WDD3 - week 5 Flashcards
depressie ethiopathogenese
Lifetime prevalentie 8-12%
Meer bij vrouwen (2:1)
Risico op tentamen suicides 20 x
hoger
15% overlijdt aan suicide
meer in high income countries
jaarlijks bij 4-5% van de volwassen Nederlandse bevolking
*M : F = 1 : 2
*80-90 % recidivering
*Risicofactoren recidief
*Aantal eerdere episodes
*Restsymptomen
*Early trauma
*Hoge kosten (arbeidsverzuim/WIA)
*Toename onder jongeren?
depressie defenitie
heterogene psychische ziekte met grote
variatie in beloop, symptomen, en ernst
wat maakt de behandeling van depressie lastig?
interplay emoties-cognities-fysiologische respons en interactie met omgeving
Verandering over tijd/ als consequentie van symptomen
daarom dynamische systeembenadering nodig
micro, meso en macrofactoren binnen depressie
micro: Individual fluctuation in affect/emotions
Meso: Interaction, Social support
Macro: Cultural factors, Economical factors, Ecological factors
welke hersengebieden zijn aangedaan bij depressie
frontale hypometabolisme en hippocampale atrofie
de vier oorzaken van depressie op neuronaal niveau
geen goede reward respons
geen goede top-down cognitieve controle van emoties
te veel aandacht voor negatieve stimulie
negatief zelfbeeld
comorbiditeiten die vaak bij depressie worden gevonden
angst (voor depressie) en ADHD (ontwikkelingsstoornis, daardoor kwetsbaarder)
rol van genen in depressie
ouder met depressie dan 40% kans
rol genen vs omgeving is 50:50
bij tweelingen - additieve genetische factoren: 37%, (niet-gedeelde) omgevingsfactoren: 63%
wat valt onder acute stress
verlieservaringen of belangrijke
tegenslagen. Kunnen leiden tot verhoging van de
kans op depressie
wat valt onder chronische stress
daily hassles, multiple life-events
etc. bij onset depressie
waar en waaraan bindt cortisol
wat is effect van depressie hierop
aan de glucocorticoidreceptor in de hypothalamus en hypofyse
geeft negatieve feedback bij veel secretie
bij depressie minder gevoelige glucocorticoidreceptoren in de hippocampus (daardoor atrofie). neemt wel toe na antidepressiva
hoe wordt het syndroom van cushing vastgesteld?
met dexamethasonsupressie test
persoonlijkheidskenmerken die bijdragen aan het ontwikkelen van depressie
neuroticisme
depressogene cognitieve stijl
relatie darmflora en depressie
Overbrengen naar gezonde patient induceert depressie
Minder bacteriële diversiteit
Meer bacteriële fyla geassocieerd met ontsteking
causaliteit
behandelingen ingezet bij depressie
Neurobiologisch: Farmacotherapeutische behandeling, Neurostimulatie (ECT, rTMS, DBS)
Psychologisch: Gesprekstherapie/psychotherapie (Gedragsactivatie, cognitieve gedragstherapie, interpersoonlijke therapie,
probleemoplossende therapie en kortdurende psychodynamische psychotherapie), Bewegingstherapie (gedrag)
effectiviteit psychotherapie
*Verschillen minimaal tav effectiviteit
*Effectiviteit PT = FT
*Combinatietherapie > monotherapie
*PT langdurig effect, ook preventief
factoren die aanslaan behandeling depressie beinvloeden
*Ernst & disfunctioneren
*Duur
*Behandel voorgeschiedenis
(Psychotherapeutische en medicamenteus)
*Comorbiditeit (en ook welke en onderlinge samenhang)
*Stressoren (huidig en verleden)
*Somatiek
*Systeem
farmaco stappen depressie behandeling
Stappen:
*stap 1: SSRI 1
*stap 2: SSRI 2 of SNRI
*stap 3: TCA
*stap 4: TCA + Lithium/AP
*stap 5/6:ECT/MAO remmer
*stap 7: ketamine (en DBS)
positieve invloeden op farmacotherapie
Tijd (vriend)
*Psychoeducatie
*Realisme
*Behandelplan consequent uitvoeren en
evalueren
negatieve invloeden op farmacotherapie
*Tijd (vijand)
*Negatieve gedachte: gaat toch niet werken
*Gedrag/persoonlijkheid
*Medicatie die niet werkt niet stoppen of juist
te snel wisselen
*2nd opinion vergeten of neuromodulatie
stappen
soorten SSRIs
Selectief
*Paroxetine (Seroxat®)
*Fluvoxamine (Fevarin®)
*Fluoxetine (Prozac®)
*Sertraline (Zoloft®)
*Citalopram (Cipramil®)
Niet selectief
*Venlafaxine (Effexor®) > 225 mgr. ook adrenerg
*Trazodon (Trazolan®) * * blokkeert ook 5HT2A receptor
bijwerkingen SSRIs
door hoog 5-HT:misselijkheid, diarree, angst (!), opwinding, seksuele disfunctie, mindere functie bloedplaatjes
Hyponatriëmie-> Bij gebruik SSRI’s kan na 1 week SIADH ontstaan-> te veel ADH-productie-> te veel water geresorbeerd in nieren-> te lage concentratie zouten.
Verhoogde bloedingsneiging. Deze bijwerkingen moet je weten omdat daaraan gekoppeld ernstige problematiek kan ontstaan.
Cardiovasculaire bijwerkingen (tachy/bradycardie, QT-interval verlenging, hypertensie).
Gastro-intestinale klachten
Misselijkheid, diarree, seksuele functiestoornissen, angst, slapeloosheid en hoofdpijn komen overigens veel meer voor. Alhoewel deze niet direct levensbedreigend zijn, zijn dit wel bijwerkingen om rekening mee te houden omdat ze een negatieve invloed kunnen hebben op de therapietrouw.
Seksuele klachten
TCAs effectiviteit:
4-6 weken
*30-50% geen baat
*Interindividuele verschillen in gevoeligheid
*Geen duidelijke relatie plasmaconcentratie-klinisch effect, wel minimale bloedspiegel nodig voor effect maar…..
*Voor imipramine en nortriptyline is er wel een relatie tussen plasmaconcentratie en klinisch effect aangetoond, en vermoedelijk ook bij amitriptyline en clomipramine
*In sommige gevallen kan bij geen werking een genotypering (bijv. CYP2D6 en/of CYP2C19 genotype) gedaan worden
MAO remmers, soorten, werking en bijwerkingen
*Fenelzine (B), Tranylcipramine (B) Moclobemide (Aurorix) (A)
*Blokkeren de werking van MAO waardoor de monoaminen niet
kunnen worden afgebroken
*A: breekt serotonine en noradrenaline reversibel af
*B: breekt tyramine en dopamine irreversibel af
Bijwerkingen:
*A stof vergelijkbaar aan SSRI’s
*B stoffen: hypertensie (cave crises) bij inname ‘grote’
hoeveelheden tyramine (oude/rijpe kaas) (B)
rTMS
*Magnetische stimulatie middels coil
therapieresistente depressie: ~80% ≥2 AD-trial
*3-5 maal per week behandelen
vergoede zorg
Elektroconvulsietherapie (ECT) werking
*het opwekken van een convulsie
*onder algehele anesthesie (zowel narcose als
spierverslapping)
*door middel van het toedienen van een
pulsstroom van 0,8 tot 0,9 ampere gedurende
enkele seconden
Twee elektroden worden op hoofd geplaatst, onder lichte narcose met spierverslapping. Tweemaal per week voor 12-18 sessies nodig. Het werkt bij 60%, en bijwerkingen zijn afhankelijk van sterkte van de stimulus.
waarschijnlijk synaptogenese gestimuleerd door BNDF
wanneer ECT geinduceerd
*medicatieresistentie
*psychotische depressie (ook als eerste keuze)
*levensbedreigende situaties (vocht/voedsel)
*met katatone kenmerken
*eerdere medicatieresistentie + goed effect op ECT
*contra-indicaties voor medicatie
Korte termijn bijwerkingen ECT
*Hoofdpijn
*Misselijkheid
*Spierpijn
*Vergeetachtigheid
*Verwardheid
Langere termijn bijwerkingen ECT
*Retrograde amnesie (4 tot 6 maanden)
*Antegrade amnesie (1 tot 2 maanden)
opties bij depressie die niet reageert op medicatie
*Augmentatie (o.a. atypische AP)
*Combinatiebehandelingen (meerdere AD tegelijk)
*Augmentatie met esketamine (Snel antisuïcidaal bij angst/depressiespectrum)
*En dus neuromodulatie (rTMS/ECT)
De rol van glutamaat bij depressie
*verslechterde synaptische plasticiteit,
*glutamaat is de meest voorkomende
neurotransmitter in CZS
*synaptogenese
esketamine indicatie, wat controleren, hoe vaak, responsrate
*geïndiceerd -in combinatie met een SSRI/SNRI bij therapieresistente depressie (resistent = falen 2 antidepressiva)
*toediening neusspray door patiënt zelf onder toezicht (arts/verpleegkundige) in een klinische setting
*controle van o.a. bloeddruk, sedatie, slaperigheid, symptomen van dissociatie, waarnemingsstoornissen, duizeligheid en angst¹
*dosering 2x per week in week 1-4, daarna 1x per week in week 5-8 en 1x per 2 weken of 1x per week vanaf week 9
*Ongeveer 50% reageert met respons
welke drie instellingen zijn te moduleren bij DBS
*Active contacts
*Voltage
*Pulsewidth
DBS effectiviteit bij depressie
40% goed
24% partieel
36% niet
behandeling borderline aandachtspunten
rekening houden met hoge suicidekans en manipulatief karakter
Coping (emotie-regulatie)
Opname is vaak gecontra-indiceerd (omdat ze juist controle willen)
hoe vaak komt suicide voor
Tussen 15 -29 jaar 4edoodsoorzaak
1:5 jongeren overwoog zelfmoord tijdens laatste corona lockdown
predisponerende factoren zelfmoord
*Familiaire, genetische belasting
*Persoonlijkheidskenmerken (bv impulsiviteit)
*Perinatale omstandigheden
*Vroege traumatische gebeurtenissen
*Neurobiologische stoornissen
*HPA-hyperreactiviteit
luxerende factoren zelfmoord
- Lichamelijke aandoening (bv pijn)
- Psychosociale crisistoestand
- Beschikbaarheid van middelen
- Blootstelling aan voorbeelden in omgeving en media
actieve ideatie over suicide
idee met uitgewerkt plan
passief is zonder plan
suicide event
erger dan actieve ideatie, en meteen doorverwijzen
hoe vaak komt suicide voor bij schizofrenie, oorzaak
10% om het leven
Suïcide komt vaak voort uit angst
of uit het opmaken van de
balans.
hoe vaak komt suicide voor bij depressie, oorzaak
Geen uitweg meer zien: ‘entrapment’
Nihilisme: ‘iedereen is beter af zonder
mij’
Soms een uiting van de psychotische
component
Zo’n 10% van de mensen die met depressie
te maken krijgen, suïcideert zich
hoe stel je het functioneren buiten werk met depressie vast
*relatie/gezin
*sociale contacten
*Zelfzorg
*huishoudelijke activiteiten
*zorg voor kinderen
*hobby’s/sport
hoe stel je het functioneren op het werk met depressie vast
*Aandacht: opbrengen, volhouden
*Concentreren, inprenten
*Handelingen: zelfstandigheid, afmaken,
routine
*Adequaat reageren (autorijden!)
*Gestructureerd werken
*Communicatie met patiënten en collega’s
samenhang tussen klachten en functioneren met depressie
–antidepressiva verbeteren het
functioneren in werk MAAR
– Functionele beperkingen langer dan klacht
– Ernst depressie geen voorspeller functioneel herstel
– Snelle respons behandeling geeft meer kans op functioneel herstel
– Functionele beperkingen verhogen risico terugval
taak van de bedrijfsarts bij depressie
Diagnostiek/probleeminventarisatie
*Checkt diagnose huisarts, bij twijfel overleg of verwijzing psycholoog.
*priveprobleem dan naar huisarts
*Checkt co-morbiditeit
reïntegratieplan
*Veiligheid: reizen, werken met machines?
*Oorzaken in werk: ploegendienst
*Welke (tijdelijke) taakaanpassingen nuttig?
zo snel mogelijk starten, geen nachtdiensten, niet andere baan
wanneer moet bedrijfsarts doorverwijzen bij een depressie
Twijfel diagnose dan psycholoog
*Herstel van functioneren stagneert naar Psycholoog
*Depressie is voornamelijk veroorzaakt door privéomstandigheden dan Huisarts
*Wachttijden lang àbehandelcentrum waar werkgever afspraken mee heeft.
aangrijpingspunten voor de behandeling van angst
- Medicatie: Serotonine inhibeert de overmatige activiteit van de amygdala (Serotonerg werkende AD)
- Psychotherapie (CGT) verandering van
cognities via de prefrontale cortex KENNEN TENTAMEN
aangrijpingspunten voor de behandeling van depressie
Farmacotherapie (serotonerg werkende
antidepressiva): verminderen de overmatige
activiteit in het ventrale (emotionele)
systeem (o.a. via remming amygdala en BDNF
productie)
Psychotherapie: versterkt de emotionele
regulatie van het dorsale (cognitieve) systeem voor juiste afstemming met ventraal KENNEN TENTAMEN
waarom eerder kiezen voor psychotherapie bij depressie
Meeste vormen van psychotherapie hebben vergelijkbare effecten*
Psychotherapie (PT) = antidepressiva (AD)*
AD + CGT: vergroot recovery rates in ernstige depressieve stoornissen**
CGT meest onderzocht
cognitief model depressie
informatieverwerking en overtuigingen (door emoties) leiden tot Attentie, Selectie, Interpretatie, geheugen
Onze gedachten bepalen hoe we ons voelen
Emotionele stoornissen ; te negatieve/catastrofale gedachten
We kunnen (vaak) onze gedachten uitdagen/veranderen
Meer realistische gedachtes kunnen ons gevoel veranderen
BECK methode
voor en nadelen bedenken om zo gedachten uit te dagen
Cognitieve therapie
denkfouten, socratische dialoog (bewijzen voor/tegen
of alternatieve interpretaties), formuleren realistischere interpretatie
Gedragstherapie
Exposure en Responspreventie
optimale timing om te starten/stoppen farmacotherapie en psychotherapie depressie
Geen evidentie wanneer te stoppen recidiverende ernstige depressies
Veel patiënten prefereren psychotherapie
Optimale timing voor psychotherapie is wellicht niet in de acute fase
hoe vaak perinatale stemmingsstoornissen
1:5
verschil tussen depressie en zwangerschap
bij zwangerschap geen anhedonie of somberheid, maar wel
Vermoeidheid
Slaapproblemen
(verminderde) Eetlust
Concentratiestoornissen
Faalgevoelens
Rusteloosheid
anticipatieangst
angst voor eigen angst
behandeling depressie bij zwangerschap
Negatieve effecten van niet behandelen moeten worden afgewogen tegen de eventuele
gevolgen voor de baby bij gebruik van medicatie.
Ernstige risico’s bij het plotseling staken van de medicatie.
Geen voorkeur voor een type SSRI (fluoxetine GEEN borstvoeding, Paroxetine <20 mg)
Geen aanwijzingen verband optreden zwangerschapscomplicaties*
Geen verhoogde kans hartafwijkingen, wellicht minimale hogere PPHN**
Al ingesteld? Continueren. Zo laag mogelijk maar wel effectief
Binnen de groep stemmingsstabilisatoren is lithium eerste keus.
Eerste keus middel bij antipsychotica is haloperidol (borstvoeding mag)
effect niet behandelen depressie tijdens zwangerschap
Onbehandelde depressie:
negatieve gevolgen voor het welbevinden van de (aanstaande) moeder.
verstoorde moeder-kind binding
hoge recidiefkans
verschil postpartum depressie en babyblues
babyblues 3e-5e dag postpartum
Plotselinge, kortdurende en onverwachte stemmingsveranderingen
Prikkelbaarheid
Concentratieproblemen
Lichte verwardheid
…de klachten verdwijnen binnen een paar weken.
depressie ontstaat ook later
risicofactoren postpartum depressie
Psychiatrische stoornis in de anamnese.
Obstetrische risicofactoren
ongeplande of ongewenste
zwangerschap
zwangerschapshypertensie
een spoedsectio-caesarea
een (ervaren) vroeg ontslag uit het
ziekenhuis
Overige factoren:
* lage sociaal-economische status,
* recent ‘life event’,
* negatief zelfbeeld,
* weinig sociale ondersteuning,
* immigratie in de laatste 5 jaar,
* gevoel van controleverlies tijdens
de bevalling,
* (voedings)problemen met het kind
fysiologische symptomen zwangerschap
moeheid, concentratiestoornissen, prikkelbaarheid
pathologische symptomen zwangerschap
somberheid, anhedonie, anticipatieangst
pathologische symptomen partus
dissociatie, tocofobie