Begrippenlijst 1 Flashcards

1
Q

Demarcatiecriterium

A

We kunnen onderscheid maken wat wel en geen wetenschap is.

vb: Natuurkunde is een wetenschap, maar astrologie is geen wetenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kapitalisme (capitalism)

A

Economisch system dat gebaseerd is op investeringen van geld in de verwachting winst te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Determinisme (determinism)

A

Alles wordt bepaald door eerdere gebeurtenissen volgens vaststaande oorzaken

vb: Een auto die om 1 uur vertrekt uit Breda en gem 80 km/pu rijdt. De afstand van breda naar adam is 80 km, dus zal de auto binnen een uur in adam zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voluntarisme

A

Ieder persoon is zijn eigen oorzaak van het handelen. Deze stroming wordt ook wel ‘vrije wil’ genoemd.

vb: Deze denkwijze wordt vooral gebruikt in de sociale wetenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Positivisme (positivism)

A

Alle kennis komt uit menselijk verstand en zintuigelijke waarnemingen

vb: Ik zie een rood gloeiend item en ik ruik een brandgeur, dus zal er vuur zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ontologische vragen (ontology)

A

De leer van de werkelijkheid, waarin de vraag aan bod komt hoe iets ‘is’.

vb: Hoe ziet de werkelijkheid eruit?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Epistemologische vragen (epistemology)

A

Oftewel kennisleer. Is de tak van de filosofie die de aard, oorsprong, beperkingen en geldigheid van menselijke kennis bestudeerd.

vb: Hoe kunnen we betrouwbare kennis verkrijgen over de realiteit?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het negatieve beeld van de mensheid (gloomy vision)

A

Er is een pessimistisch beeld van de menselijke natuur over de rol van bedrijven in de maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De dubbele hermeneutiek (the double hermeneutic)

A

Het verschil tussen de wereld die betekenis heeft en de wereld die geïnterpreteerd wordt.

vb: Een onderzoek waarbij het gedrag van de participanten wordt bestudeerd en de participanten na het onderzoek de uitslag gebruiken om hun gedrag te wijzigen of te verbeteren. Theorieën veranderen wel degelijk de werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Causale verklaring (causal explanation)

A

Oorzaak-gevolg trekking. Als de oorzaak er is, ligt het gevolg vast  Determinisme

vb: Jan zal wel te laat komen (gevolg), want hij heeft de trein gemist (oorzaak).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Intentionele verklaring (intentional explanation)

A

De kracht van de geest om over te gaan, te vertegenwoordigen of te staan voor dingen, eigenschappen en standen van zaken.

vb: Mensen verschillen van stenen doordat wij bepaalde intenties hebben, wij doen dingen doelbewust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Functionele uitleg (functional explanation)

A

Geven een beschrijving van iets, aan de hand van de werking van een item.

vb: Vissen hebben kieuwen, omdat ze onderwater moeten kunnen ademhalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly