Week 1 ZO's Flashcards
Je probeert een anamnese af te nemen bij een patiënt, maar je merkt al snel dat het moeizaam gaat. De patiënt blijft hangen bij het eerste onderwerp wat je aansnijdt en herhaalt steeds het antwoord op je eerste vraag.
Hoe noemen we dit fenomeen?
ZO 1.3: Neurologisch onderzoek
Dit fenomeen noemen we persevereren.
**
Een 63-jarige man met langdurig alcoholgebruik in het verleden zie je als assistent neurologie op de polikliniek vanwege geheugenproblemen. Al gauw tijdens de anamnese blijkt dat de patiënt probeert de defecten in zijn geheugen op te vullen met verzinsels.
**Hoe noemen we dit fenomeen?
**
ZO 1.3: Neurologisch onderzoek
Dit fenomeen noemen we confabuleren.
Hoe onderzoek je of een patiënt een afferent pupildefect heeft? En wat zie je als een patiënt een afferent pupildefect heeft van het linkeroog?
ZO 1.3: Neurologisch onderzoek
Je onderzoekt of een patiënt een afferent pupildefect heeft door met een lampje afwisselend op het ene en dan op het andere oog te schijnen.
Bij een afferent pupildefect aan het linkeroog is er bij directe belichting op dit oog geen of weinig pupilreactie van het linkeroog en ook niet van het rechteroog, maar de consensuele (indirecte) pupilreactie van het linkeroog is intact. Dus bij schijnen op het rechteroog is er een normale pupilreactie van het linkeroog en van het rechteroog.
Welke hersenzenuw is aangedaan bij een afferent pupildefect?
ZO 1.3: Neurologisch onderzoek
n. opticus
Een patiënt heeft een oculomotorius parese van het linkeroog.
Hoe ziet dit eruit?
ZO 1.3: Neurologisch onderzoek
Hoe lopen de banen van de cornearelfex?
ZO 1.3: Neurologisch onderzoek
- afferent via de nervus trigeminus
- efferent via de nervus facialis naar de m. orbicularis oculi (sluiten van de ogen) en via de nervus oculomotorius (wegdraaien van de ogen omhoog)
Noem tenminste 3 manieren om de functie van de nervus facialis (n. VII) te onderzoeken.
ZO 1.3: Neurologisch onderzoek
- Tanden laten zien
- Ogen dichtknijpen
- Fluiten
- Wenkbrauwen optrekken
Waar is bij een homonieme hemianopsie de aandoening gelokaliseerd?
ZO 1.3: Neurologisch onderzoek
Achter het chiasma
Hoe onderzoek je de functie van de nervus glossypharyngeus/n.vagus?
ZO 1.3: Neurologisch onderzoek
Door de patiënt “èèèèèè” te laten zeggen en te kijken of de pharynxbogen symmetrisch worden opgetrokken. Hierbij is het soms nodig de tong met een tongspatel omlaag te houden.
Welke hersenzenuw geeft bij beschadiging ongekruist dubbelzien?
ZO 1.3: Neurologisch onderzoek
N. abducens (n. VI)
Een patiënt heeft last van dubbelbeelden die optreden in een bepaalde blikrichting. Je doet neurologisch onderzoek en concludeert dat er sprake is van een n. trochlearisparese.
Wat ervaart de patiënt gekruiste of ongekruiste dubbelbeelden bij uitval van de nervus trochlearis?
ZO 1.3: Neurologisch onderzoek
Gekruiste dubbelbeelden
Wat zijn de symptomen van een nervus hypoglossusparese (n. XII) rechts?
ZO 1.3: Neurologisch onderzoek
Atrofie van de rechterkant van de tong
De tong wordt naar rechts uitgestoken
Welke spieren worden geïnnerveerd door het motorische deel van de nervus trigeminus (n. V)?
ZO 1.3: Neurologisch onderzoek
De belangrijkste spieren die door de n. V worden geïnnerveerd zijn de kauwspieren (m. masseter). Maar ook de m. pterygoïdeus worden door de n. V geïnnerveerd. Deze kun je onderzoeken door de patiënt de mond wijd te laten openen.
Welke proef wordt hier uitgevoerd?
ZO 1.3: Neurologisch onderzoek
Proef van Barré
Welke proef wordt hier uitgevoerd?
ZO 1.3: Neurologisch onderzoek
Proef van Romberg