Psychologische stoornissen Flashcards

1
Q

Criteria stoornis

A
  • Is het gedrag afwijkend van culturele normen / geaccepteerd gedrag?
  • Is het gedrag onaangepast?
  • Is het gedrag destructief voor zelf of anderen?
  • Beperkt het sociale relaties?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Comorbiditeit

A

Het hebben van meerdere stoornissen tegelijk. Een combinatie van stoornissen die samenhangen maar apart beschreven worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

RDoC methode

A

Research Domain Criteria methode, beschrijft stoornissen niet aan de hand van observeerbare symptomen. Verschillende levels van analyse van basisdomeinen, zoals angst of sociale vaardigheden. Meer gebruikt voor onderzoek dan behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Assessment

A

Onderzoek van iemands mentale functie en psychologische conditie om een psychologische stoornis te diagnosticeren. Dit bevat bijvoorbeeld zelfrapportage, observaties en interviews. Hoofddoel is diagnose stellen zodat behandeld kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diathese Stress model

A

Onderscheidt de factoren die een risico vormen voor het oplopen van een ziekte (de diathese) en de factoren die het risico veranderen in een probleem (zoals stress). Zo verandert aanleg voor depressie pas in depressie als er ook traumatische levensgebeurtenissen komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Familiesystemen model

A

Gedrag moet worden beoordeeld binnen een sociale context, met name familie. Volgens dit model zijn problemen bij een individu manifestaties van problemen binnen een familie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Socioculturele model

A

Ziet psychopathologie als resultaat van interactie tussen individuen en hun cultuur. In sommige culturen komen door levensstijlen, verwachtingen en kansen ziektes vaker voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cognitieve gedragsmodel

A

Stelt dat abnormaal gedrag is aangeleerd door klassieke conditionering. Gedachten en overtuigingen kunnen geleerd worden en daarom kunnen ze ook on-aangeleerd worden tijdens behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly