week 10 Flashcards
Wat zijn voorbeelde van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen?
Autismespectrumstoornis
Gilles de la Tourette
persisterende motorische, of vocale-ticstoornis
voorlopige ticstoornis
stereotiepe-bewegingsstoornis
aandachtsdeficiëntie- /hyperactiviteitsstoornis
dyslexie
dyscalculie
specifieke leerstoornis met beperkingen in schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden
taal(ontwikkelings)stoornis (TOS)
stotteren
spraakklankstoornis
sociale communicatiestoornis
coördinatieontwikkelingsstoornis (DCD, dyspraxie)
globale ontwikkelingsachterstand
verstandelijke beperking
Welke drie typen van ADHD zijn er?
- aandachtstekort EN hyperactiviteit-impulsiviteit
- overwegend aandachtstekort
- overwegend hyperactiviteit-impulsiviteit
Welke angststoornissen zijn er (bij kinderen?)?
paniekstoornis
agorafobie
gegeneraliseerde-angststoornis (GAD)
sociale-angststoornis
specifieke fobie
seperatieangststoornis (SAD)
selectief mutisme
Wat zijn voorbeelden van obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen?
obsessieve compulsieve stoornis (OCD)
verzamelstoornis
morfodysfore stoornis
trichotillomanie
excoriatiestoornis (huidpulkstoornis)
Wat zijn voorbeelden van trauma- en stressorgerelateerde stoornissen?
acute stressstoornis
aanpassingsstoornis
posttraumatische-stressstoornis (PTSS)
reactieve hechtingsstoornis
ontremd-sociaalcontactstoornis
Wat zijn voorbeelden van somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen?
conversiestoornis (functioneel-neurologisch-symptoomstoornis): o.a. psychogene niet-epileptische aanvallen (PNEA)
somatisch symptoomstoornis: aanhoudende lichamelijke klachten (ALK)
nagebootste stoornis
morfodysfore stoornis
Wat zijn voorbeelden van voedings- en eetstoornissen
anorexia nervosa
boulimia nervosa
eetbuistoornis
pica (eten van oneetbare dingen)
ruminatiestoornis (herkauwstoornis)
vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis (ARFID)
Wat zijn disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen?
normoverschrijdend-gedragsstoornis (conduct disorder, CD)
oppositionele-opstandige stoornis (ODD)
Wat zijn depressieve-stemmingsstoornissen?
disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis
depressieve stoornis
dysthyme stoornis
Wat zijn EPA (ernstige psychiatrische aandoeningen)?
bipolaire stoornissen
psychotische stoornissen
Welke structuren behoren tot het limbisch systeem?
- amygdala
- hippocampus
- gyrus cinguli
- orbitale en mediale prefrontale schors
- hypothalamus
- dorso-mediale thalamus
- ventrale basale ganglia (nucleus accumbens)
- insulaire schors
Wat zijn de input en output van het limbisch systeem?
Input
- direct vanuit het ruggenmerg en hersenstam, deels zonder tussenkomst thalamus (geur) of schors (vnl viscerale input)
- indirect na processing in de schors (complexe informatie)
Output
- direct via hypothalamus en (autonome) centra in ruggenmerg en hersenstam
- indirect via beïnvloeding van (sub)corticale systemen
Wat zijn de gedachtes achter de monoamine theorie?
Een depressie ontstaat door een tekort aan de neurotransmitters noradrenaline (NA) en serotonine (5-HT).
- Reserpine (antihypertensiva dat zorgt voor NA en 5-HT depletie) kan depressie veroorzaken
- 5-HT concentratie is verlaagd bij depressieve patiënten
- polymorfisme in gen dat codeert voor 5-HT re-uptake eiwit geassocieert met depressie
- Intussen genuanceerd
- Bij de verbinding tussen de prefrontale cortex en amygdala spelen NA 5-HT
Beschrijf noradrenaline.
- synthese uit tyrosine
- receptortypen: alfa en beta
- verwijdering uit synapsspleet door re-uptake, afbraak (MAO-A en COMT) en receptorbinding
Beschrijf serotonine.
- synthese uit tryptofaan
- receptortypen: 5-HT1 t/m 5-HT7 (en verdere onderverdeling in a, b, etc)
- afbraak door MAO-A
Welke type medicatie bestaan er die ingrijpen op iets rondom serotonine?
- 5-HT1a R agonisten (anxiolytica)
- 5-HT2 R antagonisten (antipsychotica, antihypertensiva)
- 5-HT3 R antagonisten (anti-braakmiddelen)
- MAO-A remmers (antidepressiva)
- re-uptake blokkers (antidepressiva)
Welke type antidepressiva zijn er?
- klassieke (tricyclische) antidepressiva (TCA): amytriptyline (, nortriptyline, imipramine)
- selectieve serotonine re-uptake inhibitors (SSRI’s): paroxetine, citalopram (, fluoxetine, fluvoxamine, sertraline)
- serotonine-noradrenaline re-uptake inhibitors (SNRI’s): venlafaxine
- (presynaptische) alfa2 R antagonisten: mianserine, mirtazepine, trazodon
- MAO-A remmers: tranylcypromine, moclobemide
- overige antidepressiva: bupropion, St. Janskruid
Wanneer voldoe je aan een depressieve stoornis?
- Sombere stemming of verlies van plezier (+ 4 of meer andere symptomen)
- schuldgevoelens
- slaapproblemen
- verminderde eetlust
- angst/spanningsklachten
- verminderde libido
- lichamelijke vermoeidheid
- suicidaliteit
- hypochondrie
Gedurende 14 dagen
Wat is een depressie met melancholische kenmerken?
- anhedonie of ontbreken stemmingsreactiviteit
a. distinct quality of mood (iets anders voelen dan verdriet?)
b. dagschommeling
c. vroeg ochtendontwaken (2 uur eerder dan normaal)
d. psychomotore remming/ agitatie
e. significante anorexie/gewichtsverlies
f. buitensporige schuldgevoelens
Wat zijn kenmerken van een depressie met psychotische kenmerken?
- hopeloosheid, anhedonie
- vrijwel altijd ook melancholische kenmerken
- stemmingscongruente wanen (schuldwaan, armoedewaan)
- hallucinaties zijn zeldzaam
Wat zijn vereisten voor psychotherapie?
IPT of CGT
depressie niet ernstig (meer): geen anhedonie, geen melancholische kenmerken
minimaal normale intelligentie
enig psychologiserend vermogen
gemotiveerd
Wat is de definitie van angst?
onplezierig gevoel van beklemming of spanning
motorische en fysiologische verschijnselen
dysfunctionele gedachten
Wat is de normale ontwikkeling qua angst?
0-2 j: angst voor geluiden, vallen, vreemde voorwerpen en personen
4-6 j: angst voor dieren, donker, monsters, spoken
6-10 j: angst voor lichamelijk letsel, dood, falen
> 10 j: angst mbt uiterlijk, kritiek van anderen, beoordeling (examens), eigen gedrag
Wat zijn kenmerken van een gegeneraliseerde angststoornis?
- Piekeren over diverse aspecten die in het dagelijks leven kunnen voorkomen (familie, proefwerken, vrienden, etc) en er niet me kunnen stoppen
- hoofdpijn, vermoeidheid, buikpijn, concentratieproblemen
- belemmering in dagelijkse bezigheden