week 1 deel 2 Flashcards
Men gaat er echter soms van uit dat wetenschappelijke kennis gebaseerd is op harde feiten en dat managementwetenschappen alleen serieus genomen kunnen worden als ze gebaseerd zijn op feiten. Tot welke twee grote misvattingen heeft dit geleid?
- alleen empirisch onderzoek telt als wetenschappelijk onderzoek
- Wetenschappelijk onderzoek is beschrijvend, niet prescriptief of normatief.
Een andere misvatting is dat de kern van het onderzoek ligt in de statistische analyse. Conceptuele analyse is net zo belangrijk als het verzamelen van gegevens en evaluatie. Waarom?
zonder een grondige conceptuele analyse is er geen grondig wetenschappelijk onderzoek. Zo kunnen theoretische concepten die ongrijpbaar zijn, zoals een organisatie, niet direct of empirisch worden geobserveerd.
Hoe noemen we concepten, zoals ‘organisatie’, ‘markt’, ‘management’, ?
theoretische concepten die een grondige filosofische denkwijze en logica vereisen om hun betekenis te begrijpen.
Waarom moeten de wetenschappers de kenmerken van het specifieke theoretische concept begrijpen?
Om het fenomeen dat zich binnen een organisatie voordoet te kunnen analyseren. Met andere woorden deze concepten vereisen een grondige filosofische denkwijze om de hele omvang van de betekenis ervan en de realiteit waarnaar ze verwijzen te beoordelen.
De hoofdgedachte is dat het vermogen om een entiteit of fenomeen te bestuderen, ligt in een grondige discussie over de concepten die we gebruiken om deze entiteit en het fenomeen te beschrijven.
Wat stelt de filosoof Norwood Russell Hanson?
dat concepten het mogelijk maken om fenomenen te observeren, om zo te zielas zijnde van een bepaalde soort. In de wetenschap is zorgvuldig redeneren net zo belangrijk als een juiste observatie. Het is bijv moeilijk om organisaties, markten of de zwaartekracht te bestuderen, omdat deze fenomenen niet kunnen worden waargenomen of gemeten. de effecten van de verschijnselen zijn alleen waarneembaar en de gevolgen zijn alleen te voorspellen.
Wat is het eerste misverstand met betrekking tot de managementwetenschap?
dat alleen empirisch verkregen resultaten als wetenschappelijk kunnen worden beschouwd. Bij empirisch sociaal onderzoek wordt gebruik gemaakt van methoden als interviews, enquetes en veldstudies.
wat stellen positivisten? Wat beweren moderne wetenschapsfilosofen hierover?
dat de empirische methode de enige geldige positie is, maar moderne wetenschapsfilosofen beweren dat dit diep tekortschiet.
Wat is de tweede misvatting over de methoden in de managementwetenschap?
dat de wetenschap alleen beschrijvend kan zijn, niet prescriptief of normatief. Het gaat er niet om hoe dingen moeten zijn (wat een kwestie van persoonlijke meningen is), maar hoe dingen zijn.
In de managementwetenschap is kennis ook normatief?. leg dit uit.
als een theorie bijv stelt dat managers regelmatig met aandeelhouder moeten communiceren, zullen andere managers op dezelfde manier gaan handelen. Daarom willen onderzoeken uiteindelijk uitwijzen welke soorten organisatie, bestuur en management in bepaalde omstandigheden het beste zijn. Wat het beste is, wordt vaak beschouwd als de meest succesvolle manier. Toch kan succes op vele manieren worden geïnterpreteerd.
succes kan op vele manieren worden geïnterpreteerd. Zoals?
winstgevendheid, overleven, waarde toevoegen en nog veel meer. Dit is in lijn met de eerste misvatting dat normatieve oordelen en overtuigingen subjectief zijn. Zo is een succesvolle onderneming niet alleen winstgevend voor haar aandeelhouders, maar ook voor de geleverde kwaliteit en de zinvolle arbeids- en carrièremogelijkheden die zij haar werknemers biedt.
Bij het starten van een discussie brengt men de redenen naar voren waarom hij denkt dat de overtuigingen van de ander verkeer is. Wat gebeurt er hierna? Wat is het doel van deze discussie?
De ander zal dan de geldigheid of relevantie van zijn positie betwisten. De gesprekspartners wisselen de redenen uit om te bepalen welke positie de juiste is.
Het doel is niet dat een discussiant wint, maar dat de waarheid wint. Zij zijn van mening dat er correcte en onjuiste antwoorden zijn op normatieve vragen. Het wetenschappelijk debat is veel meer gestructureerd en gereguleerd.
In feite zijn er normen over wat telt als een goede reden en wat zijn de voorwaarden van het redeneringsproces?
Het moet transparant en reproduceerbaar zijn, om fouten aan het licht te brengen.
Wetenschappers zijn op zoek naar de waarheid in zowel de werkelijke betekenis als in de normatieve zin. Het bespreken van wat het beste zou moeten zijn, gebeurt op dezelfde wetenschappelijke manier als het bespreken van wat het beste is. Net zoals het mogelijk is om een bepaalde wetenschappelijk debat te voeren over een normatieve vraag. geef een vb.
over hoe dingen idealiter zouden moeten zijn of over welke organisatiecultuur de voorkeur verdient.