Week 2 Flashcards

1
Q

Wat zit in de anamnese bij de vrouw met een kinderwens?

A
  • Primair of secundair
  • Duur
  • Leeftijd
  • Cyclus
  • SOA’s, systemische ziekten
  • (Buik) operaties
  • Coïtus, expositie, kennis fertiele periode
  • Intoxicaties/omgevingsfactoren
  • Anticonceptie gebruik
  • FA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zit in de anamnese bij de man met een kinderwens?

A
  • Primair of secundair
  • Leeftijd
  • Coïtus/ejaculatie
  • SOA’s, infecties
  • Trauma/operaties
  • Intoxicaties
  • Beroep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer is de ovulatie?

A

Na een LH piek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe verloopt de ontwikkeling van de mannelijke genitalen?

A
  1. SRY-gen expressie
  2. Leydig-cellen: productie testosteron
  3. Sertoli-cellen: productie AMH (degenereerd Müller-buizen)
  4. Wolff-buizen: ductus deferens, epididymis, zaadblaasjes, prostaat.
  5. Omzetting T in DHT.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke pathologische-classificatie is er voor de spermatogenesis?

A

Johnsenscore
- 10 = normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke cellen sturen LH en FSH aan?

A
  • LH: Leydig-cellen
  • FSH: Sertoli-cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de functie van de epididymis?

A
  • Beweging aan de zaadcellen.
  • Opslagplaats
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is cryptorchisme?

A

Cryptorchisme (niet-ingedaalde testikel) is een aandoening waarbij één of beide testikels bij de geboorte niet in het scrotum zijn ingedaald. Dit is een van de meest voorkomende congenitale afwijkingen bij jongens, met een incidentie van ongeveer 3-5% bij voldragen geboortes en tot 30% bij premature baby’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is varicocele?

A

Een varicocele is een verwijding van de aderen in de balzak (scrotum), meestal rond de zaadstreng (spermatic cord). Het wordt vaak omschreven als een soort “spatader” van de testikels en komt voornamelijk voor aan de linkerkant vanwege anatomische verschillen in de veneuze afvoer. Varicocele is een veelvoorkomende aandoening, met een prevalentie van ongeveer 15% bij volwassen mannen en 40% bij mannen met vruchtbaarheidsproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn oorzaken van een obstructieve azoospermie?

A
  • CBAVD (afwezigheid vas deferens)
  • Mutatie CFTR-gen (chrom 7)
  • Infecties
  • Chirurgisch, trauma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de NIPT (Niet-Invasieve Prenatale Test)?

A

Een geavanceerde test die tijdens de zwangerschap wordt uitgevoerd om genetische afwijkingen bij de baby op te sporen. Het is een veilige en nauwkeurige methode die gebruik maakt van een bloedmonster van de moeder. Hierin zit DNA van de baby, dat kan worden geanalyseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kan de NIPT opsporen?

A
  1. Aneuploïdieën:
  • Trisomie 21 (Downsyndroom): Een extra kopie van chromosoom 21.
  • Trisomie 18 (Edwards-syndroom): Een extra kopie van chromosoom 18.
  • Trisomie 13 (Patau-syndroom): Een extra kopie van chromosoom 13.
  1. Geslachtschromosomale afwijkingen (optioneel):
  • Monosomie X (Turner-syndroom): Ontbreken van een X-chromosoom.
  • XXX, XXY (Klinefelter-syndroom), en andere varianten.
  1. Andere chromosomale afwijkingen (afhankelijk van het land en protocol):
  • Bijvoorbeeld deleties of duplicaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen en reciproke en Robertsoniaanse translocaties?

A

Reciproke translocatie

  • Uitwisseling van genetisch materiaal tussen twee niet-homologe chromosomen.
  • Er vindt een wederzijdse uitwisseling van stukken chromosoom plaats, waardoor beide chromosomen genetisch gemodificeerd worden.

Robertsoniaanse translocaties

  • Een fusie van twee acrocentrische chromosomen bij hun centromeer, waarbij de korte armen verloren gaan en één groot chromosoom ontstaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk hormoon geeft de hypothalamus af en hoe en waar werkt dat op?

A

GnRH→ dit werkt op de hypofyse voorkwab en zorgt voor afgifte:
1. LH (snelle puls)
2. FSH (trage puls)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de 3 criteria waarvan je er minimaal 2 moet hebben voor PCOS?

A
  1. Oligo/anovulatie
  2. Hyperandrogenisme en/of hirsutisme
  3. PCOM: polycysteuze ovariële morfologie >20 follikels in 1 of beide ovaria of >10 ml volume in 1 of beide ovaria.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de pathologie van PCOS?

A

Hormonale dysregulatie

  1. Hyperandrogenisme:
  • Verhoogde productie van androgenen (zoals testosteron) door de ovaria.
    Dit veroorzaakt klinische symptomen zoals hirsutisme (overmatige haargroei), acne en alopecia.
  1. LH/FSH-disbalans:
  • Verhoogde luteïniserend hormoon (LH)-spiegels ten opzichte van follikelstimulerend hormoon (FSH).
    Dit leidt tot een overproductie van androgenen door de thecacellen in de ovaria en belemmert de normale follikelrijping.
  1. Insulineresistentie en hyperinsulinemie:
  • Insulineresistentie stimuleert de productie van androgenen door de ovaria en vermindert de concentratie van sex hormone-binding globulin (SHBG) in de lever, wat de hoeveelheid vrij testosteron verhoogt.
  1. Progesterontekort:
  • Door anovulatie ontstaat een tekort aan progesteron, wat kan bijdragen aan endometriale hyperplasie.
17
Q

Wat wordt er bedoeld met de levensloopbenadering?

A

Gezondheid vroeg in het leven, bepaald je mogelijkheden later.
(Hoort bij de preventie)

18
Q

Welke factoren worden meegenomen in de hunault score?

A
  1. Leeftijd vrouw
  2. Duur kinderwens/subfertiliteit
  3. Sprake van eerdere zwangerschap?
  4. Bewegelijkheid van het zaad
19
Q

Wat is endometriose?

A

Chronische aandoening waarbij weefsel dat lijkt op het baarmoederslijmvlies (endometrium) buiten de baarmoeder groeit. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren in de eierstokken, eileiders, het buikvlies, of soms zelfs in andere delen van het lichaam. Dit weefsel reageert op hormonale veranderingen tijdens de menstruatiecyclus, waardoor ontstekingen en littekenvorming kunnen ontstaan.

20
Q

Wat zijn symptomen bij een endometriose?

A
  1. Dysmenorroe (ernstig menstruatie pijn)
  2. Dyspareunie (pijn tijdens seks)
  3. Dysurie (pijn bij plassen rondom menstruatie)
  4. Dysschezie (pijn bij poepen rondom menstruatie)
21
Q

Wat zijn de contra-indicaties voor fertiliteitschirurgie?

A
  • Zeer ernstige tubapathologie
  • Ernstige OAT
  • Anovulatie
  • Gevorderde leeftijd
  • Afweging IVF vs “tuba chirurgie”
22
Q

Wat is het doel en zijn de indicaties voor ovulatie-inductie?

A
  • Doel: regelmatige cyclus creëren.
  • Indicatie: cyclusstoornissen
    1. WHO I anovulatie
    2. WHO II PCOS
    3. Hyperprolactinemie
23
Q

Wat zijn de contra-indicaties voor ovulatie-inductie?

A
  • Dubbelzijdige tubapathologie
  • Ernstige OAT <1mln zaadcellen
  • WHO III - POI
24
Q

Wat zijn de indicaties voor intra uteriene inseminaties (IUI)?

A
  • Onbegrepen subfertiliteit (hunault <30%) - IUI-MOH
  • Matige OAT
  • Cyclusstoornis in combinaties met OAT
25
Q

Wat zijn de indicaties voor IVF?

A
  • Absolute tubapathologie
  • Vaak bij hooggradige endometriose
  • Onbegrepen subfertiliteit en na IUI danwel IUI-MOH behandeling
  • Leeftijd in combinatie met duur subfertiliteit
  • Cyclusstoornissen en niet zwanger na ovulatie inductie
26
Q

Wat wordt er gedaan bij IVF?

A
  • M.b.v. FSH injecties→ stimulatie van follikelgroei - hyperstimulatie.
  • Onderdrukken LH piek met injecties (voorkomen ovulatie)→ uitschakelen eigen cyclus.