begrippenlijst 2 Flashcards
Rationalisme (rationalism)
Alle kennis komt uit het menselijk rationeel vermogen
vb: wiskunde
Empirisme (empirism)
Alle kennis komt voort uit waarnemingen (=positivisme)
vb: Ik zie een rood gloeiend item en ik ruik een brandgeur, dus zal er vuur zijn.
Idealisme (idealism)
Kennis komt voort uit observaties, maar is niet daarop geheel terug te leiden. Tussen de processen zit ordening, die wij zelf actief moeten toevoegen.
Taalkundige wending (linguistic turn)
Logica is een eigenschap van taal, die wel bestudeerd kan worden. Logica kan observaties structureren op een niet-metafysische manier, waardoor metafysica wordt buitengesloten.
Logische onzin
Deze uitspraken zijn NOOIT waar (innerlijke tegenstrijdigheid)
vb: Deze sneeuw is doorzichtig
Analytische uitspraken
Dit is altijd waar, los van welke nieuwe feiten er worden toegevoegd.
vb: Een cirkel is rond
Synthetische uitspraken
Voor deze uitspraken kan je zelf beoordelen of ze waar zijn of niet, door dingen waar te nemen.
vb: De lengte van een vierkant is 8cm
Metafysica
Bij metafysica kan je niet vaststellen of iets waar is of niet.
vb: religie
Theoretische concepten
Niet alles is terug te brengen naar een waarneming
vb: Zwaartekracht, evolutie
Logische reductie-eis
Veel verschijningen en begrippen zijn niet met logica terug te brengen naar een waarneming
vb: Je ziet een knikker rollen. Wat waarneem je? Iets wat klein, rond en glad is.
Dispositie concepten
Dit gaat over eigenschappen van items die maar bij bepaalde omstandigheden waarneembaar zijn (latente eigenschappen)
vb: De oplosbaarheid van suiker
Deductie
Er wordt een gevolgtrekking gemaakt vanuit een algemene regel naar een individuele regel.
vb: P1: alle raven zijn zwart
P2: X is een raaf
C: X is zwart
inductie
Het generaliseren van een individuele waarneming
vb:P1: Raaf 1 is zwart
P2: Raaf 2 is zwart
Pn: Raven N is zwart
C: alle Raven zijn zwart?