week 13: ritmestoornissen, behandeling coronaire vaatziekten en bijzondere hartziekten Flashcards
Medicatie stabiele angina pectoris
nitraten
bètablokkers
calciumantagonisten
effect nitraten
veneuze vaatverwijding
verlaging O2-behoefte hart
verlaging perifere weerstand/bloeddruk > pre- en afterload verlagen
verwijding coronair vaten
effect betablokkers
verlaging hartfrequentie
verlaging bloeddruk > verlaging afterload (O2 behoefte hart)
Calciumantagonisten
verlaging bloeddruk > verlaging afterload (O2 behoefte hart)
verwijding coronair vaten
behandeling acuut coronair syndroom
nitraten
betablokkers
calciumantagonisten
revascularisatie
atropine
aspirine
heparine/LMWH
trombolytica/fybrinolytica
werking atropine
M-receptor antagonist
vermindering activiteit hart
aspirine
remming vorming tromboxaan
trombolytica/fibrinolytica
stimulatie afbraak fibrine d.m.v. tPA: stimuleert omzetting plasminogeen naar plasmine
STEMI
ST-elevaties
z.s.m. PCI en trombolyse
NSTEMI
geen ST-elevaties
<24-48 uur PCI (GRACE-index)
Bij acuut coronair syndroom CABG over PCI bij
na PCI complicatie
na gecompliceerd ACS (bijv. papillairspierruptuur)
bij stabiele AP CABG over PCI bij
ernstig drie-vats coronair lijden
hoofdstam of hoge LAD-laesie
moeilijk behandelbare laesie met PCI
diabetes mellitus
mechanismen die ritme- en geleidingsstoornissen veroorzaken
Accelerated automaticity
Triggered activity
re-entry
accelerated automaticity
depolarisatie drempel eerder bereikt > prikkels volgen elkaar sneller op
triggered activity
Ca-influx wanneer je nog niet wil > tijdens relatieve refractaire periode nog een prikkel
Re-entry
meerdere geleidingswegen + vertraging in geleiding > prikkel in circuit
Supraventriculaire tachycardieen
smal QRS complex
sinustachycardie
atriale tachycardie
multifocale atriale tachycardie
atriumfibrilleren
atriumflutter