begrippenlijst 4 Flashcards

1
Q

Paradigma

A

Overkoepelende theorie die ontstaan is uit individuele feiten. Een paradigma bevat 4 elementen: Exemplars (voorbeelden hoe een theorie moet worden toegpast), Symbolische generalisatie (fundamentele theorieen waar iedereen t mee eens is.), Wetenschappelijke waarden ( geven aan welk onderzoek wel en niet goed is uitgevoerd) en Methode beschrijving (voorschriften over meetinstrumenten en methoden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anomalie

A

Een anomalie is een waarneming die in strijd is met het paradigma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Normale wetenschap

A

Dit is de wetenschap binnen de grenzen van het paradigma. Dit zal zorgen voor een vaste cumulatieve groei van kennis.

vb: Je kan het zien als het oplossen van een puzzel. Je krijgt je puzzel in allerlei stukjes en een foto van de puzzel als hij helemaal gelegd is. Bij de normale wetenschap wordt de puzzel legd dmv hoe die op de foto eruit moet komen te zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Revolutionaire wetenschap

A

Dit zal zorgen voor een verandering van het paradigma. Het uitgangspunt en de assumpties van het paradigma zullen veranderen

vb: Je kan revolutionaire wetenschap vergelijken met het oplossen van een puzzel die niet overeenkomt met de foto die gegeven is. Pas in een later stadium van het maken van de puzzel kom je erachter dat de foto niet klopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Intentionele uitspraken (analytisch)

A

Een intentionele uitspraak zegt iets over de combinatie van algemene karakteristieken die een concept definiëren.

vb: Een raaf kan omschreven worden als (A) omnivoor, (B) zwart en (C) valt onder de soort: Vogels. Alle drie de eigenschappen vormen de definitie van een raaf en zijn ook noodzakelijk om deze definitie te kunnen vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Extensionele uitspraken (Synthetisch)

A

Dit kan omschreven worden als de klasse van observeerbare fenomenen in de werkelijkheid waarnaar een concept verwijst. Dit noemen we ook wel empirische inhoud.

vb: Je wilt bv. kijken naar de populatie van raven. Door de analytische uitspraak te gebruiken, weet je de definitie van wat een raaf is. Vanuit deze definitie kan je onderscheiden wat onder de populatie raven valt. Hierna worden de observaties gedaan naar raven. De ‘inhoud’ wordt gevormd door deze observaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly