Week 1: Man, vrouw, voortplanting Flashcards

1
Q

Wat is fecunditeit?

A

Vermogen om levens nageslacht te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is subfertiliteit? Hoeveel komt dit voor?

A

Verminderde vruchtbaarheid, komt bij 1/6 paren voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is infertilitet?

A

Compleet niet vruchtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel % raakt zwanger binnen 1 jaar?

A

80-85

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de normale lengte van een cyclus?

A

25-35 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel dagen is een vrouw gemiddeld ongesteld?

A

3-6 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel bloedverlies treedt er gemiddeld op bij een menstruatie?

A

80-120 mL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Door welke hormonen groeit het endometrium?

A

FSH en oestrogenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor wordt progesteron geproduceerd?

A

Corpus lutheum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar zorgt progesteron in de baarmoeder voor?

A

DIfferentiatie van het endometrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe werkt een menstruatie hormonaal?

A

Door progesteron vermindert de LH vanwege de negatieve feedback, waardoor het corpus lutheum ‘afsterft’, waardoor er geen progesteron meer wordt aangemaakt, waardoor je menstrueert (progesteron onttrekkingsbloeding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat moet je testen bij menstruele problemen? Hoe meet je dat?

A

Ovulatie, progesteron+LH+FSH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer spreken we van primaire amenorroe?

A

Uitblijven van menarche na 14e en geen secundaire geslachtskenmerken
Uitblijven van menarche na 16e en wel secundaire geslachtskenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op welke 3 lagen kan een anovulatie voorkomen? Welke bloedspiegels horen daarbij?

A

Hypofyse: FSH en LH laag, estradiol laag
Gonaden: FSH en LH hoog, estradiol laag
WHO II: FSH normaal, LH normaal/verhoogd, estradiol normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is in 5-30% van de oligo-/amenorroegevallen de oorzaak? Dus waar moet je ook op testen bij een cyclusstoornis?

A

Hyperprolactinaemie
Dus serumprolactine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar wordt hyperprolactaemie meestal door veroorzaakt?

A

Microadenoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat houdt een WHO-I in, waar komt dit door, hoevaak komt dit voor en wat zijn de short-/longterm effecten?

A

Amenorroe op hypofyseniveau
5-10% van de gevallen
Ideopathisch of verhoogde stress/uitputting (anorexia bvb)
Short term: Infertiliteit/anovulatie
Long term: Osteoporose/CVD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat houdt een WHO-II in, hoevaak komt het voor, wat zijn risicofactoren en wat zijn de long term effecten?

A

Oligo-/amenorroe op gonadenniveau
In 80% van de gevallen
Vaker bij vrouwen met obesitas, PCOS en hyperandrogenisme
Long term: DM2, verhoogd risico endometriumca.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is hyperandrogenisme?

A

Teveel androgenen in het bloed waardoor hirsutisme (baardgroei), acne en/of virilisatie (vermannelijking) kunnen optreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een WHO-III?

A

Probleem in de eierstok (eitjes op) waardoor een vrouw in (vervroegde) overgang terecht komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een zygote?

A

Eicel+zaadcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat moet aanwezig zijn bij meiose?

A

Homologe chromosoomparing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Van welke 2 factoren is chromosoomparing tijdens de meiose afhankelijk?

A

Beweging van de chromosoomparing (bouquet forming)
Maken en herstellen ds breuken

24
Q

Waarom worden er ds breuken gemaakt?

A

Om het te fixen met homologe recombinatie, waar je het zusterchromatide voor nodig hebt, en er cross overs kunnen ontstaan

25
Wat wordt er verbroken in de 1e meiotische deling?
Zusterchromatide cohesie
26
Hoelang duurt de 1e meiotische deling in de spermatogenese ongeveer?
Ongeveer 2 weken
27
Hoelang duurt de 2e meiotische in de spermatogenese deling ongeveer?
Ongeveer 1 dag
28
Wat is een andere manier, naast de vorm om het stadium van de spermatogenese te bepalen?
De plaats in de tubili seminiferi, hoe meer naar het lumen, hoe verder het stadium
29
Hoe herkennen x en y elkaar in de meiose?
Pseudo-autosomale regio
30
X en Y zijn inactief tijdens de meiotische profase, wat is het probleem hiervan en hoe wordt dat opgelost?
Geen essentiele eiwitten Er zitten kopieën voor deze eiwitten op een autosomaal chromosoom, die alleen tot expressie komt in de testes
31
Hoe wordt de ontwikkeling na de 2e meiotische deling in de spermatogenese genoemd? Welke 2 processen vinden hier plaats?
Spermiogenese Compactie chromatide -> aerodynamische kop Expressie testisspecifieke eiwitten (protamine)
32
Waar zorgt protamine voor?
Vervangt de histonen in spermacellen, waardoor het nog compacter wordt Alle transcriptie is wel uit, dus al het RNA wordt al eerder gemaakt en ingepakt en wordt later afgelezen
33
Wat is ICSI?
Zaadcel injecteren in een eicel
34
Wat gebeurt er qua oogenese prenataal?
Start van de eerste meiotische deling, maar blokkeert in het diploteen stadium van de profase
35
Wanneer vindt de eerste meiotische deling plaats bij oogenese? Wat houd je hierbij over?
In puberteit, bij ovulatie Poollichaampje en een grote eicel
36
Wanneer vindt de 2e meiotische deling plaats bij oogenese?
Na bevruchting
37
Welke 5 processen vinden IC plaats tijdens de groei van het follikel?
Synthese mRNA en rRNA Vorming zona pellucida Vorming corticale granula (voor verandering zona na indringen zaadcel) Vorming gap junctions Verwerven van competentie tot hervatting meiose
38
Wanneer ovuleert een follikel?
Door de LH piek verdwijnen de gap junctions, waardoor de hoeveelheid cAMP verlaagd wordt en de meiose hervat wordt
39
Welke 5 overervingspatronen zijn er?
Chromosomaal (translocatie, deletie, inversie, aneuploidie) Mendiliaans Mitochondrieel Imprinting Complex/multifactorieel
40
Wat is mendiliaanse overerving?
Autosomaal dominant, recessief, x-linked dominant/recessief etc
41
Wat is imprinting?
Dat niet bij iedereen dezelfde genen uit/aanstaan
42
Wat is penetrantie?
Wel het gen, maar niet per se de ziekte (BRCA)
43
Wat is mosaicisme?
Afwijking die niet in alle cellen zit, omdat ie later in de ontwikkeling is ontstaan
44
Wat is UPD?
Unipaternale disomie (2x chromosoom van dezelfde ouder)
45
In welke fases gaat de spermatogenese?
Spermatogonia (onrijpe stamcellen) Spermatocyten (in meiose) Spermatiden (ronde, egale kern) Spermatozoën (lijkt op sperma)
46
Noem 4 functies van sertolicellen
Productie AMH+inhibine Opnemen en verdelen voeding Fysieke barriere (bloed-testisbarriere) Opname bijproducten
47
Hoe kan je histologisch het verschil zien tussen de ductus efferentes en ductus epididymis?
Efferentes: gekarteld lumen Epididymis: strak lumen, stereocilia (voor resorptie rip spermatozoën)
48
Waar wordt GnRH gemaakt?
hypothalamus
49
Welke 2 cellen zijn terug te vinden in het ovarium, welke hormonen grijpen daarop aan en wat produceren ze?
Thecacellen: hebben een LH-receptor en zetten cholesterol om in androgenen Granulosa: mbv FSH zetten ze de androgenen om in oestradiol
50
Hoe wordt het gele lichaam in de eerste tijd van de zwangerschap in stand gehouden?
HCG lijkt op LH, waardoor het gele lichaam 10-12 weken in stand gehouden kan worden
51
Hoe kan GnRH onderscheid maken tussen de FSH en LH productie?
GnRH wordt in pulsen afgegeven, FSH met een lage puls, LH met een hoge puls
52
Wanneer kan je spreken van PCOS?
2 uit: Cyclusstoornis Meer eiblaasjes Hyperandrogenisme Rule out: cushing, schildklier, hypofyse adenoom
53
Wanneer is er sprake van amenorroe?
4 maanden niet menstrueren
54
Wat zijn de 4 fasen van de profase van de eerste meiotische deling?
Leptogeen (complex eiwitten zichtbaar) Zytogeen (bijna gesloten rits) Pachygeen (gesloten rits) Diploteen (deels weer open rits)
55