Week 12 HC.1 Flashcards
Stabiele angina pectoris (stabiele AP)
Gaat samen met pijn op de borst als gevolg van een zuurstoftekort van de hartspier bij inspanning door een vernauwing in coronair vaten
Oorzaak vernauwing in coronairen
Atherosclerose
AP
Angina pectoris is een disbalans tussen zuurstofvraag en aanbod
Ontstaan atherosclerose
Beschadiging van de endotheelwand (endotheeldysfunctie) door roken, shear stress, verhoogd cholesterol.
Hierdoor hopen vetten en onstekingscellen zich op in de tunica intima tot plaques
Soorten plaques
Stabiele plaques
Instabiele plaques
Instabiele plaque
Instabiele plaque —> acuut coronair syndroom ( verzamelnaam voor instabiele AP en myocardinfarct)
- De plaque kan scheuren en als de inhoud vrijkomt ontstaat er een stolsel die het vat acuut kan afsluiten.
- Samenstelling plaque —> veel vetcellen en ontstekingsremmende weinig kalk, dunne fibreuze cap
- Mensen hebben zowel klachten in rust als bij inspanning
- Vaststelling ACS —> ECG, Tropeninstituut in bloed, klachten
- Afhankelijk van de afsluiting van het vat wordt er gesproken over:
- 1—> instabiele angina pectoris =Troponine niet verhoogd
- 2—> Non-ST-elevatie myocardinfarct infarct = geen ECG afwijkingen + verhoogd troponine
- 3—> ST-elevatie myocardinfarct infarct —> ECG afwijking + verhoogd troponine
Stabiele plaques
Stabiele plaques —> angina pectoris
- De plaque wordt langzamerhand groter en uiteindelijk sluit het vat af, waardoor er in het weefsel een disbalans ontstaat tussen O2 vraag en O2 aanbod
- Samenstelling plaque —> weinig vetcellen en ontstekingsremmende, veel klas, dikke fibreuze cap
- Mensen hebben geen klachten in rust. Alleen klachten bij inspanning. Klachten verdwijnen als inspanning stopt.
O2 aanbod wordt bepaald door:
- Oxygen carrying capacity (hemoglobine)
- diastolische perfusiedruk
- coronaire vaatweerstand
O2 vraag wordt bepaald door:
- Wandspanning —> T = (P . r) /2h
- hartslag
- contractiliteit
Acuut coronair syndroom bestaat uit 2 types
STEMI en een NON-STEMI
NON-STEMI kenmerken
- Klachten in rust
- Geen ST-segment elevatie
- verhoogde cardiale enzymen
STEMI kenmerken
- klachten in rust
ST-segment elevatie in minimaal 2 afleidingen - Verhoogde cardiale enzymen
Behandeling van stabiele angina pectoris medicamenteus
Symptomatische behandeling medicatie:
- bètablokkers (metoprolol, atenolol. -ol)
—> HF verlagen zodat O2 vraag daalt
- Ca2+ antagonisten (verapamil, diltiazem)—> BD verlagen, weerstand waartegen het hart moet pompen wordt verlaagd waardoor de O2 vraag daalt
- nitraten (sublingual/oraal)
Preventieve behandeling:
-ACE remmers (captopril, ramipril, perindopril)
-Ascal bloedplaatjes remmer
- Trombocuten aggregatie remmers (aspirine, clopidogrel)
-cholesterolsyntheseremmers (statines) —> LDL cholesterol verlagen (risico op infarct is rechtevenredig met cholesterolgehalte)
Behandeling stabiele angina pectoris
- Leefstijl —> gezond eten, bewegen, stoppen met roken, gezond gewicht en geen overgewicht
- Medicatie …
- Revascularisatie …
- Cardiale revalidatie —> Wordt aangeboden als PT klachten blijft houden ondanks maximale cardiale medicatie
Behandeling stabiele angina pectoris revascularisatie
—>
- dit wordt toegepast bij PT waarbij medicatie niet goed genoeg werkt om pijn te verlossen
- overleg met de chirurg voor bypass operatie i.p.v. stent
— meervatslInden —> kans dat er na stent opnieuw problemen optreden is groter als er meerdere stents worden geplaatst
— hoofdstamprobleem —> uit de hoofdstad van de LCA ontspringen de LAD (dalende zijtak) en de Cx ( omcirkelde zijtak). Als her dus een vernauwing ontstaat treedt er in een groot gebied van het hart O2 tekort op.
— PT met diabetes
Bypass operatie
- Lima (schouder arterie zonder nut) —> arteriële graft plaatsen op een arterieel vat, de LAD (wordt alleen op de LAD geplaatst omdat de lengte alleen hiervoor genoeg is)
- Voor overige bloedvaten haalt de chirurg een bloedvat uit de been. Bij veneuze graft kunnen binnen 10 jaar problemen ontstaan omdat venen niet zijn gemaakt voor de hoge druk in het arteriële stelsel.