week 10 Flashcards
verschil syncope en insult
Syncope gaat over bloeddruk verlaagt in hersenen
Insult teveel hersen activiteit
syncope soorten
- reflex syncope
- situationeel
- vasovagaal - autonoom falen
- CZS
- PZS
- medicatie - cardiaal
- longembolie
classificatie orthostatische syncope
Door medicijnen veroorzaakte orthostatische hypotensie (meest voorkomende oorzaak van OH):
- bijv. vaatverwijders, diuretica, fenothiazinen, antidepressiva.
Volume-uitputting:
- bloedingen, diarree, braken, enz.
Primaire autonome falen (neurogene OH):
- zuiver autonoom falen, multisysteematrofie, ziekte van Parkinson, dementie met Lewy-lichaampjes.
Secundair autonoom falen (neurogene OH):
- diabetes, amyloïdose, ruggenmergletsels, auto-immuun autonome neuropathie, paraneoplastische autonome neuropathie, nierfalen.
red flags voor cardiale syncope
- samen gaat met plots ontstane pijn op de borst, of kortademigheid, abdominale pijn
- gedurende inspanning
- opeens opkomen van palpitaties met daarna plotse syncope
- geen prodromen (trauma) serieus collaps
- familie geschiedenis van plotse hartdood
- syncope in zittende positie
- ernstige structurele of coronaire arterie ziekte (laag LVEF, hart falen, eerder al myocardiaal infarct gehad)
- persisterende bradycardie (<40 bpm)
- nieuwe systolische murmur
- ECG
classificatie cardiale syncope
- bradycardie
- tachycardie
- structurele cardiac
- cardiopulmonaire en grote vaat
behandeling van symptomatische bradycardie
pacemaker
behandeling ventriculaire tachycardie (VT) / ventriculaire fibrillatie (VT)
- Behandeling van de oorzaak
- Significant coronaire arterie ziekte
- Elektrolyten (kalium)
- Medicatie
- Betablokker
- Antiaritmie (amiodarone, mexiletine)
- Ablatie van de oorzaak (elektrofysiologie)
- Bail out: interne cardiale defibrillatie (ICD) –> eig dus geen behandeling als de behandeling gefaald is want kan onwijs oncomfortabel zijn –> alleen als vangnet
wanner is een epileptische insult ook echt ‘epilepsie’
Minimaal 2 niet-geprovoceerde (intoxicatie – alcohol, koorts) aanvallen OF
I.k.v. epilepsiesyndroom OF
1 Laat symptomatische aanval (post-stroke, posttraumatisch)
behandeling epileptie
Korte termijn:
- Basic Life Support (BLS)
- Opvang ziekenhuis volgens A-B-C-D-E-methode
- Benzodiazepines (midazolam)
- Anti-epileptica (behandeling – ‘couperen’)
- Intensive Care (mortaliteit SE 1-2%)
(Middel)lange termijn:
- Geen
- Anti-epileptica (preventie) – structurele afwijking, hoog herhaalrisico (JME) [PM. zwangerschap(swens)]
- Uitlokkende factoren (alcohol, slaapdeprivatie) vermijden, therapietrouw
- Rijgeschiktheid (ook bij syncope!) en leefregels anderszins
cataplexie
plotes verlies van spiertonus –> patient blijft bij bewustzijn
aanval vaak uitgelokt door sterke emotie
bradycardie door ritmestoornis –> wat is het tot tegendeel bewezen is?
atrium fibrilleren
collaps =
ineenzakken –> zegt niets over al of niet bewustzijnsverlies
acute wegraking =
TLOC = kortdurend bewustzijnsverlies dat zich spontaan herstelt
syncope =
acuut en tijdelijk verlies van bewustzijn + spiertonus als gevolg van verminderde hersendoorbloeding
herstelt zich spontaan
arterie die langs de nek loopt, belangrijk voor doorbloeding hersenen
a. corotis
autoregulatie =
Vermogen om de bloedstooom sterkte ondanks variaties in perfusiedruk constant te houden verzorgt door myogene respons (baybliss effect)