Week 1 Flashcards
Wat is kanker? Wat is van belang bij diagnose?
Abnormale celgroei buiten normale anatomische grenzen, kan omliggende structuren invaderen of verspreiden naar verder gelegen organen
- weefseltypering
- stadiering(TNM)
Hoe is de incidentie van kanker?
Stijgende incidentie agv demografische veranderingen met een piek rond start bevolkingsonderzoek en in dip tijdens corona, sterfte blijft gelijk.
Wat zijn prognostische en predictieve factoren?
Beinvloed het natuurlijke beloop(prognostisch) of de effectiviteit van de behandeling(predictief). Kan positief of negatief zijn.
Welke verschillen zijn er in de rol als arts vs onderzoeker?
- Patiënten - proefpersonen
- Individu - populatie
- Hulpvraag - hypothese toetsen
- Behandeling - generaliseerbare kennis
Welk ethisch dilemma speelt er bij medisch-wetenschappelijk onderzoek?
balans vooruitgang medische wetenschap(weldoen) - beschermen proefpersonen(niet schaden)
Wat houd dubbele toestemming in?
Toelatingscomissie moet van tevoren toestemming voor het protocol geven obv proportionaliteit en patient voor deelname(informed consent).
Tijdens het onderzoek moet de onderzoeker zelf op ethische verantwoordelijkheid letten.
Wat is leukemie? Wat zie je bij bloedonderzoek?
Geen uitrijping van bloedcellen waardoor ophoping van voorlopercellen(blasten) en verstoorde bloedaanmaak.
Pancytopenie= anemie, leukopenie en trombopenie
Welke symptomen horen bij presentatie van AML en waardoor worden deze veroorzaakt?
- Verstoorde bloedaanmaak
- Anemie: moe, dyspnoe, POB, bleek
- Trombopenie: bloedingsneiging
- Neutropenie: koorts(infecties)
- Toename leukocyten: hyperviscositeit → dyspnoe, hoofdpijn, visus klachten, trombose, mucosale bloeding, nierinsufficientie
- Extramedullaire lokalisatie: hepatosplenomegalie, gezwollen klieren, CZS, huid en tandvlees
- Vrijkomen toxische stoffen: tumor lysis syndroon
- Nierinsufficientie, dyspnoe, hartritmestoornis, insulten
Hoe werkt aanvullende diagnostiek bij leukemie?
Na beenmergpunctie integrale diagnostiek
- cyto-morfologie: hoeveelheid en kenmerken bloedcellen
- immunologie: elk AMl eigen fenotype
- moleculaire diagnostiek
- cytogenetica
- biobanking
Invloed op behandeling, prognose en erfelijkheid
Hoe werkt de behandeling van leukemie?
- na diagnose 2 chemo’s
- evt targeted therapie bij mutatie
- opnieuw beenmergpunctie
- chemo of autologe/autogene stamceltransplantatie
Wat zijn de hallmarks of cancer?
- Blijven delen: cel maakt GF of activerende receptor mutatie
- Remming ontwijken
- Celdood weerstaan
- Oneindige celdeling: telomeerverlenging weer ingeschakeld
- Angiogenese: tumor stimuleert endotheel GF, als voldoende angiogenic switch
- Invasie en metastase
- Genoom instabiliteit: mutatie in DNA repair systeem
- Deregulatie energieverbruik: glycolyse via lactaat
- Tumor-bevordende ontsteking
- Ontsnapping aan immuun afweer: tumor activeert remmende mechanismen
Wat is de stroma?
omgeving rondom tumor met ondersteunend, niet-neoplastisch bindweefsel(fibroblasten), bloedvaten(endotheel) en ontstekingscellen → O2 aanvoer
- zonder bloedvaten max 3-4 mm groei
- niet bij hematologische tumoren
Wat zijn de eigenschappen van stamcellen en voorlopercellen?
Stamcel voorlopercel
- zelfvermeerdering/-
- pluripotent/uni-/multipotent
- hoge delingspotentie, lage delingsfrequentie / lage delingspotentie, hoge delingsfrequentie
- relatief ongevoelig/gevoelig voor genotoxische invloeden
- lange/korte termijn herstel bij STC
Hoe kan stamceltransplantatie klinisch toegepast worden?
- bij ziektes v/h hematopoietische systeem(allo)
- na zware chemo(auto)
- experimenteel bij behandeling autoimmuunziekten en gentherapie(auto)
Wat is het verschil tussen chronische en acute leukemie?
- defect in de groeiregulatie / defect in groeiregulatie en uitrijping
- ophoping uitgerijpte functionele leukemiecellen / ophoping blasten
- minder levensgevaarlijke/acute symptomen
- normale bloedcelvorming niet/wel verstoord
Wat is het verschil tussen myeloide en lymfatische leukemie?
- lymfatisch: cellen lijken op lymfoide cellen, jonge pt
- myeloide: cellen lijken op granylocytaire, monocytaire cellen(ery/megakaryocyt zeldzaam), oudere pt, slechte prognose
Wat is het leukemisch stamcelconcept?
Leukemie ontstaat d genetische defecten in bloedvormende stamcellen agv exogene en erfelijke factoren.
Wat is de clonale achitectuur? Hoe bepaal je deze?
Met next generation sequencing bepalen welke mutaties voorkomen
- driver mutatie: stamcel word leukemisch
- sublonale(cluster) mutatie
- recidief(relapse) mutatie: nieuwe mutaties in subclonale mutaties
Tijdens behandeling verdwijnen mutaties. Bij een recidief kijken welke subclonale mutaties verantwoordelijk.
Wat is clonale hematopoiese?
Bij sommige oudere patiënten zijn al driver/passenger mutaties aanwezig, verhoogd risico op hematologische kanker.
Wat is het belang van cytogenetica en moleculaire diagnostiek bij leukemie?
- afwijking chromosomen
- detecteren gendefecten en residuele ziekte na behandeling
Indicatie prognose.
Wat zijn de verschillen tussen benigne en maligne tumoren?
- langzame/snelle groei
- geen/wel metastasen
- geen/wel invasieve groei
- goede/slechte overleving
Welke soorten tumoren zijn er?
Maligne
- Carcinoom= epitheel
- Adeno-
- Plaveisel-
- Ongedifferentieerd
- Lymfoom= hematologisch
- Sarcoom= bindweefsel, steunweefsel
Beningne
- pre-maligne: dysplasie, carcinoma in-situ
- Adenomen: klierweefsel
- Papilloom: vertakkend en exofytische groei
Hoe herken je dysplasie? Wanneer is het een carcinoom?
Grote, hyperchromatische kernen, cellen op elkaar, polymorf
Normale architectuur weg
Als de cellen niet meer op een lijn zitten(basaalmembraan)
Hoe is de opbouw van mammaweefsel?
Acini met afvoerbuizen(beide tweelagig)
- binnenkant luminale cel(maakt lactaat) en buitenkant myoepitheliale cel
Ducten komen uit op ductus lactiferi, vormen lobulus
Lobuli worden door vet en bindweefsel gescheiden
Bij welke weefsels komen preferentieel adenocarcinomen voor?
Mamma en endocervix(exocervix bestaat uit plaveiselepitheel).
Welke typen carcinomen komen er in de long voor? Welke indeling word er in de praktijk gebruikt en waarom?
- Plaveiselcelcarcinoom
- Adenocarcinoom
- Grootcellig carcinoom
- Kleincellig carcinoom
Praktijk: (niet)kleincellig carcinoom → niet-kleincellig kan soms chirurgisch verwijderd worden en betere prognose, kleincellig zaaien vroeg uit en gevoelig voor chemo
Waarom duurt het bij longtumoren lang voordat er symptomen zijn?
Die treden pas op als de tumor een bepaalde grootte is en dat duurt enkele jaren.
Veranderd hoestpatroon, meer slijm, infectie, algemene klachten, hemaptoe.
Wat zijn paraneoplastische verschijnselen?
Verschijnselen elders in het lichaam agv bioactieve stoffen gemaakt door tumor, bv horlogenagels en hypercalciemie.
Wat zie je bij bloed en beenmerg bij acute myeloide leukemie?
Hypercellulair bloed/beenmerg met een homogeen beeld met blasten
Hoe herken je chronische myeloide leukemie in bloed/beenmerg?
Hypercellulair en heterogeen beeld met rijpe granulocyten en blasten
Meer trombo’s, perifere toename leuko’s
Wat is multipel myeloom? Hoe herken je het in bloed/beenmerg?
Geen afwijking bloed
Beenmerg: ophoping afwijkende B-lymocyten
Klonale expansie abnormale plasmacellen met leasies in wervelkolom en schedel
Hoe herken je een chronische lymfatische leukemie in bloed/beenmerg?
Hypercellulair en homogeen beeld met kleine lymfocyten
In het bloed veel kapotte cellen
Een B-cel met kappa/labda lichte kete IgG gaat ongecontroleerd delen waardoor alle cellen identiek zijn
Wat is het verschil tussen rijpe en onrijpe voorlopercellen?
- groot/klein
- nucleoli/geen nucleoli
- dispers/condensed chromatine
- basofiel cytoplasma/acidofiel cytoplasma
- groot/klein kern:cytoplasma
Waarvoor is de sluis van het ministerie van VWS bedoeld?
Om nieuwe medicijnen goedkoper aan het basispaket toe te voegen.