Voortplanting Flashcards
Primaire geslachts kenmerken
Ontstaan tijdens de zwangerschap; penis, balzak, teelballen, vagina, schaamlippen
Secundaire geslachtskenmerken
Tijdens de puberteit; schaamhaar, groei lengte, groei penis, toename gewicht, groei spieren, baard in de keel - gelijklopend jongens en meisjes
Voorbehoedsmiddel
Pil, condoom, spiraal
Kind?
Geslachtsgemeenschap in vruchtbare periode
Natuurlijke barrières
Alleen sterke en gezonde zaadcellen raken erdoor en kunnen de eicel bevruchten
Natuurlijke barrières (bv)
Lage zuurtegraad van de vagina, taaie slijmprop in baarmoederhals, keuze van de verkeerde eileider
Semi- identieke tweeling
Zygote vormt na de bevruchting ondoordringbaar bevruchtingsmembraan zodat geen 2de zaadcel kan binnendringen
Geen nieuwe menstruatie na bevruchting
Zodat het klompje delende cellen zich kan innestelen in het baarmoederslijmvlies dat intact moet blijven
Bevruchting
Het versmelten van de zaadcelkern en de eicelkern
Hormonen voor de bevruchting
Oestrogeen, progesteron, FSH en LH
Hormonen na de bevruchting
Oestrogeen, progesteron, HCG
Embryonale stamcellen celdifferentiatie (celdeling)
Zenuwcel- hersenen, epitheelcel- huid, kraakbeencel- oorschelp, spiercellen- hart, darm cel- dunne darm, vetcel, rode bloedcel
Navelstrengbloed
Kan levens redden (halen gezonde stamcellen uit navelstrengbloed) - helpen zieke mensen
Embryo
Van week 2 - week 7 (innesteling, groei en toename massa)
Fœtus
Vanaf week 8 ( onderscheid menselijke kenmerken, groei en toename massa, stelsels beginnen te werken)
Zwangerschap
Gemiddeld 40 weken - 9 maanden (zygote-embryo-foetus)
Stamcellen
ongespecificeerde cellen die zich kunnen differentiëren tot verschillende celtypes met specifieke functies
Moeder en kind andere bloedgroep
Geen probleem- bloedvaten moeder en kind geen rechtstreekse verbinding
Uitscheidingsstelsel- spijsverteringsstelsel en ademhalingsstelsel foetus trainen
Door vruchtwater te drinken
Spieren trainen foetus
Vruchtwater biedt extra weerstand zodat hij zijn spieren kan trainen
Placenta
Orgaan voor stofwisseling tussen embryo/ foetus en moeder
Navelstreng
Verbinding tussen foetus en placenta
Stamcellen
Cellen zonder specifieke functie die kunnen differentiëren tot diverse celtypes
Downsyndroom
Vorming voortplantingscellen - erfelijke afwijking (afwijking dna van moeder of vader)