Week 1 HC.2 Flashcards
microscopische anatomie
organisatieniveau van organen
circulatiesysteem
v. cava superior/inferior -> RA -> valva tricuspidalis -> RV -> truncus pulmonalis -> valva trunci pulmonalis -> vv. pulmonales -> LA -> valva mitralis -> LV -> valva aortae -> aorta
endocard, myocard, epicard
binnenkant hart - spierweefsel (voor contractie) - buitenkant hart
Transport functies bloed en lymfe
stofwisseling
communicatie tussen delen van lichaam
bestrijding ontstekingen
vaattypen uittreden uit hart
elastische arteriën - musculeuze arteriën - kleine arteriën - arteriolen - capillairen - postcapillaire venulen - musculeuze venulen - middelgrote/grote venen
musculeuze arteriën
regulatie BD
elastische arteriën
Elasticiteit van arteriën zorgt voor opslag energie tijdens systole, waardoor BD verval tussen systole en diastole wordt verkleind.
grotere tunica media
vaatwand bestaat uit 3 delen
tunica intima
tunica media
tunica adventitia
tunica intima
endotheelcellen
subendotheliale laag (soms met gladde spiercellen en vezels)
lamina elastica interna
tunica media
gladde spiercellen
elastische/lamellaire vezels (geen fibroblast)
lamina elastica externa
tunica adventitia
bindweefsel
vasa vasorum (voorzien grote vaten van bloed t/m buitenste deel)
nervi vascularis (betrokken bij vasoconstrictie/dilatatie)
3 typen arteriën
elastische arteriën
musculeuze arteriën
arteriolen - zorgen voor BD regulatie
3 typen capillairen
continue capillairen - endotheelcel laag zonder gaten
gefenestreerde capillairen - hebben gaatjes waar eiwitten doorheen kunnen bv in darmen, nieren, galblaas
sinusoïden - waar grote structuren (cellen) moeten intreden/uittreden
kenmerken lymfevaten
dunwandig
voeren overtollig vocht uit weefsel af
histologisch niet te onderscheiden van vene
eindigen in ductus thoracicus en rechter ductus lymphaticus voordat ze in bloed uitmonden
rode bloedcellen wel in venulen niet in lymfevaten
arteriosclerose
verharding vaatwand
excentrisch (deel van vaatwand)
concentrisch (hele vaatwand)