Nicky Minaj Opgepakt Flashcards
1
Q
Chanteur/-euse
A
zanger( -s)
2
Q
Arrêter
A
oppakken, pakte op, heeft opegepakt
3
Q
Saboter
A
saboteren ( saboteerde, heeft gesaboteerd)
4
Q
Essayer
A
proberen ( probeerde, heeft geprobeerd)
5
Q
Aéroport
A
luchthaven
6
Q
Sur les images
A
Op beelden
7
Q
Image
A
beeld ( -en)
8
Q
collaborateur/-trice
A
medewerker( -s)
9
Q
services de sécurité
A
veiligheidsdiensten
10
Q
Partager
A
delen ( deelde, heeft gedeeld)
11
Q
Alors
A
Daarop
12
Q
Demander, prier
A
verzoeken ( verzocht, heeft verzocht)
13
Q
Aller/ monter (sur un vélo, dans un bus)
A
stappen
14
Q
Crier
A
roepen ( riep, heeft geroepen)
15
Q
un nombre de fois
A
Aantal(en) keer