Prikkel

Question 1

De prikkel

Answer 1

Veranderingen in het uitwendige mileu (licht, geluid, pijn) of het inwendige mileu (honger, dorst, pijn) die organismen beïnvloeden

Question 2

De receptor

Answer 2

Zintuig cellen die specifieke prikkels kunnen opvangen en omzetten in zenuwimpulsen. De mens heeft foto- mechano- thermo- chemo- en pijn receptoren

Question 3

Mechanoreceptor

Answer 3

Zintuigcellen in de huid (tast- of druklichaampjes) of het oor (haarcellen) die reageren op verschillende impulsen zoals aanraking of (geluids)trilling

Question 4

Thermoreceptor

Answer 4

Zintuigcellen Die reageren op warmtetransport (afgifte of opname van thermische energie)

Question 5

Chemoreceptor

Answer 5

Zintuigcellen in de neus of mond (haarcellen), die chemische prikkels (opgeloste geur- en smaak prikkels) waarnemen

Question 6

Pijn receptoren

Answer 6

Vrije zenuwuiteinden in de huid of organen die gespecialiseerd zijn in het waarnemen van prikkels die een schadelijke invloed op het organisme hebben

Question 7

Prikkeldrempelwaarde

Answer 7

Minimum sterkte van een prikkel om die te kunnen waarnemen

Question 8

Prikkelgewenning

Answer 8

Als een prikkel langere tijd aanhoud, treedt er gewenning op. De prikkeldrempelwaarde wordt hierdoor tijdelijk verhoogt. Er vertrekken dan minder impulsen naar de hersenen en je wordt deze prikkel nog nauwelijks gewaar

Question 9

Prikkelfilter

Answer 9

De hersenen filteren impulsen weg die op dat moment minder van belang zijn. Hierdoor reageer je enkel op de voor jou belangrijke prikkels

Question 10

Fytochroom

Answer 10

Fotoreceptor in de plant die gevoelig is voor rood en verrold licht. Het stimuleert de lengtegroei van de plant

Question 11

Cryptochroom

Answer 11

Fotoreceptor in de plant die gevoelig is voor blauw en UV-licht. Het remt de lengtegroei van de plant, waardoor deze meer in de breedte groeit en steviger wordt