WC08 - Herpes Flashcards
Tot welke orde, familie, subfamilie, genus behoort equine herpesvirus 1?
Welke diersoorten kan dit virus infecteren?
Beschrijf de virusstructuur en morfologie van EHV-1
Icosahedral, envelop, viriongrootte: 200-250 nm
Uit welke eiwitten is het viruspartikel opgebouwd?
30 verschillende polypetiden, 12 envelop proteinen en 11 glycoproteinen
Verwante virussen: noem andere genera binnen de familie waartoe equine herpesvirussen (EHV-1) behoren. Welke virussoorten behoren tot hetzelfde genus? (Wat zijn de overeenkomsten en verschillen wat betreft virusstructuur en genoom?)
Beta en gamma herpes virussen
Beschrijf voor het virus de vijf stappen van de virale levenscyclus
Welke receptor wordt gebruikt om de cel binnen te komen? Via welke route komt het virus de cel binnen? Waar en hoe vindt ontmanteling plaats? Welke virale eiwitten spelen hierbij een rol?
Welke eiwitten worden er geproduceerd? Hoe en waar in de cel?
Waar vindt assemblage plaats? Hoe komen de virale genomen op die plek? Hoe vindt de release plaats?
Hoe lang duurt de infectie cyclus? Hoeveel virus wordt er geproduceerd per cel?
Waar komt het virus de gastheer binnen? En waar vindt de initiële infectie/virusreplicatie plaats?
Hoe verloopt de infectie in de gastheer? Veroorzaakt het virus een acute/persisterende infectie? Indien het virus persisteert is de infectie chronisch of latent? Indien latent: waar houdt het virus zich schuil? Via welk mechanisme?
-
Welke rol speelt het immuunsysteem in de pathogenese? Hoe ontsnapt het virus aan het immuunsysteem (antigene variatie/ontsnapping aangeboren/adaptieve immuniteit)?
Welke klinische verschijnselen worden waargenomen? Zijn er virusstammen die verschillen in pathogeniciteit, en waardoor komt dat?
Waar komen equine herpesvirussen voor? Bij welke diersoorten? In welke delen van de wereld? Wordt de virusinfectie vaker waargenomen bij oudere of jongere dieren, bij mannelijke / vrouwelijke, of bij bepaalde huisvestingsvormen?