Biodiversiteit Flashcards
Ecosysteemdiversiteit
Variatie aan ecosysteem met hun typische klimaat en soorten
Genetische diversiteit
Variatie binnen dezelfde soort: , kleur, vorm, ras,…
Soortendiversiteit
Variatie aan soorten organismen
Overexploratie
37% bv: overbevissing kan de vispopulatie halveren tegen 2050
Verlies aan leefgebied
45% bv: er is steeds meer verstedelijking
Klimaatverandering
7% bv: door het smelten van de ijskappen op Antarctica worden veel pinguinsoorten bedreigd
Invasieve soorten
5% uitheemse soorten die een bedreiging vormen voor inheemse soorten bv: invasieve soorten zoals de nylgans mogen wettelijk worden bestreden door jagers om overpopulatie tegen te gaan
Vervuiling
4% bv: plastic vervuiling van oceanen vormt een grote bedreiging voor zeedieren
Ziekte
2% bv: een verlies aan biodiversiteit zorgt voor een snelle verspreiding van ziekwekkende bacteriën en virussen
Rode lijst
(Living planet index) - soorten die met uitsterven bedreigd zijn waarom belangrijk? Gericht actie ondernemen
Voorwaarden zelfde soort
Moeten zich kunnen voortplanten - nakomelingen moeten vruchtbaar zijn: zelfde geslachtsnaam is zelfde soort
Hybride
Is de nakomeling van 2 verschillende soorten die onvruchtbaar is
Soort (wat)
Is een groep organismen met onderling vruchtbare nakomelingen
Biodiversiteit (wat)
De verscheidenheid van al het leven op aarde en dat zo binnen een soort, tussen soorten, als op het niveau van ecosystemen
Soortnaam
De naam die aangeeft dat 2 organismen van een verschillende soort nog nauw aan elkaar verwant zijn
Geslachtsnaam
De naam die aangeeft dat 2 organismen tot dezelfde soort behoren
Hybride (naam)
Gaap- moeder een schaap, scheit - moeder een geit, muilezel- moeder een ezel, muildier- moeder een paard
Plantaardige cel
Celkern, cytoplasma, celmembraan, mitochondrien, celwand, bladgroenkorrels, grote vacuole
Dierlijke cel
Celkern, cytoplasma, celmembraan, mitochondrien
Celkern
Coördineert de werking van de cel
Cytoplasma
Bevat voedings en afvalstoffen in opgeloste vorm
Celmembraan
Regelt het transport van stoffen van en naar de cel
Mitochondrien
Hier gebeuren belangrijke stof en energieomzetgingen (celademhalingsreactie)
Celwand
Zorgt voor extra stevigheid bij planten en bacteriën
Bladgroenkorrels
Hier gebeuren belangrijke stof- energieomzettingen (fotosynthesereactie)
Grote vacuole
Zorgt bij planten voor stevigheid en opslag van water en opgeloste stoffen
Levenloos
Bv : roest - celkern, eiwitten
Levend
Bv: appel aan boom- cel
Dood
Skelet dinosaurus
Bacteriële cel
Prokaryote cel - celwand, cytoplasma, DNA, celmembraan
Plantaardige cel
Eukaryote cel, - celwand, vacuole, celmembraan, celkern + DNA, celorganellen met membraan, cytoplasma
Dierlijke cel
Eukaryote cel - celmembraan, celkern + DNA, cytoplasma, celorganellen met membraan
Oercel
Prokaryote cel - gemeenschappelijke voorouder van alle levende organismen op aarde
Tree of live
Prokaryote cel - 1-10 qm eukaryote cel - 10-100 qm
7 levenskenmerken
Groei, stofwisseling, organisatie, reactie, homeostase, voortplanting, evolutie
Groei (bv)
Zygote begint te groeien na bevruchting
Stofwisseling (bv)
Een giraf eet en verteerd bladeren van een boom, in zijn cellen gebeuren energie en stofomzettingen
Organisatie (bv)
De lever is opgebouwd uit leverweefsel, levercellen kun je zichtbaar maken onder een microscoop
Reactie (bv)
Je krijgt kippenvel als je het koud hebt
Homeostase (bv)
Als je veel drinkt, ga je het teveel aan water uitplassen
Voortplanting (bv)
Een zaadcelkern en een eicelkern gaan zich versmelten bij de bevruchting
Evolutie (bv)
De vacht van een konijn in het hoge noorden is witter dan die van konijnen die zuidelijker leven - verhoogt de overlevingskansen
Stam van tree of live
Oercel
Erfelijk materiaal virussen
Verspreid zonder celkern
Begrenzing erfelijk materiaal virussen
Eiwitmantel of kapsel
Virus
Is kleiner dan een cel
Virussen (werking)
Heeft een gastheercel nodig - geen levende cel: mist essentiële celonderdelen- geen cytoplasma voor noodzakelijke stofwisseling- voldoet niet aan 7 kenmerken: X organisatie X stofwisseling X voortplanting
Stappen virus vermenigvuldiging 1
1: virus zal een gastheercel infecteren door zijn erfelijk materiaal in die cel te brengen
Stappen virus vermenigvuldiging 2
2: celorganellen van de gastheer zullen virusonderdelen kopiëren
Stappen virus vermenigvuldiging 3
3: nieuwe virussen worden samengesteld in de gastheercel
Stappen virus vermenigvuldiging 4
4: het maken van nieuwe virussen gaat door totdat de gastheercel vol zit met nieuwe virussen en uiteindelijk stuk gaat
Vaccin
Een middel dat langdurig moet beschermen tegen infectie door een bepaald virus
Vaccin (werking)
Er worden dode of verzwakte virussen ingespoten - lichaam leert virus kennen en maakt antistoffen aan
Dieren =
Hetrotroof - zonder celwand- meercellig
Planten =
Autotroof- met celwand- meercellig
Schimmels =
Hetrotroof- met celwand - meercellig
Eencellige eukaryoten =
Hetrotroof of autotroof - eencellig - met celkern
Prokaryoten =
Hetrotroof of autotroof - eencellig - zonder celkern
Driedomeinensysteem
Bacteriën en archaea = prokaryoten - eukaryoten: dieren, schimmels, planten, overige eukaryoten
Extremofiele soorten
Organismen die leven in extreme omstandigheden die voor andere organismen niet leefbaar zijn; hoge zout concentratie, extreme hoge/lage temperaturen, zuur milieu,…
Archaea en bacteriën
Bacteriën en archaea hebben een ander type celwand, Archaea hebben een gemeenschappelijke voorouder met eukaryoten die ze niet gemeen hebben met bacteriën
Fotoautotrofe bacteriën
Halen hun energie uit zonlicht
Chemoautotrofe bacteriën
Halen hun energie uit chemische verbindingen
Taxonomie ( leeuw)
DOMEIN- eukaryoten, RIJK- dieren, STAM- gewervelde dieren, KLASSE- zoogdieren, ORDE- carnivoren, FAMILIE- katachtige, GESLACHT- Phantera, SOORT- leo
Vijfrijkensysteem
Plantenrijk, dierenrijk, fungi/schimmels, Prokaryotenrijk, protistenrijk (overige eukaryoten)