Week 2 HC.6 Flashcards
1
Q
cardiac output
A
HMV
HF x SV
4/5 liters per minuut in rust
2
Q
contractie hart
A
mitraalklep dicht, LV druk omhoog. Als LV druk hoger wordt dan aorta gaat aortaklep open. Eind ejectiefase gaat aortaklep dicht en gaat mitraalklep weer open
3
Q
preload
A
voorbelasting
4
Q
afterload
A
belasting na aanvang van contractie
5
Q
contractiliteit
A
instrinsieke kracht van spier
6
Q
isotone contractie
A
spanning blijft hetzelfde, maar spier verkort
7
Q
isometrische contractie
A
spier houdt zelfde lengte, maar kan meer verkorten
8
Q
wet van Laplace
A
spanning in wand
T (kracht/tensie) = P x r/2
Sigma (stress/kracht per oppervlakte) = P x r/2h