Weather Flashcards
1
Q
Clear/sunny
A
Zonnig
2
Q
rain
A
Regen
3
Q
fog
A
mist
4
Q
cloudy
A
bewolkt
5
Q
the sun shines
A
de zon schijnt
6
Q
it’s raining
A
het regent
7
Q
it’s snowing
A
het sneeuwt
8
Q
it’s windy
A
het waait
9
Q
What a lovely day
A
wat een mooie dag
10
Q
what awful weather
A
wat een verchrikkelijk weer
11
Q
what will the weather be like tomorrow
A
wat voor weer krijgen we morgen
12
Q
it’s going to rain
A
gaat het regenen
13
Q
do i need an umbrella
A
heb ik een paraplu nodig
14
Q
when will it stop raining
A
wanneer stopt het met regenen
15
Q
it’s very hot
A
het is erg heet