Week 1 ZO's Flashcards

1
Q

Je probeert een anamnese af te nemen bij een patiënt, maar je merkt al snel dat het moeizaam gaat. De patiënt blijft hangen bij het eerste onderwerp wat je aansnijdt en herhaalt steeds het antwoord op je eerste vraag.

Hoe noemen we dit fenomeen?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A

Dit fenomeen noemen we persevereren.
**

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een 63-jarige man met langdurig alcoholgebruik in het verleden zie je als assistent neurologie op de polikliniek vanwege geheugenproblemen. Al gauw tijdens de anamnese blijkt dat de patiënt probeert de defecten in zijn geheugen op te vullen met verzinsels.

**Hoe noemen we dit fenomeen?
**

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A

Dit fenomeen noemen we confabuleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe onderzoek je of een patiënt een afferent pupildefect heeft? En wat zie je als een patiënt een afferent pupildefect heeft van het linkeroog?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A

Je onderzoekt of een patiënt een afferent pupildefect heeft door met een lampje afwisselend op het ene en dan op het andere oog te schijnen.

Bij een afferent pupildefect aan het linkeroog is er bij directe belichting op dit oog geen of weinig pupilreactie van het linkeroog en ook niet van het rechteroog, maar de consensuele (indirecte) pupilreactie van het linkeroog is intact. Dus bij schijnen op het rechteroog is er een normale pupilreactie van het linkeroog en van het rechteroog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke hersenzenuw is aangedaan bij een afferent pupildefect?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A

n. opticus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een patiënt heeft een oculomotorius parese van het linkeroog.

Hoe ziet dit eruit?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe lopen de banen van de cornearelfex?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A
  • afferent via de nervus trigeminus
  • efferent via de nervus facialis naar de m. orbicularis oculi (sluiten van de ogen) en via de nervus oculomotorius (wegdraaien van de ogen omhoog)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem tenminste 3 manieren om de functie van de nervus facialis (n. VII) te onderzoeken.

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A
  1. Tanden laten zien
  2. Ogen dichtknijpen
  3. Fluiten
  4. Wenkbrauwen optrekken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar is bij een homonieme hemianopsie de aandoening gelokaliseerd?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A

Achter het chiasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe onderzoek je de functie van de nervus glossypharyngeus/n.vagus?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A

Door de patiënt “èèèèèè” te laten zeggen en te kijken of de pharynxbogen symmetrisch worden opgetrokken. Hierbij is het soms nodig de tong met een tongspatel omlaag te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke hersenzenuw geeft bij beschadiging ongekruist dubbelzien?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A

N. abducens (n. VI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een patiënt heeft last van dubbelbeelden die optreden in een bepaalde blikrichting. Je doet neurologisch onderzoek en concludeert dat er sprake is van een n. trochlearisparese.

Wat ervaart de patiënt gekruiste of ongekruiste dubbelbeelden bij uitval van de nervus trochlearis?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A

Gekruiste dubbelbeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de symptomen van een nervus hypoglossusparese (n. XII) rechts?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A

Atrofie van de rechterkant van de tong
De tong wordt naar rechts uitgestoken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke spieren worden geïnnerveerd door het motorische deel van de nervus trigeminus (n. V)?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A

De belangrijkste spieren die door de n. V worden geïnnerveerd zijn de kauwspieren (m. masseter). Maar ook de m. pterygoïdeus worden door de n. V geïnnerveerd. Deze kun je onderzoeken door de patiënt de mond wijd te laten openen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke proef wordt hier uitgevoerd?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A

Proef van Barré

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke proef wordt hier uitgevoerd?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A

Proef van Romberg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt de proef van Lasègue uitgevoerd?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A

De proef van Lasègue wordt uitgevoerd door bij de patiënt in rugligging het in de knie gestrekte been te heffen en te observeren bij welke hoek er uitstralende pijn in het geheven been en fixatie in de heup optreedt.

17
Q

Welke hersenzenuw wordt hier onderzocht?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A

n. vestibulocochlearis

18
Q

Welke hersenzenuw is hier uitgevallen?

ZO 1.3: Neurologisch onderzoek

A

n. oculomotorius

19
Q
A