Vrijheid van vereniging. Flashcards

1
Q

Positieve vrijheid

A

het recht om een vereniging op te richten en het recht om zich bij een
vereniging aan te sluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Negatieve vrijheid:

A

het recht om niet gedwongen te worden om zich bij een vereniging aan te
sluiten of verplicht te worden lid van een vereniging te blijven
Bv. de geldigheid van een arbeidsovereenkomst afhankelijk maken van het al dan niet
aansluiten bij een vereniging is strafbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zie ook artikel 11, eerste lid EVRM:

A

→ waarborgt ook expliciet de syndicale vrijheid
Bv. verbod op closed shop-overeenkomsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

closed shop-overeenkomsten?

A

Overeenkomsten tussen bedrijf een een vakbond waarin staat dat enkel mensen die bij dat vakbond aangesloten zijn worden bij dit bedrijf aangewerfd?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly