Week 1 Flashcards
Wat is vruchtbaarheid/ fertiliteit?
Het vermogen van een organisme (mens, dier of plant) om zich geslachtelijk voort te planten
Subfertiliteit= verminderde fertiliteit
Wat is fecundity?
Het vermogen om levend nageslacht te krijgen
Wat zijn oorzaken van subfertiliteit of infertiliteit?
Infertiliteit: zeldzaam
- Azoospermie
- Anovulatie
- Afsluiting tubae falopii
Subfertiliteit: vaak
- Probleem van het paar
Wat zijn de vruchtbaarheidskansen van de mens?
- Normale fertiele paren: cyclus fecunditeit van 7%
- Kans op doorgaande zwangerschap in periovulatoire periode (rond LH-piek): 20-25%
- 30-40% conceptus eindigt in vroege miskraam, 14% in miskraam
- 43% biochemische zwangerschappen leidt tot een levend geboren nakomeling
Wat is de correlatie tussen zwangerschapskans en BMI?
De kans daalt lineair met 4% per BMI punt
Wat zijn de effecten van leefstijl op zwangerschapskans?
Roken, alcohol, B,I en dieet-> additief negatief effect op de kans op zwangerschap (time-to-pregnancy)
Hoe wordt de menstruatiecyclus bestuurd?
GnRH (hypothalamus)→ LH en FSH (hypofyse voorkwab)-> ovaria. Als follikel groeit maakt die steroïden: oestrogenen leveren feedback op hypothalamus/ hypofyse, progesteron later. Finetuning hypofyse activiteit door eiwitten die de follikels maken (inhibines en activines)
Benoem de stappen van de menstruele cyclus
Nieuwe cyclus:
1. FSH-> follikelontwikkeling-> oestradiol (E2, gemaakt uit testosteron in de granulosacellen oiv FSH)-> groei endometrium (2 weken)
2. Oestrogenen en inhibines onderdrukken FSH-> FSH daalt-> selectie dominante follikel-> maturatie follikel-> hoge productie E2
3. Bij bepaald niveau E2 positieve feedback om LH uit te scheiden→ LH piek/ ovulatiepiek-> ovulatie
4. Restlichaam wordt het corpus luteum-> maakt LH gestimuleeerde progesteron (P)-> differentiatie van endometrium-> optimaliseren voor innesteling
5. P drukt ook FSH en mn LH diep naar beneden, door lage LH waarde luteolysis gele lichaam→ dalend P→ wegvallen negatieve feedback + afbraak endometrium-> stijgende FSH + menstruatie + recruitment van follikel-> nieuwe cyclus
Welke cyclusstoornissen zijn er?
- Hevige bloeding
- Onregelmatigheid
- Afwezigheid
- Pijnlijkheid
Wat zijn mogelijke oorzaken van cyclusstoornissen?
Organisch of ten gevolge van:
- Uterus myomatosus (fibroids)
- Endometrium/ cervix pathologie
- Stollingsafwijking
- Iatrogeen (antistolling, IUD)
Regulatie:
- Hormonaal
Wat houdt de cyclus anamnese in?
- Begin van laatste menstruatie ? Zwanger ? Onlangs zwanger ?
- Regelmaat: tijd tussen begin menses en 1e dag volgende menses in dagen/weken. Altijd zo geweest ?
- Bij oligomenorroe of amenorroe: Zijn er toch cyclische veranderingen merkbaar ? -> mastodynie, stemmingsschommelingen, afscheiding mid-cyclisch
Wat zijn de normaalwaarden van de menstruatiecyclus?
1e dag - 1e dag: 25-35 dagen
Menses: max 80-120 ml, duur 3-6 dagen
Wat is de definitie van amenorroe?
Afwezigheid van menstruaties >4 mnd
Wat is de definitie van hevig menstrueel bloedverlies (HMB)?
Regelmatige maar langdurige en overvloedige menses, tot Hb ondermijnend
Wat is de definitie van metrorrhagie?
Bloedingen zonder cycluspatroon herkenbaar
Wat voor ovulatietesten zijn er?
- LH in urine, maar 1 dag
- Progesteron: wanneer er voldoende is weet je vrijwel zeker dat er een CL is en dus een ovulatie is geweest, rond cyclusdag 21
Waar kijk je bij LO naar bij cyclusstoornissen?
-Anatomie en aanlegL gynaecologisch onderzoek, echo genitalia interna
-Ontwikkeling en leeftijd
-Lichaamsgewicht
-Hirsutisme/ huidafwijkingen
Wanneer wordt verder onderzoek gedaan bij secundaire amenorroe?
Na 4-6 maanden
Wat is primaire amennoroe?
▪ Uitblijven menarche na 14e jaar bij afwezigheid van groei of ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken
▪ Uitblijven menarche op 16e jaar bij
aanwezigheid van groei of ontwikkeling van secundaire geslachtkenmerken
→ verder onderzoek !!!
Wat is de classificatie van anovulatie?
- WHO I (10%): FSH + LH laag, estradiol laag. Centrale oorzaak, meestal idiopatisch. Hormoonsubstitutie
- WHO II (80%): hormonen normaal/ LH mogelijk verhoogd, disbalans/ regulatiestoornis
- WHO III (10%): hoog FSH + LH en laag oestradiol: probleem in eierstokken, meest voorkomende oorzaak is overgang. Turner syndroom: missen 1 X chromosoom
Welke oorzaken van anovulatie moet je uitsluiten?
- Hyperprolactinemie: 7,5% anovulatie/ amenorrhoe
- Hypo-/hyperthyreoidie
-Cushings
-Androgen sepleting neoplasm
Wat moet je bij lab prikken bij cyclusstoornissen?
Altijd: FSH, LH, oestradiol, (prolactine)
Op indicatie: androgenen, steroiden (bijnier), SHBG (steroid hormone binding globulin), (TSH/ FT4)
Wat zijn de verschijnselen van WHO I?
Amenorrhoe (meestal; secundair of primair)
Wat zijn de oorzakelijke factoren van WHO I?
Centraal:
- Hypothalamus-aanleg/anatomisch: trauma, tumor, Kallmann-syndroom
- Hypothalame functiestoornis: idiopathisch, stress, eetstoornissen, extreme fysieke belasting, gewichtsreductie
- Hypofyse functiestoornis: aanleg, tumor
Wat zijn de gevolgen van WHO I?
Korte termijn:
- Infertiliteit/ anovulatie
Lange termijn:
- Osteoporose
- Cardiovasculaire complicaties
Hoe wordt WHO I behandeld?
- Cyclusherstel (OAC of HST): preventie van osteoporose
- Stress en eetstoornis: psychiater/ psycholoog
- Fertiliteit: herstel ovulatie met GnRH of gonadotrofines
Wat zijn de verschijnselen en oorzakelijke factoren van WHO II?
Verschijnselen:
- Oligo- of amenorrhoe
- Overgewicht
- Hyperandrogenisme: hirsutisme, acne, virilisatie
- PCOS
Oorzaken:
- Multifactorieel
- (Familiar, genetisch)
Wat zijn de gevolgen van WHO II?
Korte termijn:
- Subfertiliteit/ anovulatie
- Hyperandrogenisme
Lange termijn:
- Type 2 diabetes
- Endometrium carcinoom
- Cardiovasculaire aandoeningen
- Depressiviteit
Hoe wordt WHO II behandeld?
- Overgewicht reduceren (lifestyle)
- Cyclus herstel (OAC): vermindering hirsutisme, preventie endometriumcarcinoom (OAC, progestagenen of Prog-IUD)
- Fertiliteit: ovulatie inductie middels gonadotrofinen, oestradiol-receptor modulatie (clomifeencitraat)
Wat zijn de verschijnselen en oorzakelijke factoren van WHO III?
Verschijnselen:
- Amenorrhoe
Oorzakelijke factoren (ovarieel):
- Natuurlijke veroudering
- Turner syndroom
- Iatrogeen (bestraling, chemo)
- (Inactivating FSHR genmutaties, aromatase deficientie, galactosemie)
Wat zijn de gevolgen van WHO III?
Korte termijn:
- Infertiliteit/ anovulatie
Lange termijn:
- Osteoporose
- Bijnier insufficientie (autoimmuun, polyglandulair syndroom)
- Cardiovasculaire complicaties
Hoe wordt WHO III behandeld?
- Hormonale substitutie therapie, evt OAC
- Preventie osteoporose, mn in jonge vrouwen die nog geen peak botdensiteit hebbem
- Beperkt osteoporose met: oestradiol, bisfosfonaten, lifestyle
- Fertiliteit: IVF/ eiceldonatie
Wat zijn de kenmerken van hyperprolactinaemie?
- 5-30% oorzaak van oligo-amennorrhoe
- Op zichzelf geen gezondheidsrisico
- Meestal microadenoom (benigne)
- Soms macroadenoom met serieuze consequenties
- DUS: serumprolactine altjd bepalen bij cyclusstoornis
Hoe beinvloedt hyperprolactinaemie de cyclus?
- Hypofysair prolactine wordt gereguleerd door dopamine uit hypothalamus en vice-versa.
- Dopamine beinvloed negatief GnRH afgife
- Hyperprolactinaemie gaat samen met verstoring (verlaging) GnRH pulsatiliteit, via verhoogde dopamine activiteit in hypothalamus
▪ Verhoogde prolactine: luteale fase verkorting door verstoorde preovulatoire follikelontwikkelling, cyclusverstoring en hypo-oestrogenemie.
▪ Oestrogene derving verschijnselen zoals vagina epitheel atrofie; dyspareunie, osteoporose
Wat zijn de symptomen van hyperprolactinaemie?
▪ Niet altijd galactorroe: want vaak is er te lage
oestrogeen.
▪ Tepeluitvloed: waterig, beiderzijds, spontaan of bij milde compressie
▪ Gezichtsveld: laterale velden beperk
Hoe wordt hyperprolactinaemie behandeld?
Dopamine agonisten: Parlodel, Norprolac, Dostinex ->herstel ovariele functie binnen enkele weken
Welke stappen doorloop je bij het klinisch redeneren over een cyclusstoornis?
- Zwangerschap uitsluiten
- Organisch of regulatie?
- Ovulatoir?
- Waar zit de stoornis?
- Diagnose
- Therapie
Waarvan is chrosoomparing bij de meiose afhankelijk?
- Bewegingen van de chromosomen: Bouquet formation
- Het maken en herstellen van DNA dubbelstrengsbreuken: herstel gaat gelijk op met de chromosoomparing waarbij een klein deel van de breuken zo gerepareerd wordt dat een crossover ontstaat
Wat zijn de kenmerken van meiose?
Reductiedeling: van 2n naar 1n
-homologe chromosomen moeten paren
-crossovers worden gevormd
-één haploide set van chromosomen per dochtercel na meiose I
Hoe lang duurt spermatogenese?
- Meiotische profase duurt 2 weken, meiotische delingen in 1-2 dagen, 1-2 weken tot spermatiden ontwikkeld naar rijpe zaadcellen
- Uit 1 cel 4 zaadcellen
Hoe paren X en Y chromosomen bij de meiose?
X en Y paren alleen in pseudo-auosomale regio van de geslachtschromsomen. Dit leidt tot XY body vorming= inactief tijdens de meiotische profase (geen transcriptie, geen mRNA vorming)
Wat is de oplossing voor de inactieve XY body?
Essentiele genen kunnen niet gemaakt worden-> (X-gebonden) genen soms vervangen door autosomale genen in meiose, bv PGK wordt vervangen door testis-specifiek PGK-gen
Wat is de spermiogenese?
Ontwikkeling spermatiden
Welke factoren zijn belangrijk voor de kwaliteit van de zaadcel?
- Goed bewegen (energie uit mitochondrien in middenstuk)
- Goede vorm: kleine kop-> DNA is extra goed beschermd + de zaadcel is aerodynamisch
Hoe wordt de zaadcel kop compacter gemaakt?
Histon naar protamine transitie
- Op gegeven zo compact dat geen transcriptie mogelijk is. In ronde stadium veel mRNA transcriptie zonder al translatie (ribonucleoprotein particles)→ gereguleerde translatie bij laatste stappen spermatogenese
Wat is het effect van ICSI op selectie van sperma kwaliteit?
Bij ICSI is er geen natuurlijke selectie
Goede morfologie/ beweging= intact genoom/ epigenoom
Beschrijf het proces van oogenese
- Prenataal beginnen alle oocyten (stamcellen) al met meiose, diploteen arrest aan einde profase van de 1e meiotische deling
- Vlak voor de ovulatie wordt de 1e meiose afgemaakt→ poollichaampje + eicel, 2e meiotische deling blokkeert in metafase
- Bij bevruchting 2e meiotische deling afgemaakt→ 2e poollichaam + eicel
Welke processen vinden plaats tijdens de groei van een oocyt?
*Synthese van maternaal mRNA en rRNA voor vroeg embryonale fase (klievingsdelingen)
*Vorming van zona pellucida
*Vorming van corticale granula
*Vorming van Gap junctions tussen oocyt en granulosa cellen/cumuluscellen
*Verwerven van competentie tot meiose hervatting
Wat is de functie van corticale granula in de oocyt?
Van belang na bevruchting om zona te “veranderen” (verharden) zodat er geen tweede zaadcel kan binnendringen na bevruchting
Hoe wordt er voor oocyt maturatie gezorgd?
- Pre-antrale follikel, blokkade in diploteen meiose I
- Verwerven maturatie competentie
- Antrale follikel (met een holte), hoog cAMP gehalte voorkomt meiose hervatting
- LH-piek geinduceerde hervatting van meiose (gap junctions verdwijnen-> laag cAMP)
- Ovulatie en voltooiing meiose I
- Rijpe eicel blokkeert in metafase II
Wanneer voltooit meiose van de oocyt?
Bevruchting-> eicel activatie, MII voltooit-> pronucleus vorming
Waarop lijken de 2 arresten van de oogenese?
Diploteen arrest MI: G2/M checkpoint
Metafase II arrest: exit M checkpoint
Waardoor bestaat genetische variatie?
SNP’s (single nucleotide polymorphism)
Diploid genoom (2 setjes chromosomen)
Recombinatie (meiotisch)
CNV’s (copy number variation)
Inversies
Repeats (ATATATATATATATAT)
Epigenetica
Hoeveel genetische varianten zijn er?
Totaal 4 miljoen varianten:
3,2 miljoen SNP’s
900.000 indels
44% van de genen bevat een variant
Hoe leiden veranderingen in het genoom tot ziekte?
Hoeveelheid
* Mist genetisch materiaal (deletie)
* Teveel aan genetisch materiaal (duplicatie/gain)
Functie gen/eiwit
* Disruptie structuur gen (translocatie, inversie, insertie)
* Verandering aminozuurvolgorde (missense, frame-shift, STOP codon)
* Effect op mRNA (nonsense mediated decay)
* Effect op splicing
* Gain of functie
Welke overervingspatronen zijn er?
Chromosomaal
- Translocatie, inversie, deletie, aneuploidie
Mendeliaans
- Autosomaal dominant, volledig/onvolledig penetrant
- Autosomaal recessief
- X-linked dominant of recessief
- (Y-linked)
Mitochondrieel
Imprinting
Complex, multifactorieel
Zijn numerieke chromosomale afwijkingen erfelijk?
De meeste numerieke chromosomale afwijkingen zijn niet erfelijk
Uitzondering: gebalanceerde translocaties
Benoem 3 numerieke chromosoomafwijkingen
Down syndroom: trisomie 21
Klinefelter syndroom: extra geslachts-chromosomen XXY
Turner syndroom: Ontbreken geslachts-chromosomen X0
Wat zijn de kenmerken van autosomaal dominante overerving?
- Meerdere generaties
- Heterozygoot heeft fenotype
- Mannen en vrouwen beiden aangedaan
- 50% kans op aandoening voor nageslacht
Wanneer bestaat er een afwijkend overervingsbeeld van autosomaal dominante overerving?
- Nieuwe mutatie (de novo, somatisch)
- Verlaagde penetrantie?
Wat zijn de kenmerken van de novo en somatische mutaties (mosaicisme)?
- Vaak ernstige afwijkingen en dus geen nageslacht
- Niet erfelijk voor ouders
- Mogelijk wel erfelijk voor nageslacht kind
- Somatische mutaties ontstaan pas na de bevruchting
Welke genen horen bij het Lynch syndroom?
MLH1, MSH6, MSH2, PMS2
* Genetische (locus) heterogeniteit: 4 genen veroorzaken vergelijkbaar fenotype
* Onvolledige penetrantie: niet iedereen krijgt kanker
* Wisselende expressie: leeftijd van presentatie / type kanker
Wat zijn de kenmerken van autosomaal recessieve overerving?
- Enkele generatie/gezin aangedaan
- Heterozygoot is drager
- Homozygoot is aangedaan
- Mannen en vrouwen even vaak aangedaan
- Nageslacht heeft a priori: 25% kans te zijn aangedaan, 50% kans een drager te zijn, 25% kans op afwezigheid mutatie
Hoe vaak komt CF voor?
Meest prevalente recessieve ziekte in Europa
1/30 Europeanen is CFTR-mutatie drager
Kans 2 dragers: 1/30 X 1/30 = 1/900
Kans 1/4 dat kind twee X de aanleg krijgt = 1/3600
Hoe erft Duchenne spierdystrofie over?
X-linked recessief
Geen man-man overerving
Mannen vaker aangedaan dan vrouwen
Wat zijn de kenmerken van X-linked dominante overerving?
- Geen man-man overerving
- Dochters van aangedane man zijn allemaal aangedaan
- Vrouwen zijn vaak milder aangedaan dan mannen
- Of alleen vrouwen zijn aangedaan
Wat zijn de kenmerken van fragiele X syndroom?
CGG repeat
- Volle mutatie
- Premutatie: groter risico op kind met fragiele X syndroom
X-gebonden: mannen aangedaan, vrouwen niet/milder aangedaan (semi-dominant)
Premutatie dragers geen FXS (wel ander fenotype)
Wat zijn de kenmerken van Y-gebonden overerving?
- Alleen mannen zijn aangedaan
- Aangedane mannen hebben een aangedane vader
- Alle zoons van aangedane vader zijn aangedaan
Wat zijn de kenmerken van mitochondriele maternale overerving?
- Transmissie via moeder
- Geen transmissie via vader
- Beide seksen kunnen zijn
aangedaan (bepaald door heteroplasmie-> maar klein deel mtDNA wordt doorgegeven aan het kind)
Wat zijn de gevolgen van Silver-Russel syndroom?
- Kleine lengte
- Dun
- Failure to thrive
- Maternale UPD11
UPD (2 chr van dezelfde ouder)
Wat zijn de kenmerken van Beckwith-Wiedermann syndroom?
- Groot
- Grote tong
- Omphalocele
- Risico tumoren
- Paternale UPD11
Wat is een Genome Wide Association Study (GWAS)?
Testen of een ziekte-gen en een SNP (of andere variant) samen meer voorkomen dan te verwachten op basis van kans
Uit welke lagen bestaat het endometrium?
- Functionele laag: reageert op hormonale veranderingen en wordt afgestoten tijdens de menstruatie, groeit uit de basale laag
- Basale laag: voorziet de functionele laag van voedingsstoffen
Uit welke twee processen bestaat de menstruele cyclus?
- Ovariele cyclus: centraal staat de ovulatie en ontwikkeling van de follikel
- Uteriene cyclus: centraal staat de groei en het verval van het endometrium
Uit welke fases bestaat de menstruele cyclus?
- Pre-ovulatoire periode: folliculaire fase en valt samen met de menses en proliferatieve fase (uteriene cyclus)
- Post-ovulatoire periode: luteale fase en valt samen met de secretoire fase
Hoe wordt GnRH afgegeven?
Pulsatiel aan de portale circulatie-> hypofyse voorkwab. Afhankelijk van de frequentie en amplitude van de puls wordt FSH of LH afgegeven
- Traag + kleine amplitude-> FSH
- Snel + hoge amplitude-> LH
Waardoor wordt de pulsatiliteit van GnRH beinvloed?
Oestrogenen
Hoe is een follikel opgebouwd?
Het bestaat uit een primaire oocyt, omgeven door lagen van thecacellen en granulosacellen
Wat zijn de functies van de follikelcellen?
- Eerste 10 dagen ontwikkelen de thecacellen receptoren voor LH en geven androstendion (gevormd uit cholestrol uit de bloedbaan) af zodra LH bindt
- Granulosacellen binden FSH via FSH-receptoren en produceren aromatase-> zet de androsteendion om in oestradiol
Wat veroorzaakt de LH piek?
Als de drempelwaarde voor oestrogeen wordt bereikt wordt de hypofyse gevoeliger voor de GnRH pulsen
Wat is de functie van progesteron?
Het zorgt voor de stabilisatie van het endometrium en maakt het endometrium geschikt voor innesteling, negatieve feedback op de productie van LH
Wat doet hCG?
Het lijkt op LH-> blijft het corpus luteum stimuleren om progesteron te maken, na de eerste maanden gaat de placenta hormonen produceren en is dit niet meer nodig
Wat zijn de kenmerken van FSH?
- Komt met lage puls in de circulatie
- Lange halfwaardetijd, dus goed meetbaar
- Grijpt aan op de granulosacellen
- Eiwithormoon
Wat zijn de kenmerken van LH?
- Komt met hoge puls in de circulatie
- Korte halfwaardetijd
- Grijpt aan op thecacellen
- Eiwithormoon
Wat is inhibine?
Wordt gemaakt door de granulosacellen oiv FSH, verzorgt negatieve terugkoppeling op FSH via de hypofyse
- Inhibine B werkt voor de eisprong
- Inhibine A werkt na de eisprong
Welke fenomenen treden op tijdens de menstruele cyclus?
Folliculaire fase oestrogeen effecten
* Borsten
* Cervicaal slijm
Periovulatoire fase
* “Mittelschmerz”
* Luteale fase progestageen effecten
* Temperatuur
* PMS
* Mastalgie
* “Abdominale discomfort”
Wat zijn de gevolgen van cyclusstoornissen?
Kort termijn effecten
* Amenorroe (>6m geen menses)
* Oligomenorroe (irregulaire menses)
Lang termijn effecten
* Verlies van libido
* Dyspareunie (pijn tijdens gemeenschap)
* Vaginale droogte
* Subfertiliteit
Late effecten
* Osteoporose
* Hart- en vaatziekten
Wat voor AO wordt gedaan als iemand vervroegd in de menopause komt?
- Inhibine B
- Anti-Müllerian Hormone (AMH)
- Ab Thyroid, Bijnier, Ovarium
- Karyogram
- Botdensitometrie
- Mammografie
Wat voor AO wordt gedaan bij WHO II?
- Testosteron
- Insuline & Glucose
- Lipidenprofiel
Hoe wordt PCOS behandeld bij een kinderwens?
- Clomifeen citraat (Clomid®, anti-oestrogeen) of Letrozol® (aromataseremmer), streven mono-ovulatie
- Ovulatie-inductie met uFSH. Hp-FSH, rec FSH (LH ?)
- Metformine ter overweging
- IVF (cave: OHSS)
Wat voor AO wordt gedaan bij WHO 1?
- Androgenen
- Botdensitometrie
- Mammografie
Hoe wordt WHO 1 behandeld bij kinderwens?
- Pulsatiel GnRH
- uFSH, hpFSH recFSH en recLH, mono-ovulatie
- IVF
Hoe wordt hyperprolactinemie behandeld bij kinderwens?
- Dopamine agonisten: Bromocryptine (Parlodel®), Cabergoline (Dostinex®)
- Chirurgie, bestraling
- Substitutie hypofyse
Welke structuren lopen door het canalis obturatorius?
A. en v. obturatoria en n. obturatorius
Hoe lopen de m. obturatorius internus en externus?
Internus: van os pubis naar femur, laterale rotatie heup
Externus: van os pubis naar femur, exorotatie femur
Wat is de lacuna vasorum?
Het mediale compartiment onder het inguinale ligament dat tussen de spina iliaca anterior superior en os pubis loopt. Hierdoor passeren de a. en v. femoralis, lymfevaten en een deel van de n. genitofemoralis van de lumbale plexus
Wat is de launa musculorum?
Het laterale compartiment onder het inguinale ligament. Hierdoor passeren de m. iliopsoas, n. femoralis en n. femoralis cutaneus
Wat vormt de hiatus levatorius?
De doorgang voor urethra, vagina en rectum
Wat zijn de anatomische verschillen tussen het mannelijke en vrouwelijke bekken?
- Het apertura pelvis superior (bekkeningang) van de vrouw is circulair, bij de man is dit hartvormig (promontorium steekt meer naar voren en os ilium meer rechtop)
- Subpubische hoek is groter bij vrouwen (80-85) dan mannen (50-60)
- De spinae ischiadicae staan bij mannen meer naar mediaal gericht
- Vrouwelijke os coxae is meer flexibel
- Dichtheid en massa mannelijke bekken is groter
Welke holten liggen tussen de vrouwelijke bekkenorganen?
- Excavatio vesico-uterina
- Excavatio recto-uterina (cavum Douglas)
- Excavatio rectovesicalis
- Spatium retropubicum (ruimte van Retzius)
Met welke ligamenten zit de uterus vast?
- Lig. suspensorium ovarii: 2 ligamenten aan buikwand. Dubbele laag peritoneum met daarin de a. en v. ovarica
- Lig. teres uteri: aan lies
Welke structuren lopen in de voorste buikwand?
- Plica umbilicalis mediana: middellijn, met daarin de verschrompelde urachus
- Plica umbilicalis medialis: beiderzijds, met de verschrompelde a. umbiliclis
- Plica umbilicalis lateralis: bevat de vasa epigastrica inferior
Beschrijf de bloedvoorziening van de uterus
- A. uterina is een directe aftakking van de a. iliaca interna
- A. ovarica vertakt uit de abdominale aorta en voorziet het ovarium van bloed
Deze komen samen uit bij de tubae uterinae
Wat zijn de functies van de n. pudendus?
- Gecombineerde zenuw (sens + mot, para + ortho) in het perineum
- Verzorgt de sensibele innervatie van de externe genitaliën (penis en clitoris) en de huid rondom de anus en het perineum
- Verzorgt de motorische innervatie van verschillende bekkenbodemspieren en de externe anale sfincter.
- Verloop: treedt uit via het foramen ischiadicum majus, waarna er weer een intrede volgt in het perineum door het foramen ischiadicum minus
Beschrijf de plexus lumbosacralis
- Gevormd door de rami ventrales van de lumbale en sacrale spinale zenuwen. Hun takken verzorgen de sensibiliteit en motoriek van de onderste extremiteiten.
- De truncus lumbosacralis is zenuwweefsel dat de lumbale en sacrale plexus verbindt.
- Eén van de aftakkingen van de plexus lumbosacralis is de n. obturatorius-> adductie bovenbeen
Uit welke lagen bestaat de testis?
Buiten naar binnen:
- Tunica vaginalis
- Tunica albuginea: dikke collagene BW
- Tubuli seminifri
Wat zijn de functies van de sertolicellen?
- De uitlopers vormen de bloed-testis barriere door occluding junctions. Hierdoor is de testis een immune privileged site
- Voorzien de cellen van de spermatogenese van nutrienten
- Produceren hormonen als ABP (androgen binding p), estradiol, inhibine en MIG (Mullerian-inhibiting substance)
- Fagocytose van cytoplasmatische restanten van de spermatogenese
Wat zijn de effecten van LH en FSH op leydigcellen?
LH: productie tetosteron
FSH: vergroot het aantal LH-receptoren
Door welke cellagen worden de klierbluizen in de prostaat bekleed?
- Kubocylindrische luminale cellen: produceren secreet met eiwit en lipide (waaronder PSA)
- Platte basale cellen: voorlopers van het luminale epitheel
Wat is de functie van de tunica albuginea?
Het zorgt ervoor de de corpora cavernosa niet ver kunnen uitzetten, zit niet om het corpus spongiosum