Waarneming Flashcards

1
Q

Empiristen

A

Mens is onbeschreven blad, verzameld info via zintuigen letterlijk zoals ze binnenkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Distale stimulus

A

Het werkelijke object in de buitenwereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Proximale stimulus

A

Energie uit de buitenwereld die onze zintuigen kunnen bereiken (licht, geluidsgolven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Psychofysica

A

Het onderzoeksgebied dat de relatie tussen fysieke input en psychologische ervaringen onderzoekt, welke input veroorzaakt welke reactie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sensorisch coderen

A

Vertalen van stimuli in neurale impulsen, door onze zintuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Transductie

A

Het vertaal proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het brein heeft … en … info nodig over een stimulus. Hoe wordt dit herkent?

A

Kwalitatieve en kwantitatieve. Kwantitatieve worden herkent door hoe de neuronen er op reageren > de mate van neuroactiviteit. Ze vuren hoger af bij een intensere stimuli.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sensorische adaptie

A

Afname van sensitiviteit van een constant niveau van stimulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Staafjes

A

Veranwoordelijk voor nachtzicht, hebben weinig licht nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kegeltjes

A

Verantwoordelijk voor kleuren, hebben meer licht nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fovea

A

Een hoge concentratie kegels dicht bij de kern van het netvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Prosopagnosia

A

Stoornis aan het proces van herkennen van gezichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly