Week 2: hoorcollege - jeugdhulp en kinderbescherming Flashcards

1
Q

Wat is het uitgangspunt van kinderbeschermingsmaatregelen binnen het materiële jeugdbeschermingsrecht?

A

Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de zorg en opvoeding van hun kinderen en hebben de vrijheid om zelf te bepalen hoe zij de opvoeding vormgeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kan het kinderbeschermingsrecht worden gekarakteriseerd binnen het rechtssysteem?

A

Kinderbeschermingsrecht is onderdeel van het privaatrecht, maar heeft kenmerken van het publiekrecht, zoals de verticale relatie tussen procesdeelnemers en de mogelijkheid voor de overheid om in te grijpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de basiskenmerken van publiekrecht?

A
  • Primair verticale relaties tussen de procesdeelnemers.
  • De overheid die ingrijpt en vergaande middelen kan inzetten waarmee de rechten van
    burgers worden ingeperkt. Kinderbeschermingsrecht gaat niet om straffen, maar om
    beschermen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de positieve verplichting in voor de positie van de overheid?

A

Kinderen de noodzakelijke bescherming bieden tegen alle vormen van
fysieke of mentale mishandeling, nalaten etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt de negatieve verplichting in voor de positie van de overheid?

A

Ouderlijke rechten en vrijheid van ouders en kinderen om samen op
te groeien zonder dat iemand zich daarin mengt respecteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt de vals negatieve verplichting in voor de positie van de overheid?

A

Ten onrechte oordelen dat ingrijpen niet nodig is, vaak om ouders nog een kans te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt de vals positieve verplichting in voor de positie van de overheid?

A

Ten onrechte oordelen dat ingrijpen nodig is, vaak om het risico op een
gezinsdrama te willen uitsluiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het belangrijkste uitgangspunt voor het belang van het kind bij kinderbeschermingsmaatregelen?

A
  • Bij alle maatregelen die het kind betreffen vormt het belang van het kind een eerste
    overweging.
  • Concretisering bedreiging en doelstelling.
  • Inschatting effect op het kind (Micro- en macroniveau).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt het principe van “ultimum remedium” in binnen de kinderbescherming?

A
  • Serieuze ontwikkelingsbedreiging.
  • Alle mogelijkheden in het vrijwillig kader moeten zijn uitgeput of zijn overwogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het belangrijkste uitgangspunt voor ‘zo licht mogelijk’ kinderbeschermingsmaatregelen?

A
  • Streven naar de minst ingrijpende oplossing.
  • Herstellen van ‘normale’ gezinsverhoudingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de 3 uitgangspunten voor kinderbescherming?

A
  • belang van het kind
  • ultimum remedium
  • zo licht mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 2 mogelijkheden kent het kinderbeschermingsrecht sinds de wetswijziging in 2015?

A
  • Gezagsbeperking (Ondertoezichtstelling/uithuisplaatsing)
  • Gezagsbeëindiging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de aard van de maatregel: ondertoezichtstelling?

A

o Gezagsbeperkende maatregel (Ouders houden gezag, maar dit wordt beperkt).
o Opgelegd aan minderjarige (0-18 jaar).
o Gedwongen begeleiding door een jeugdbeschermer, die (schriftelijke) aanwijzingen
kan geven aan kind en ouder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het doel van de maatregel: ondertoezichtstelling?

A

o Hulp en steun aan kind en ouder: Wegnemen ontwikkelingsbedreiging.
o Versterken gezinsband.
o In specifieke gevallen: Toewerken naar zelfstandigheid.
-Bv. 16- of 17-jarigen die al langere tijd uit huis geplaatst zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de cumulatieve gronden van de maatregel: ondertoezichtstelling?

A

o Er is sprake van een ernstige ontwikkelingsbedreiging.
o Noodzakelijke hulp wordt niet of onvoldoende geaccepteerd.
o Gerechtvaardigde verwachting dat ouders binnen een aanvaardbare termijn de
verzorging en opvoeding weer kunnen dragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de grond voor de maatregel: uithuisplaatsing?

A

o Noodzakelijk in het belang van de opvoeding en verzorging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de uitgangspunten voor de maatregel: uithuisplaatsing?

A

o Besluit en uitvoering maatregel moet consistent zijn met doel van hereniging van het
gezin (Maatregel is van tijdelijke aard).
o Proportionaliteit en subsidiariteit.
o Mogelijkheid tot participeren in procedure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de uitvoering voor de maatregel: uithuisplaatsing?

A

o Uithuisplaatsing in een pleeggezin (Bij voorkeur in het eigen netwerk).
o Uithuisplaatsing in een residentiële setting (Open of gesloten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wanneer wordt een kind met een uithuisplaatsing in een residentiele setting geplaatst?

A

Voor een machtiging gesloten jeugdhulp zijn er verschillende aanvullende
wettelijke vereisten, omdat dit kan worden gezien als vorm van
vrijheidsbeneming van minderjarigen.
-Ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van
de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren.
-Opneming en verblijf zijn noodzakelijk om te voorkomen dat de
jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen
wordt onttrokken.
- Instemmingsverklaring gedragswetenschapper.
- Voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de gronden voor de maatregel: gezagsbeëindiging?

A

o Ernstige ontwikkelingsbedreiging voor het kind.
o De verwachting is NIET gerechtvaardigd dat de ouders binnen een aanvaardbare
termijn in staat zijn de opvoeding te dragen.
o De ouder misbruikt zijn gezag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de uitgangspunten voor de maatregel: gezagsbeëindiging?

A

o In de regel volgt eerst een OTS/UHP.
-Als direct al duidelijk is dat dit niet werkt (Bv. ouders hebben meerdere
kinderen die elke keer uit huis geplaatst moeten worden) kan direct
gezagsbeëindiging plaatsvinden.
o Het belang van stabiliteit en continuïteit voor de ontwikkeling van het kind.
o Onzekerheid schadelijk voor ontwikkeling kind.
o Verblijft het kind op zeer jonge leeftijd in een perspectief biedend pleeggezin, dan dient duidelijkheid te bestaan over het opvoedingsperspectief.
o Bij een jaarlijkse verlenging OTS zonder perspectief op thuisplaatsing blijft het kind in onzekerheid
o Zwaarwegende betekenis aan belang van continuïteit en een ongestoord hechtingsproces
o De enkele bereidheid van de ouder om zich niet te verzetten tegen een MUHP mag niet doorslaggevend zijn in de afweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Met wie hangt jeugdhulp sterk samen?

A

Jeugdhulp hangt sterk samen met kinderbeschermingsmaatregelen.

23
Q

Wat houdt jeugdhulp in?

A

Alle vormen van ondersteuning en zorg aan jeugdigen, hun ouders, stiefouders, of
anderen die een jeugdige als behorende tot hun gezin verzorgen en opvoeden, met uitzondering van
pleegouders, bij dreigende opgroei- en opvoedproblemen.

24
Q

Wat is er in het regeerakkoord 2010 afgesproken?

A

-Er moet een verschuiving plaatsvinden van zware gespecialiseerde (en dus
dure) zorg naar lichtere vormen van ondersteuning.
- Moet focus liggen op eigen kracht van gezinnen.
- Moet een efficiënter en effectiever systeem van jeugdhulp ontstaan.

25
Q

Wanneer werd de jeugdwet ingevoerd? en hoe snel is dit vastgesteld?

A

Vanaf 1 januari 2015 werd de Jeugdwet ingevoerd.
In recordtijd vastgesteld: Voorstel in 2013, aangenomen 1 januari 2015).

26
Q

Wat zijn de uitgangspunten van de jeugdwet?

A

o De verantwoordelijkheid voor alle vormen van jeugdhulp komt bij gemeenten te liggen (Voorheen bij de Bureaus Jeugdzorg).
o Gemeenten hebben in de uitvoering van deze taak grote vrijheid gekregen om de
toegang tot en de vormgeving van het lokale hulpverleningsaanbod te bepalen.
o De gemeente waar de minderjarige staat ingeschreven heeft een jeugdhulpplicht.
o Dekkend aanbod van kwalitatief goede zorg.
o Centrale toegang tot jeugdhulp is (vrijwel altijd) in handen van sociale wijkteams.
o Samenwerking met Veilig Thuis.
o Bureaus Jeugdzorg zijn opgegaan in Gecertificeerde Instellingen (GI’s).
o GI is verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdbeschermingsmaatregelen en
jeugdreclassering.
o Minderjarigen boven de 12 jaar moeten toestemming geven voor vrijwillige jeugdhulp (Tot 16 jaar ook ouders met gezag).

27
Q

Wat zijn de doelen van de jeugdwet?

A

o Preventie, uitgaan van eigen mogelijkheden en eerder de juiste hulp op maat.
o Betere samenwerking bij de hulp aan jeugdigen en meer innovaties.
o Vermindering van de regeldruk (administratie etc).

28
Q

Wat houdt de Besluitvorming in jeugdbeschermingszaken in?

A
  • Burgers/Professionals doen een melding bij Veilig Thuis/Hulpvraag sociaal wijkteam.
  • Vrijwillige hulp mogelijk? Is drang noodzakelijk of is de situatie dusdanig zorgelijk dat een KB-
    onderzoek moet worden gestart.
  • Melding aan Raad voor de Kinderbescherming: Casusoverleg bescherming.
  • Beschermingsonderzoek RvdK: RvdK wint informatie bij ouders, kind en informanten.
  • De RvdK verzoekt kinderrechter een jeugdbeschermingsmaatregel op te leggen of verwijst
    terug naar vrijwillige hulpverlening.
  • Kinderrechter beslist: Toewijzing/aanhouding/afwijzing.
  • Uitvoering maatregel: GI
  • Bij niet verlening maatregel: Toetsende taak RvdK.
  • Bij noodzaak gezagsbeëindigende maatregel: Onderzoek RvdK.
29
Q

Wat houdt “drang” in binnen de jeugdhulpverlening?

A

Drang is in beginsel vrijwillige hulpverlening waarbij ouders en kind een laatste kans krijgen, met de waarschuwing dat anders de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) wordt ingeschakeld.

30
Q

Wie kan “drang” uitoefenen in jeugdhulpverleningstrajecten?

A

Drang kan worden uitgeoefend door een wijkteammedewerker of jeugdbeschermer.

31
Q

Wat zijn enkele zorgen rondom drang in jeugdhulpverlening?

A

Er zijn zorgen over zware ingrepen in het gezin, zoals contactverboden, uithuisplaatsingen, en urinecontroles, zonder rechterlijke toetsing, wat eigenlijk niet mag.

32
Q

Wat ontbreekt er bij het toepassen van drang in de jeugdhulpverlening volgens critici?

A

Er is een gebrek aan rechtsbescherming voor zowel het kind als de ouders.

33
Q

Wat is de waarheidsplicht volgens artikel 3.3 van de Jeugdwet?

A

De waarheidsplicht vereist dat de feiten die door de GI en RvdK aan de rechter worden voorgelegd, feitelijk juist en volledig zijn.

34
Q

Waarom is het lastig om waarheidsvinding toe te passen in jeugdhulpzaken?

A

Waarheidsvinding kan moeilijk of ongewenst zijn in zaken waarin zorgen over de ontwikkeling van een minderjarige spelen.

35
Q

Welke knelpunten bestaan er in het huidige jeugdhulpsysteem voor de kwetsbaarste gezinnen?

A

De kwetsbaarste gezinnen raken vaak verdwaald in het jeugdhulpsysteem, krijgen niet op tijd de nodige hulp, en ervaren een tekort aan rechtsbescherming.

36
Q

Wat zijn enkele systematische knelpunten binnen het huidige systeem van jeugdhulp?

A
  • De kwetsbaarste gezinnen die de hulp het hardste nodig hebben, raken verdwaald in het
    systeem van jeugdhulp.
  • Rechtsbescherming schiet tekort.
  • Privacy
  • Noodzakelijke hulp is vaak niet of niet tijdig beschikbaar.
37
Q

Wat zijn de belangrijkste vragen met betrekking tot de rechtspositie van minderjarigen?

A
  • Mag een minderjarige rechtshandelingen verrichten (Bv. iets kopen)?
  • Kunnen minderjarigen een procedure starten voor de rechter?
  • Kunnen minderjarigen aansprakelijk worden gesteld voor schade?
  • Hoe kan een minderjarige participeren in een gerechtelijke procedure?
  • Wat geldt ten aanzien van de leerplicht?
  • Mogen minderjarigen werken? En zo ja, hoeveel?
  • Beslissen minderjarigen zelf over belangrijke zaken (Bv. medische behandeling)?
38
Q

Wat is eenzelfde woord voor rechtspositie?

A

Procespositie

39
Q

Wat is rechtspositie?

A
  • Wat is de formele status van de minderjarige in familierechtelijke procedures?
  • Wat geldt ten aanzien van de participatie van minderjarigen in familierechtelijke procedures?
40
Q

Wat is materiele handelingsbekwaamheid?

A

Welke handelingen mag een minderjarige buiten het proces verrichten?

41
Q

Wat is formele handelingsbekwaamheid?

A

Wat kan en mag een minderjarige in familierechtelijke procedures?

42
Q

Wat is het uitgangspunt in het familierecht met betrekking tot minderjarigen?

A

Het uitgangspunt is dat minderjarigen procesonbekwaam zijn, wat betekent dat ze geen zelfstandige rechtsingang hebben en in beginsel geen procedures kunnen starten of in hoger beroep kunnen gaan.

43
Q

Waarom kunnen minderjarigen in beginsel geen procedure starten of in hoger beroep gaan?

A

Dit is ter bescherming van het kind, omdat familierechtprocedures vaak draaien om conflicten tussen ouders.

44
Q

Hoe worden minderjarigen vertegenwoordigd in familierechtelijke procedures?

A

Minderjarigen worden vertegenwoordigd door ouders met gezag. Als deze ouders de belangen van het kind niet goed behartigen, kan een bijzondere curator worden toegewezen.

45
Q

Geef een voorbeeld van wanneer een bijzondere curator kan helpen.

A

Bijvoorbeeld in het geval van uithuisplaatsing: het kind wil dit mogelijk graag, terwijl ouders dit meestal niet willen. Een curator kan dan helpen.

46
Q

Hoe wordt een jongere in het recht doorgaans gezien?

A

Een jongere wordt in beginsel als onbekwaam gezien en wordt door ouders vertegenwoordigd.

47
Q

Wat kunnen minderjarigen verzoeken met betrekking tot juridisch ouderschap?

A

Minderjarigen kunnen verzoeken om erkenning van juridisch ouderschap of vernietiging van de erkenning. Deze verzoeken moeten worden gedaan door een bijzondere curator.

48
Q

Wat kunnen minderjarigen doen met betrekking tot gezagsrecht?

A

Minderjarigen kunnen formeel verzoeken inzake gezag en omgang doen, en kunnen op informele wijze (via mail of brief) de rechter melden dat een beslissing gewenst is.

49
Q

Wat is de procespositie van minderjarigen in het jeugdbeschermingsrecht?

A
  • Minderjarigen kunnen geen verzoek tot ondertoezichtstelling/uithuisplaatsing of
    gezagsbeëindiging doen.
  • Minderjarigen kunnen niet in hoger beroep.
  • Als je minderjarigen deze mogelijkheid wel zou geven, zouden zij in principe het gezag van de
    ouders eigenhandig kunnen beperken.
50
Q

Welke verzoeken kunnen minderjarigen zelfstandig doen wanneer een OTS of UHP is opgelegd?

A
  • Beëindiging OTS
  • Vervanging van de GI
  • Vervanging van de gezinsvoogd
  • Verkorting duur OTS
    Het gezag van ouders is dan immers al beperk
51
Q

Wat is een uitzondering voor minderjarigen in procedures inzake gesloten jeugdhulp?

A

Minderjarigen zijn procesbekwaam vanaf 12 jaar en onder de 12 jaar als ze in staat zijn de procedure en gevolgen te overzien.

52
Q

Wat is het hoorrecht van minderjarigen onder de 12 jaar?

A

Minderjarigen onder de 12 jaar kunnen in de gelegenheid worden gesteld om te worden
gehoord.

53
Q

Wat is het hoorrecht van minderjarigen vanaf de 12 jaar?

A

Minderjarigen vanaf 12 jaar moeten in de gelegenheid worden gesteld om te worden
gehoord.