt de Hoge Raad een afbakening tussen een objectieve onderneming en een dienstbetrekking?

Answer 5

BNB 1989/199: wanneer de belanghebbende in aanmerking komt voor een deel van de winst en er geen sprake is van ondergeschiktheid, kan gesproken worden van een objectieve onderneming.

Question 6

Aan de hand van welke gezichtspunten wordt beoordeeld of er sprake is van een objectieve onderneming om ROW?

Answer 6

BNB 1993/185
1. De duurzaamheid en de omvang van de werkzaamheden
2. De grootte van de bruto-baten
3. De winstverwachting
4. Het lopen van risico
5. De beschikbare tijd
6. De bekendheid die naar buiten toe aan de werkzaamheid wordt gegeven
7. Het aantal opdrachtgevers
8. Het spraakgebruik

Question 7

Hoe maakt de Hoge Raad een afbakening tussen een objectieve onderneming en beleggingsactiviteiten?

Answer 7

BNB 1981/299: er is sprake van een objectieve onderneming wanneer er sprake is van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid welke op een meer dan incidentele basis aan het maatschappelijk verkeer deelneemt. De factor arbeid is qua aard en omvang van zodanig belang dat deze geacht kan worden ten doel te hebben het behalen van voordelen uit de vermogensbestanddelen.

BNB 2010/244: wanneer een productie-inrichting wordt geplaatst, en het product wordt afgenomen door een ander, dan wordt het product in het economische verkeer gebracht door de belastingplichtige. Hierdoor is er sprake van een onderneming. Dat er geen arbeid wordt verricht doet er niet toe.

Question 8

Welke vormen van personenvennootschappen kennen we?

Answer 8

• De stille maatschap
• De openbare maatschap
• De vennootschap onder firma
• De commanditaire vennootschap

Question 9

Waarvoor is het onderscheid tussen een ondernemer en een medegerechtigde van belang?

Answer 9

Een ondernemer komt in aanmerking voor ondernemersfaciliteiten.

Question 10

Wanneer kwalificeert een belastingplichtige als ondernemer in de zin van de Wet IB 2001?

Answer 10

1. De objectieve onderneming moet voor rekening van de belastingplichtige worden gedreven
2. De belastingplichtige moet rechtstreeks verbonden zijn voor de verbintenissen betreffende de onderneming

Question 11

Wanneer wordt een onderneming voor rekening van een belastingplichtige gedreven?

Answer 11

1. De belastingplichtige is onbeperkt gerechtigd tot de winst van de onderneming.
2. De belastingplichtige heeft de intentie om winst te genieten.

Question 12

Wordt een onderneming voor rekening van een commanditaire vennoot in een CV?

Answer 12

BNB 1993/94 + BNB 1996/305
Een onderneming wordt voor rekening van een commanditair vennoot gedreven wanneer hij mede gerechtigd is tot een deel van het liquidatie-overschot. Wanneer in een casus niets gezegd wordt hierover, geldt het percentage van de winst ook hierop.

Question 13

Hoe wordt beoordeeld of voldaan is aan het verbondenheidscriterium?

Answer 13

BNB 2009/98: de Hoge Raad heeft geoordeeld dat gekeken moet worden naar de regels van het burgerlijke recht. Iedere vennoot is voor een gelijk deel aansprakelijk voor de verplichtingen jegens derden. Stille maten en commanditaire vennoten zijn in beginsel niet verbonden en derhalve ook geen ondernemer.

Question 14

In beginsel wordt een commanditair vennoot niet aangemerkt als ondernemer. Wanneer wordt hij toch aangemerkt als ondernemer?

Answer 14

De commandiet wordt verbonden voor alle overeenkomsten van de onderneming wanneer hij namens de CV handelt, tenzij de aansprakelijkheid op grond van de feiten en omstandigheden niet gerechtvaardigd is (BNB 2009/99) of wanneer de naam van de commandiet in de naam van de CV zit.

Question 15

Geldt het verbondenheidscriterium ook voor de beoefenaar van een zelfstandig beroep?

Answer 15

Nee, de wetgever heeft dit criterium niet opgenomen in art. 3.5 lid 2 Wet IB 2001. Dit volgt uit het Escortdame-arrest.

Question 16

Wanneer een ondernemer investeert in bedrijfsmiddelen, kan hij investeringsaftrek claimen. Wat is een bedrijfsmiddel?

Answer 16

Art. 3.30 lid 1 Wet IB 2001
Goederen die voor het drijven van een onderneming worden gebruikt.

Question 17

Wat is het urencriterium en waar kan dit van belang voor zijn?

Answer 17

Art. 3.6 Wet IB 2001
Het urencriterium wordt aan voldaan wanneer een belastingplichtige die winst uit onderneming geniet in totaal 1.225 uren spendeert aan werkzaamheden voor zijn ondernemingen. Wanneer hier aan voldaan is, kan de belastingplichtige in aanmerking komen voor sommige vormen van ondernemersaftrek.