Reactie Door Spieren En Klieren Flashcards
Spijsverteringsstelsel
Voedsel mechanisch verkleinen en het voortbewegen door het lichaam
Ademhalingsstelsel
De longlucht via de longen in en uit het lichaam laten bewegen
Uitscheidingsstelsel
Urine tijdelijk in de urine blaas bewaren tot de sluitspieren openen
Transport stelsel
Het bloed door het lichaam laten stromen
Zintuigstelsel
Oog bewegingen en de accommodatie van de ooglens mogelijk maken
Spierstelsel
De beenderen van het skelet laten bewegen en bewegingen van de huid of organen mogelijk maken
Beenderstelsel
Zorgt voor vorm, stevigheid en beweging van het lichaam
Kogelgewricht
Kunnen bewegingen van 360 graden maken : schoudergewricht, heupgewricht
Scharniergewricht
Bewegingen in een richting: elleboog gewricht, kniegewricht
Atlas en draaier
Nek gewricht
Zadelgewricht
Pols
Dwarsgestreepte spieren (bouw)
Snel en krachtig, vlug vermoeid, spiervezel, dwarsgestreept, meestal bewust
Dwarsgestreepte spieren (bv)
Biceps, gezichtsspieren, oogspieren, sluitspier van de aars
Gladde spieren (bouw)
Traag en zwakker, onvermoeibaar, onbewust, autonoom, spiercellen (een celkern), glad, spoel vorming
Gladde spieren (bv)
Maagspier, darmspieren, spieren in de Iris, spieren in het bloedvat, haar spiertjes in de huid
Hartspier
Snel en krachtig, onvermoeibaar, onbewust, autonoom, hartspiercel, dwarsgestreept
Antagonistisch
Tegengesteld (werken van spieren)
Antagonistische spieren
Tegenovergestelde spier: biceps en triceps, - omdat een spier enkel actief kan samentrekken is er een antagonistische spier nodig om ze te ontspannen
Peristaltiek
(Knijp- en duw bewegingen) kring en lengte spieren in de darmen bewegen voedsel vooruit
Ideale hartslag voor cardio training
220 slagen per minuut- je leeftijd =
Excretie
Het uitscheiden van schadelijke en/of overtollige stoffen, die het lichaam best zo snel mogelijk verlaten
Excretie (bv)
Talg, neusslijm, zweet, CO2, traan vocht
Secretie
Het afscheiden van nuttige stoffen, die nog een rol te vervullen hebben voor het lichaam
Secretie (bv)
Testosteron, groeihormoon, speeksel, moedermelk
Exocriene klieren
Stoffen om het klier product te maken worden uit het bloed gehaald - het klierproduct komt rechtstreeks of via een afvoer gang in het uitwendig milieu
Exocriene klieren (bv)
Zweetklier, speekselklier, neusslijmvliesklier
Endocriene klieren
Stoffen om het klierproduct te maken worden gehaald uit het bloed - het klierproduct wordt weer afgegeven aan het bloed - maken hormonen
Endocriene klieren (bv)
Hypofyse, schildklier, alvleesklier
Talg
Houdt de huid en het haar soepel en beschermt ze tegen uitdroging en ziekteverwekkers
Alvleessap
Helpt bij het verteren van koolhydraten, eiwitten en vetten
Zweet
Helpt bij de afgifte van overtollige en schadelijke stoffen
Moedermelk
Voedt de baby
Speeksel
Bevochtigt het voedsel en helpt bij de vertering van koolhydraten
Traanvocht
Bevochtigt en reinigt het oog
Oxytocine
Zorgt voor weeën bij de bevalling (baarmoeder)
Prolactine en oxytocine
Productie van moedermelk + samentrekken melkklierspiertjes (melkklieren in borst)
Groeihormoon
Evenwichtige groei en ontwikkeling van het lichaam (botten en andere weefsels)
TSH - thyroxine
Regelt de stofwisseling en beïnvloed de groei en ontwikkeling (schildklier)
ACTH - cortisol
Stress hormoon dat ontsteking remmend werkt (bijnierschors)
FSH - LH - progesteron - oestrogeen
Ontwikkeling geslachtsorganen- kenmerken, regelt de rijping van de eicel en de menstruele cyclus (eierstok)
FSH - LH - testosteron
Ontwikkeling geslachtsorganen - kenmerken, productie en rijping van zaadcellen (teelbal)
Zwezerik
Helpt op jongere leeftijd bij de groei en het afweersysteem
Bijniermerg (maakt aan)
Adrénaline
Zwezerik (maakt aan)
Thymosine
Endoskelet
Spieren zitten vast aan het skelet (paard)
Exoskelet
Spieren zitten vast aan het skelet (kreeft)
Hydroskelet
Het lichaamsvocht zorgt voor stevigheid, die kring en lengtespieren in de huid zorgen voor peristaltische bewegingen (regenworm)
Schijnvoetjes
Vormveranderingen door cytoplasmastroming (amoebe)
Zweephaar
Maken golvende beweging (oogdiertje)
Trilharen
Maken golvende beweging (pantoffeldiertje)
Gifklier
Maakt stoffen waarmee je prooien kan doden of verlammen (slang)
Slijmklier
Laat je beter glijden en beschermt tegen uitdroging (slak)
Stuitklier
Maakt veren waterafstotend (eend)
Inktklier
Bij gevaar spuiten ze die klier meer zodat het zicht van de predator belemmerd wordt en hij kan ontsnappen (inktvis)
Tropie
Gerichte beweging van plantdelen in de richting van de prikkel
Positieve tropie
Naar de prikkel toe
Negatieve tropie
Van de prikkel weg
Foto-tropie
Plant groet naar het licht
Geotropie
Wortels groeien met de zwaartekracht mee
Nastie
Is een niet gerichte beweging van plantdelen op een prikkel - de richting van de prikkel is niet van belang
Hydronastie
Dennenappels openen bij droog weer, sluiten bij vochtig weer
Thermonastie
Sneeuwklokjes openen zich bij warmte
Fotonastie
Madeliefjes openen bij het eerste licht en sluiten s’avonds weer
Thigmonastie
Een Venus vliegenvanger sluit zijn klaphekken bij aanraking door een insect
Foto-
Licht
Thermo-
Warmte
Hydro-
Vocht
Chemo-
Chemische stoffen
Thigmo-
Aanraking
Geo-
Zwaartekracht
Auxine
Groeihormoon dat een rol speelt bij fototropie
Etheen
Stress en verouderingshormoon, het activeert de vruchtrijping en telt de kieming van zaden
ABA (abscisinezuur)
Bereidt de planten en zaden voor op de winter, het regelt het sluiten van de huidmondjes bij droogtestress
Rolgewricht
Elleboog