Voyages Flashcards
1
Q
voyage de découverte
A
de ontdekkingsreis
2
Q
voyage
A
de reis
3
Q
Slovénie
A
Slovenië
4
Q
Le pays
A
Het land(en)
5
Q
à couper le souffle
A
adembenemend
6
Q
paysage de montagnes
A
het berglandschap(pen)
7
Q
paysage
A
het landschap(pen)
8
Q
pétillant
A
bruisend
9
Q
la ville
A
de stad (steden)
10
Q
la rivière
A
de rivier
11
Q
la capitale
A
de hoofdstad
12
Q
Explorer
A
verkennen ( verkende, heeft verkend)
13
Q
le lac
A
het meer
14
Q
se promener
A
wandelen ( wandelde, heeft gewandeld)
15
Q
le plongeon
A
de duik