Materie En Energiestromen Flashcards
Biotische factoren
Levende organismen
Abiotische factoren
Levenloze omgevingsfactoren
Detrivoor
(Insecten) Voedt zich met dood organisch materiaal, ze doen het voorwerk voor reducenten
Reducent
(Schimmels, paddenstoelen) Breekt de resten van dood organisch materiaal
Producent
(Planten) start de voedselketen vanuit fotosynthese
Voedselkringloop (volgorde)
-Producent- consument- detrivoor- reducent- mineralen-
Consument
Dieren
Economisch belang (bv)
Grote diversiteit aan bv fruit, groenten - voedsel, katoenplanten- productie kleding
Ecologisch belang (bv)
Vele bossen- luchtzuivering
Wetenschappelijk belang (bv)
Pijnloze injectienaald door onderzoek op muggen- medisch
Biotoop
Een gebied met een uniform en geografisch herkenbaar landschapstype waar een bepaalde levensgemeenschap voorkomt
Biotoop (bv)
Vijver, woestijn, heide, savanne, zee,…
Habitat
De specifieke leefplek van een organisme in een biotoop (binnen een biotoop zijn er verschillende organismen met een eigen habitat)
Habitat (bv)
Boomstam, dunne takken, dikke takken, onder boom,….
Ecosysteem (bouw)
Het geheel van interacties tussen Biotische en abiotische factoren
Biotische factoren (bv)
Producent, consument, reducent
Abiotische factoren (bv)
Stralingsenergie, water, mineralen, zuurtegraad,…
Sleutelsoort
Zijn soorten die een opvallend grote rol vervullen in een ecosysteem (wolf, hert) - creëren voedsel en leefgebied
Betreding
Plattreden van de bodembegroeiing door mens en dier - kan planten beschadigen - plant sterft
Tredplanten
Zijn planten die zijn aangepast aan sterke betreding
Tredplanten (bv)
Laag bij de grond groeien, kleverige zaden, sterke wortels, sterk herstelvermogen
Bemesting
Extra toevoer van nutriënten
Stikstofminnende planten
Groeien goed op sterk bemeste bodems (brandnetel, bramen)
Eutrofiëring
Overdreven toename van voedingsstoffen zoals fosfaten en nitraten in het water en de bodem (overbemesting) -algengroei neemt toe - waterplanten sterven