week 14: hypertensie en nierinsufficientie Flashcards
urologische afwijkingen
afwijkingen aan urinewegen
macroscopische hematurie
diagnostiek urologische afwijkingen
urethrocystoscopie
CT-scan
urinecytologie
nefrologische afwijkingen
microscopische hematurie
asymptomatisch
hoge bloeddruk
proteinurie
nierfunctiestoornis
diagnostiek nefrologische afwijkingen
echografie
buikoverzichtsfoto (BOZ) en CT
nierbiopt
IgA nefropathie
neerslag IgA in nieren
hematurie en proteinurie
luchtweginfecties
secundair aan leverziekten
IgA tussen mesangiale cellen
Alport syndroom
verdikt basaalmembraan door collageenvorming
basaalmembraan laat erytrocyten en eiwitten door
mutatie op COL4A gen
thin membrane nephropathy
dun basaalmembraan > hematurie
drager autosomaal recessieve Alport gen
glomerulaire filtratiebarriere
strak gehouden door mesangiumcellen
grootte selectiviteit door podocyten
ladingsselectiviteit door negatief geladen glycoproteinen
nefrotisch syndroom
proteïnurie > 3,5 g
laag albumine want allemaal uitgeplast
oedeem
hyperlipedemie
oorzaak oedeem bij nefrotisch syndroom
veel eiwitten in verzamelbuis die ENaC kapot maken, hierdoor veel meer Na en dus H2O retentie
glomerulaire aandoeningen die leiden tot nefrotisch syndroom
minimal change nefropathy
glumerulosclerose
membraneuze glomerulopathie
minimal change nefropathie
positieve cytokinen op negatieve glycoproteinen, hierdoor verlies ladingsselectiviteit
kan 15-20 g proteïnurie per dag
veel bij kinderen
glomerulosclerose
segment glomerulus afgesloten door sclerose > probleem met grootte selectie
focaal: in sommige delen nier (door hoge filtratiedruk)
segmentaal: in sommige delen glomerulus
membraneuze glomerulopathie
eiwitten op podocyten aangevallen door antistoffen > zorgen voor ontsteking > filtratieslit kapot
immuundeposities onder endotheel
relatie met luchtweginfecties
behandeling nefrotisch syndroom
immunosuprresiva
ACE-remmers en NSAID (aspirine) > vermindering filtratiedruk
nefritisch syndroom
proteïnurie < 3,5 g
snelle achteruitgang nierfunctie
hematurie
oedeem
hypertensie
oorzaak proteïnurie bij nefritisch syndroom
door membrane attack complex > membraan helemaal kapot.
proteïnurie lager dan bij nefrotisch syndroom omdat er hele glomeruli wegvallen
glomerulaire aandoeningen die leiden tot nefritisch syndroom
anti-GBM antilichamen
poststreptokokken glomerulonefritis
anti-cytoplasmatische antigenen (ANCA-antistoffen)
Lupus erythematodes (SLE)
anti-GBM antilichamen
Nefritisch
antistoffen (GBM) tegen antigenen op basaalmembraan (collageen IVa), als deze binden > immuuncomplex > schade nier
behandeling: plasmaferese (IgE uit bloed)
Ook last van longen
geen proteïnurie
poststreptokokken glomerulonefritis
streptokokken antigeen in bloed > in basaalmembraan > antistoffen tegen antigenen in basaalmembraan
anti-cytoplasmatische antigenen
antistoffen tegen witte bloedcellen, daarom gaan ze wand in, dus infiltratie neutrofielen
Lupus erythematodes
antistoffen tegen delen DNA
ziektebeeld afhankelijk van waar immuuncomplexen neerslaan
nierfunctievervangende therapie
hemodialyse
peritoneaal dialyse
hemodialyse
bloed uitlichaam langs semipermeabel membraan met aan andere kant dialyse vloeistof.
gebruik van diffusie, osmose en convectie
nadelen hemodialyse
3 x per week 4 tot 5 uur per dag
vochtbeperking
dieet: eiwit, Na, K en fosfaat beperking
veel medicatie
bloedingen lage bloeddruk door bloedverlies bij aanprikken
peritoneaal dialyse (CAPD)
parietale membraan van darmen werkt als filter
elke 6 uur 15-30 minuten
APD/CCPD
peritoneale dialyse ‘s nachts aan apparaat
nadeel peritoneaal dialyse
veel buikvliesontsteking
wanneer spreek je van hypertensie?
systolisch > 140 mmHg
diastolisch > 90 mmHg
primaire hypertensie
90%
geen duidelijke oorzaak
combinatie erfelijke factoren en factoren buitenaf
complicaties cardiaal, cerebrovascular of renaal
onderliggende ziektebeelden secundaire hypertensie
parenchymateuze nierziekten
nierarteriestenose
hyperaldosteronisme
slaap apneu syndroom OSAS
drophypertensie
nierarteriestenose
grote vaten naar nieren dicht, hierdoor meer renine en Ang II
hyperaldosteronisme
reabsorptie H2O en Na+ gaat omhoog
gevolg: hypokaliemie en metabole alkalose
slaap apneu syndroom OSAS
ademstilstand tijdens slapen door obstructie door tong > hypoxemie > activatie sympaticus > sneller ademen + hypertensie
drophypertensie
cortisol werkt zelfs als aldosteron en zorgt dus voor stijgende bloeddruk.
glycerrhetinezuur (in drop) zorgt ervoor dt inactiveren cortisol niet meer werkt
farmacotherapie hypertensie
ACE-remmer
Ang-blokker
B-blokker
Ca-antagonist
Diuretica
(directe renine remmers en alfablokker)
ACE-remmer
remming vorming Ang II (vasoconstrictor en aldosteron stimulator)
Ang blokker
blokkade AT1(vasoconstrictor)
B-blokker voor hypertensie
afname inotropie, chronotropie en renineproductie
Ca-antagonist
blokkade L-type calciumkanalen > vasodilatatie
3 diuretica
lisdiuretica
thiazide
kaliumsparende diuretica
lisdiuretica
disfunctie NKC-transporter in lis van Henle
thiazide
remt NCC (haalt normaal Na+ en Cl- uit urine). Dus meer Na en dus meer H2O in urine
kaliumsparende diuretica
remt ENaC
bijwerkingen calciumantagonisten
enkeloedeem
blozen
hoofdpijn
hartkloppingen
volgorde anti-hypertensiva
ACD:
ACE-remmers
Ca-blokkers
Diuretica
Hoe wordt volumebalans geregeld?
via regulatie natriumreabsorptie via RAAS
osmoregulatie
regulatie Na concentratie in bloed via H2O.
signaal osmoreceptoren als te veel Na in bloed:
ADH > water vasthouden
Dorst
ontstaan renale osteodystrofie
Vitamine D neemt af door slechte nierfunctie > darmen kunnen Ca niet meer goed opnemen
Fosfaat in bloed neemt toe door slechte nierfunctie > nog minder vit. D en Ca
Bijschildklier scheidt PTH uit als Ca daalt > zwakkere botten en ombouw botten neemt toe
Hoe zorgt diabetes mellitus voor nierfunctiestoornis? 1
bij diabetes mellitus dilatatie afferente arteriole > filtratiedruk toename > verhoogde GFR > beschadiging + proteïnurie > plekken van fibrose in glomeruli > GFR daalt
Hoe zorgt diabetes mellitus voor nierfunctiestoornis? 2
chronisch gestoorde glucose regulatie > versuikering bepaalde eiwitten > tasten functie basaalmembraan (dikker en mesangiumexpansie) aan en functie vaten
Behandelen nierfalen en diabetes mellitus
weerstand efferente arteriole verlagen door ervoor te zorgen dat Ang II niet gemaakt wordt (ACE-remmer) of niet werkt (AT1-receptor antagonist)
medicatie nierfalen
vitamine D
fosfaatbinders
K binders
anti-hypertensiva
EPO + Fe
toedienen bicarbonaat
uitgang ACE-remmer
-pril
Uitgang Ang-blokker
-sartan
uitgang B-blokker
-olol
uitgang Ca-antagonist
-dipine
uitgang diuretica
-ide